Tijdens de Tweede Wereldoorlog bevond zich in Maribor het krijgsgevangenkamp Stalag VXIII-D. Het kamp dat was opgezet rond een douane-entrepot en oude kazernegebouwen werd na de overgave van het de Joegoslavische leger in juni 1941 in gebruik genomen. Het was aanvankelijk bestemd voor voor soldaten uit het voormalige Koninkrijk Joegoslavië, Griekenland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Australië en Nieuw-Zeeland. Na een slechte behandeling in de beginperiode trad daarin later verbetering op. Omdat de gevangenen uit deze landen onder de Conventie van Genève inzake de behandeling van krijgsgevangenen vielen, werden zij daarom ook door het Rode Kruis als krijgsgevangenen geregistreerd.
Na het begin van 'Operatie Barbarossa' werd een afzonderlijk deel van het kamp bestemd voor Russische gevangen. De Sovjet-Unie had dit verdrag niet ondertekend, en of dit enig verschil maakte of niet de Russische gevangenen werden beestachtig behandeld. Er was sprake van massale uithongering, mishandeling en marteling en het grootste deel van de Russische gevangenen die tussen de herfst van 1941 en het voorjaar in Maribor terecht zijn gekomen is daar, of er al onderweg naar toe bezweken. De taferelen die zich hier hebben voorgedaan deden niet onder voor die in de meest beruchte nazi-kampen.
Tegenwoordig is één van de gebouwen het MRC (International Research Centre for WWII ) Maribor gevestigd. Deze organisatie doet met ondersteuning door o.a. de overheid van de Russische Federatie, onderzoek naar het lot van de slachtoffers. Ook is er een museum waarin aandacht is voor de geschiedenis van het kamp en voor de Duitse bezetting van Maribor en omstreken.
Voor de actuele bezoekersinformatie, kunt u terecht op de website van het museum.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!