Bunker SB 3 Hautregard

Bunker SB 3 ligt aan de rand van een weiland tussen de dorpjes Hautregard en Ménobu. De bunker hoort bij sector Sougné-Becco (SB) van de 1e verdedigingslinie voor de stad Luik, la Posistion Fortifiée de Liège 1, (PFL 1).

De bunker bevindt zich in klein onaangeroerd bosperceeltje en is deels overwoekerd. Het een kleinere bunker met één geschutsopening voor een mitrailleur. De bunker is toegankelijk. Binnen is de binnenplaat die wel nog bij bunker SB 2 aanwezig was verwijderd. Ook deze bunker beschikte over een Maxim-mitrailleur. De muren van de bunker zijn aan alle zijden 1.3 meter dik van gewapend beton.

Op foto 4 en 5 zie je een klein metalen luikje. Dit luikje gaf toegang tot de granaatgoot, voor nabijheidsverdediging. Men kon via deze goot een handgranaat naar buiten laten vallen. Deze viel dan via een opening aan de onderzijde van de bunker naar buiten.

De twee ronde gaten boven de geschutsopening zijn ventilatiegaten. Enerzijds voor verse lucht, maar anderzijds voor afvoer van rookgassen als gevolg van mitrailleursalvo's. De ruimte zou binnen afzienbare tijd vol rookgassen hangen, wat voor de aanwezige soldaten bedwelmend werkte.

De haken aan de muur waren om uitrusting aan op te hangen. De plankdragers waren bedoelt om materialen weg te zetten zodat men er niet over kon struikelen. Te bedenken valt dat deze (en de meeste bunkers) niet waren aangesloten op het electriciteitsnet. Er kon een stormlamp aan het plafond, aan daarvoor speciaal aangebrachte haak (zie foto 5), worden opgehangen. Meer verlichting was er niet.

Zoals bij de meeste bunkers zijn na de oorlog toen de bunkers hun strategische waarde hadden verloren, de metalen luiken en deuren verwijderd en verkocht als schroot. Ook kwam het voor dat de bunkers tijdens de oorlog ontdaan werden van ijzer door de Duitsers en omgesmolten werd voor andere doeleinden. Als er gietijzeren observatiekoepels aanwezig waren, werden deze hergebruikt bij o.a. de atlantikwal.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

• Tekst: Ed Lewandowski
• Foto's: Ed Lewandowski