In 1944 moesten ongeveer 40.000 dwangarbeiders in Gelsenkirchen zwoegen. Ze kwamen uit Oost-Europa en waren ondergebracht in kampen verspreid over de hele stad. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog viel het staatsbestel van het ‘Derde Rijk’ uiteen. Standrechtelijke rechtbanken zaaiden angst en terreur. Ook de dwangarbeiders werden nu door de bevolking als een bedreiging gezien: Uit angst voor wraak en ter afschrikking werden ‘preventieve maatregelen’ genomen.
In Gelsenkirchen vonden in de laatste dagen van de oorlog verschillende executies van ‘Oost-arbeiders’ plaats. Kort voor de komst van de geallieerden werden in de Stadtgarten negen Sovjet-dwangarbeiders doodgeschoten. Hun lichamen werden op initiatief van de Britten in het voorjaar van 1946 opgegraven.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!