Coquoin, Roger

Geboortedatum:: 14 maart 1897 (Gagny, Frankrijk)
Overlijdensdatum:: 29 december 1943 (Parijs, Frankrijk)
Nationaliteit:: Franse (1870-heden, Republiek)

Biografie

Na het behalen van het baccalaureaat werd hij in januari 1916 opgeroepen bij de artillerie.

Het valt op in Verdun en aan de Somme.

Gedemobiliseerd als tweede luitenant, keerde hij terug naar het werk aan het einde van de vijandelijkheden en begon hij farmacie te studeren en, tegelijkertijd met het examen voor de stage, bereidde hij achtereenvolgens de Sorbonne-certificaten voor in algemene scheikunde, algemene natuurkunde en fysische chemie.

In 1921 werd hij de stagiair van dokter Meillière in het ziekenhuis van Laënnec; in 1922 werd hij door professor Carnot gekozen als zijn laboratoriumhoofd in het Hôtel-Dieu. Hij is laureaat van de faculteit en van het internaat, en de zilveren medaille van het internaat en raakt bevriend met professor Richet, die aan zijn zijde het verzet zal aangaan.

Tijdens de oorlogsverklaring in 1939 weigerde Roger Coquoin te worden toegewezen aan Wetenschappelijk Onderzoek, terwijl hij sinds 1929 het scheikundig laboratorium aan de Academie voor Geneeskunde in Parijs had geleid en zich als reserve-officier bij het 237e Regiment had aangesloten. zware artillerie (237e RAL) ) in Dijon.

Kapitein tijdens de Franse campagne voerde het bevel over de 13e batterij van het regiment (155 kanonnen) die tijdens het Duitse offensief aan de Somme vijf vijandelijke tanks buiten werking stelde. Gewond op 5 juni 1940, stemde hij pas in met evacuatie als zijn mannen veilig waren. Gehospitaliseerd in de buurt van Parijs, dat spoedig zal worden binnengevallen, ontsnapte hij aan de Duitsers door met geïmproviseerde middelen Zuid-Frankrijk te veroveren.

Gedemobiliseerd op 27 juli 1940 keerde Roger Coquoin terug naar de hoofdstad waar hij zijn taken als hoofd van zijn laboratorium hervatte. Hij weigert te verslaan en zoekt al snel een manier om in contact te komen met Free France.

In januari 1941 ontmoette hij Honoré d'Estienne d'Orves, de eerste gezant die vanuit Londen werd gestuurd en verantwoordelijk was voor het Nimrod-inlichtingennetwerk. Vanaf die tijd organiseerde Roger Coquoin - alias François - clandestiene centra die verantwoordelijk waren voor het doorgeven van informatie over het bezettingsleger naar Londen. Tegelijkertijd streeft hij ernaar mannen, zeker en vastberaden, te rekruteren voor directe actie. Maar de arrestatie, op 22 januari 1941, van d'Estienne d'Orves maakte het contact met Londen erg moeilijk.

Begin 1942 ontmoette Roger Coquoin Maurice Ripoche, een jaar eerder oprichter van de verzetsbeweging "Die van de Bevrijding" (CDLL) en onder zijn bevel breidde hij de actie van de beweging uit, verzamelde nieuwe vrijwilligers in Parijs en in de provincies , vooral in Normandië, Champagne, Bourgondië, Vendée. Hij kwam in contact met andere clandestiene groepen in de bezette zone en zelfs in de zuidelijke zone. De verbindingen via radio en airdrops worden steeds regelmatiger en arrestaties steeds talrijker.

Bovendien stellen zijn capaciteiten in de chemie het in staat om ontstekers en schuurkorrels te ontwikkelen die bedoeld zijn voor Duitse vrachtwagens en het laboratorium van de Academie voor Geneeskunde luis dient regelmatig als een clandestiene ontmoetingsplaats met degenen die verantwoordelijk zijn voor de beweging, Ripoche en Médéric. .

In maart 1943, de arrestatie van Maurice Ripoche, uitgevoerd in Keulen op 20 juli, verliet Coquoin, alias Lenormand, alleen verantwoordelijk aan het hoofd van CDLL. Hij probeert tevergeefs om Maurice Ripoche te laten ontsnappen en duikt onder en zegt zijn baan op; Geconfronteerd met de bedreigingen die hem boven het hoofd hangen, moet hij ook zijn huis verlaten en nooit lang op één plek blijven.

Lenormand organiseert actie- en sabotagegroepen met een constante zorg om de verschillende bewegingen te verenigen, en brengt zo onmiddellijk de standpunten van "Max" - alias Jean Moulin - oprichter van de Nationale Raad van het Verzet (CNR) waarbinnen Coquoin de vertegenwoordiger was van CDLL van zijn eerste bijeenkomst in de rue du Four in Parijs op 27 mei 1943.

Vanaf juni 1943 verbond hij zich met de groepen van vrije korpsen die al in CDLL waren gevormd, die van de groep "Vengeance" van Dr. Vic Dupont en Wetterwald.

Toen in de zomer van 1943 het Geheim Leger (AS) in de noordelijke zone werd opgericht, kreeg Coquoin het bevel over regio P, die naast Parijs negen afdelingen omvatte. Hij werkt nauw samen met André Boulloche, militair afgevaardigde voor regio P, die medio september 1943 uit Engeland arriveerde.

Terwijl de greep van de Gestapo om hem heen verstevigt (doorzoeking van zijn laboratorium en van zijn familieleden) gaat Roger Coquoin op 29 december 1943 naar het huis van een van zijn plaatsvervangers in het gebouw aan de rue des Frères Périer 4 in Parijs. Het is een muizenval. Hij probeert te vluchten. Een salvo van machinepistolen trof hem en verwondde hem dodelijk. Overgebracht naar het Hôpital de la Pitié, stierf hij daar dezelfde dag; Zijn lichaam is nooit gevonden.