TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Stülpnagel, von, Carl-Heinrich

Geboortedatum:
2 januari 1886 (Berlijn, Duitsland)
Overlijdensdatum:
30 augustus 1944 (Berlijn, Duitsland)
Begraven op:
Duitse Oorlogsgraven Hauptfriedhof Frankfurt
Vak: E. 
Nationaliteit:
Duitse

Biografie

Carl-Heinrich Rudolf Wilhelm von Stülpnagel (2 januari 1886 in Berlijn – 30 augustus 1944 in Berlijn-Plötzensee) was een Duitse officier en op het laatst General der Infanterie van de Wehrmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het verzet tegen het nationaalsocialisme was hij betrokken bij de aanslag op Adolf Hitler van 20 juli 1944.

In de herfst van 1931 was Stülpnagel Lehrgruppenkommander aan de infanterieschool in Dresden. Samen met de latere Chef des Truppenamts in het Reichswehrministerium, General Ludwig Beck werkte hij aan dienstvoorschrift troepenleiding (HDv 300/1). Vanaf 1 december 1932 was hij chef van de afdeling Fremde Heere in het troepenambt; op 1 oktober 1935 volgde de benoeming tot generaal-majoor. Op 6 oktober 1936 werd hij commandant van de nieuw opgestelde 30ste infanterie divisie in Lübeck. Sinds de zogenaamde Röhm-putsch in 1934 werd hij steeds kritischer tegenover het nationaalsocialistische regime.

Stülpnagel was vanaf februari 1938 Oberquartiermeister II en van november 1938 tot mei 1940 Oberquartiermeister I in de generaalsstaf van het leger en daarmee vertegenwoordiger van Generalstabchef Franz Halder. Op 20 april 1939 werd hij gepromoveerd tot generaal van de infanterie. Stülpnagel was in de septembersamenzwering van 1938 ingewijd en hoorde ook in de winter van 1939/40 tot de besliste tegenstanders van Hitler in de Heeresgeneralstab. Tijdens de tweede fase van de Westfeldzug leidde hij tijdelijk het tweede Armeekorps. Aansluitend werd hij voorzitter van de Duits-Franse wapenstilstandscommissie tot december 1940. Daarna leidde hij de 17de Armee van de Heeresgruppe Süd in de Duits-Sovjetse oorlog.

Als commanderend generaal van de 17de Armee werd hij in Oekraïne met de moorden aan Joden geconfronteerd. Na het vertrek van de Sovjetse troepen uit Lemberg op 28 april 1941 ontstond daar door de Oekraïners een pogrom. Door deze pogrom werd in de morgen van 30 juni de stad door onder andere de eerste Gebirgs-Jäger-Division onder generaal-majoor Hubert Lanz, leden van de Einsatzgruppen en Wehrmachtsoldaten volledig ingenomen. Aangezien Stülpnagel al voor het innemen van de stad de commanderend generaal van de XXXXIX. A.K. generaal-luitenant Ludwig Kübler als vertegenwoordiger zekerheid, discipline en orde had opgedragen, droeg de door Kübler ingezette stadcommandant Oberst Karl Wintergest de er verantwoordelijkheid voor dat de pogrom niet meteen gestopt kon worden en dat de uitgestelde lijken van Oekraïners door de Sovjetten werden verbrand. Vooral toen Stülpnagels leger verbinding tot de snelle voormars van de naastgelegen Panzergruppe I moest stoppen, is het amper mogelijk, hem met de melding van de gebeurtenis melding UdSSR Nr. 10 van het Reichssicherheitshauptamts van 2 juni 1941 in verbinding te brengen: "AOK 17 heeft er eerst voor gezorgd dat in de nieuw bezette gebieden bewoonbare anti-Joodse en anticommunistische Polen komen om ze voor zelfreinigingsacties te gebruiken." Aangezien dit gedeeltelijk letterlijk is overgenomen van Reinhard Heydrichs commando’s (Nr. 1 van 29 juni en nr. 2 van 1 juli) is overgenomen en overeenkomsten met de Wehrmacht suggereert, kan het gaan om een product van het Reichssicherheitshauptamt.

