- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Marinier der Eerste Klasse
- Toegekend op:
- 21 december 1950
Voordracht:
"Heeft zich te Rotterdam door moedig optreden tegenover de vijand onderscheiden door op 13 mei 1940, ingedeeld bij een groep mariniers onder bevel van een mariniers der eerste klasse - welke groep behoorde tot een afdeling, welke opdracht had de Noordelijke kop van de verkeersbrug over de Maas over te overmeesteren, zodat vernieling van deze brug kon worden voorbereid - toen deze groep gedekt werd door de oprit aan de Maasbrug was aangekomen, na reeds ingezette groep de brug op te stormen waarbij spoedig in de rug en van voren zwaar vijandelijk vuurwerk werd ontvangen, als gevolg waarvan bij de voorafgaande groep de groepscommandant sneuvelde en een marinier werd gewond.
Desondanks na enige tijd toch weer voorwaarts te gaan en met een marinier de eerste klasse het verst op de bruggen op de brug door te dringen, vervolgens te trachten een op de brug liggen motorrijwiel, hetwelk het schootsveld van de mede gevoerde lichte mitrailleur belemmerde, opzij te duwen, waarbij hij opnieuw onder hevig vijandelijk vuur geraakte en het motorrijwiel werd getroffen.
Nadat de mitrailleurschutter kort daarna alleen terugtrok en sneuvelde, nog enkele uren ter plaatse stand te houden.
Vervolgens tegen de avond terug te trekken en zich aan te sluiten bij vijf overgebleven mariniers van de oorspronkelijke voorafgaande groep die door het verschuiven van een plaat van het brugdek zich op een pijler hadden laten zakken en daar dekking hadden gevonden.
Tenslotte door, toen op 14 mei daaraanvolgende het vijandelijk bombardement op Rotterdam en het in de nabijheid inslaan van vliegtuigbommen het wenselijk maakten de gedekte plaats onder de brug te verlaten, in het water te springen en na een poging benedenstrooms een schip te bereiken, hetwelk echter in brand geraakte, terug te springen te zwemmen nabij de Vier Leeuwenbrug een schip te bereiken en zich weer bij zijn onderdeel te melden."
K.B. nr. 82