TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Stolpersteine Grietgasse 25-26

Deze Stolpersteine (ook wel Struikelstenen genoemd) herdenken:

* Hermann Friedmann, geb. 1870, gearresteerd 1938, Buchenwald, dood ten gevolge van gevangenschap 15.2.1940.
* Klara Friedmann geb. Friedmann 1866, gedeporteerd 1942, Theresienstadt, vermoord 6.1.1944.

Achtergrond
Hermann Friedmann, een slager, en zijn vrouw Klara verhuisden in 1892 naar Jena waar hij begon als zelfstandige groothandel in darmen en bont [Darm- und Fellgroßhändler]. Bij Grietgasse 25/26 startte hij vervolgens een bedrijf in slagerijbenodigdheden, dat uitgroeide tot een internationaal bedrijf. De Friedmanns deden het goed. Ze kochten een villa aan de Scheidlerstraße 3 en hadden een chauffeur, een kok en een oppas voor hun kinderen, Arthur en Martha.

Hermann Friedmann was toegewijd aan het traditionele Joodse leven in Jena, en hun villa werd een onofficieel Joods centrum met religieuze diensten, festivals en onderwijs. Vanaf april 1933 nam de vijandigheid tegen joden toe. Op de Reichspogromnacht in november 1938 werden Hermann en zoon Arthur gearresteerd en naar Buchenwald gedeporteerd. Op een bepaald moment in dat jaar werden Hermann en Klara gedwongen hun bedrijf over te dragen aan nieuwe "Arische" eigenaren. Arthur werd kort na de arrestatie vrijgelaten, maar Hermann zat meer dan een jaar vast. Begin december 1939 werd Hermann Friedmann eindelijk vrijgelaten, maar hij was ernstig ziek. Hij stierf twee maanden later.

Klara werd gedwongen het huis van de Scheidlerstraße te verkopen. Daarna moest ze huur betalen om daar te gaan wonen met haar dochter en haar man, die van Rudolstock naar Jena waren verhuisd. In februari 1942 moest Klara verhuizen naar een "Wagonlager" aan de Löbstedter Straße. Vandaar werd ze in september naar Theresienstadt gedeporteerd, waar ze 17 maanden later stierf.

De zoon van de Friedmanns, Arthur Friedmann, kon naar de Verenigde Staten vluchten.

Hun dochter en haar man, Martha en Alfred Walter, hadden niet zoveel geluk. Op 10 mei 1942 werden ze gedeporteerd naar het getto van Belzyce in Polen, waar de sporen ervan verdwenen. Hun officiële status is 'vermoord'. Stolpersteine ​​voor Martha en Alfred Walter zijn op Scheidlerstraße 3 in Jena.
"Stolpersteine" is een kunstproject in Europa van Gunter Demnig ter herdenking van slachtoffers van het Nationaal-Socialisme (nazisme). Stolpersteine (struikelstenen) zijn kleine, 10x10cm messing plaquettes geplaatst in de stoep voor de laatste vrijwillige residentie van (meestal Joodse) slachtoffers die zijn vermoord door de nazi's. Elke plaquette is gegraveerd met de naam van het slachtoffer, de geboortedatum en de plaats (meestal een concentratiekamp) en de datum van overlijden. Op deze manier geeft Gunter Demnig een individueel gedenkteken aan elk slachtoffer. Eén steen, één naam, één persoon. Hij citeert de Talmoed: "Een mens wordt alleen vergeten als zijn of haar naam wordt vergeten."

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

50.926312, 11.58548