Zonder twijfel droeg Stülpnagel de verantwoordelijkheid voor de bevelen die door andere leden gegeven werden onder zijn naam, dat bij sabotageacties in de "eerste lijn Joodse en communistische inwoners tot verantwoording worden geroepen. Vooral de Joodse Komsomolzen zijn als dragers van de sabotage en groepsvorming aan te zien." Daarvoor dat hij zelf een "vastbesloten antisemiet" was, zoals Manfred Messerschmidt oordeelt, is het enige argument in zijn memoires aan het Heeresgruppenkommando Süd van 12 augustus 1941 over "Stellung und Einfluss des Bolschewismus". Zonder twijfel gaat de laatste alinea over de nationaalsocialistische ideologie: "toegenomen strijd tegen het bolsjewisme en voor alle het in die zin werkende Jodendom. […] Onder de bevolking van het bezette gebied is vaak een opgejutte stemming tegen de Joden. […] Aan de andere kant werd ook al vastgesteld dat draconische maatregelen tegen Joden bij enkele bevolkingsgroepen voor sympathie zorgden. Nadrukkelijke uitleg over het Jodendom onder de bevolking, juist in Oekraïne, is daarom nodig om voor een gesloten en een uniforme afleiding te zorgen. Dat er in plaats van represailles propaganda wordt gevraagd […]." Deze ambivalente houding zorgt ervoor dat het vermoeden, dat Stülpnagel de kritiek die op hem geleverd werd door Oberbefehlshaber van Heeresgruppe Süd Generalfeldmarschall Gerd von Recihenau door middel van een regimeconforme voltooiing wilde beëindigen. Vanwege zijn afkeur voor de bezettings- en veroveringspolitiek verklaarde Stülpnagel op 4 oktober 1941 zijn ontslag als Oberbefehlshaber van het 17de Armee. Dit stond officieel als ziektemelding gemeld.
Stülpnagel werd in februari 1942 als opvolger van zijn verre familie Otto von Stülpnagel tot Militärbefehlshaber in Frankrijk met zit in Parijs benoemd, wat hij tot 1944 bleef toen. Rond deze periode onderhield hij verder relaties met het verzet, onder andere door zijn medewerker Oberstleutnant der Reserve Caesar von Hofacker (1896-1944, geëxecuteerd in Berlijn Plötzensee).

20 juli 1944
Stülpnagel was bij de samenzwering van de officiers tegen Adolf Hitler op 20 juli betrokken. Het lukte hem in Parijs de belangrijkste functionarissen en leiders van de Schutsstaffel, de beveiligingsdienst van de Reichsführer SS en de geheime staatspolitie te arresteren.

Er werden in totaal 1200 medewerkers van het nationaalsocialistische regime gearresteerd. Hij probeerde vergeeflijk Oberbefehlshaber West, Generalfeldmarschall Günther von Kluge tot deelname aan de Putsch te wegen. Toen hij s ’nachts het bericht van het mislukken van de aanval aankwam, werd hij door Kluge uit zijn ambt gezet. Toen hij op 21 juli 1944 het bevel kreeg om zich bij het Oberkommando van de Wehrmacht in Wünsdorf bij Berlijn te melden, probeerde hij zichzelf dood te schieten. Daarbij verblindde hij zichzelf. In het ziekenhuis werd hij gevangengenomen en naar Berlijn gebracht, waar hij op 20 augustus 1944 door het Volksgerichtshof ter dood werd veroordeeld en op dezelfde dag in Plötzensee werd geëxecuteerd.

Karl Kitzinger werd opvolger van Stülpnagel als Militärbefehlshaber in Frankrijk.

Loopbaan:
1 april 1933: Leiter Abteilung Fremde Heere (T 3);
6 oktober 1936: Kommandeur 30. Infanterie-Division;
1 april 1938: Oberquartiermeister II;
1 september 1938: Oberquartiermeister I;
30 mei 1940: Kommandierender General II. Armeekorps;
22 juni 1940: Vorsitzender Waffenstillstandskommission (Wako), OKW;
20 december 1940: Oberbefehlshaber 17. Armee;
5 oktober 1941: Führerreserve
13 februari 1942 - 20 juli 1944: Militärbefehlshaber in Frankreich.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
General der Infanterie (Luitenant-Generaal der Infanterie)
Eenheid:
Militär-Befelhaber Frankreich, Heer
Toegekend op:
14 februari 1944
Deutsches Kreuz in Silber
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
General der Infanterie (Luitenant-Generaal der Infanterie)
Eenheid:
Oberbefehlshaber, 17. Armee, Heer
Toegekend op:
21 augustus 1941
Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes
Periode:
Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

Met zwaarden
Ritter des Königlicher Preussischer Hausordens von Hohenzollern mit Schwertern
Periode:
Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

Met Kriegsdekoration
Militärverdienstkreuz III. Klasse
Dienstauszeichnung der Wehrmacht  2. Klasse, 18 Jahre

Bronnen

  • Foto 1: Wikimedia Commons
  • - NARA Roll T-78 R893
    - Das Deutsche Kreuz 1941-1945, Geschichte und Inhaber Band II 393153345X
    - Rangliste des Deutschen Reichsheeres. Mittler & Soh, blz. 118