TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

V-1 Feuerstellung Proven

Naast Frankrijk waren ook in West-Vlaanderen lichte V1-bases voorzien. Hier was om camouflageredenen alleen nog het strikt noodzakelijke aanwezig: de richttent en de afvuurhelling. De richtplaat was ruim 12 bij 12 meter, was overdekt met een tentvormige constructie op houten palen en voorzien van een schuifdeur. de gaten voor de ondersteunende palen en de sleuf voor de schuifdeur zijn er nog.

In de richttent werd de V1 opgehangen aan een houten galg om die op Londen of een ander doelwit te richten. Ook de gaten voor die galg zijn nog te zien, net als de gradenboog. (Dit alles is moeilijk te zien natuurlijk met al die bladeren die er lagen toen wij er waren).

Hier werd ook het magnetisch kompas afgesteld. Daarom mocht er in een straal van 35 m. ijzer noch staal aanwezig zijn Van hier uit werd de V1 op een houten wagentje naar de lanceerhelling gereden. Het hout voor de galg en de richttent lag kant en klaar om op te trekken. V1 afvuren was op deze site nog een kwestie van 48 uur.

De V1 was zeker geen precisiewapen. hij had een afwijking van gemiddeld 2° of ca. 12km na 250km vlucht. Daarom was hij niet geschikt voor het slagveld maar eerder als een terreurwapen tegen voldoende grote burgerdoelwitten.
In West-Vlaanderen waren er in augustus 1944, 18 V1 basissen gebouwd. Op 14 plaatsen was het betonwerk al klaar en op enkele zelfs al de lanceerhelling gezet.
Op 1 september 1944 stond het personeel in het Poperingse klaar om 4 hellingen in gebruik te nemen. Onder druk van de oprukkende geallieerden werd de operatie 's avonds afgeblazen. Er is dus nooit vanuit West-Vlaanderen een V1 afgevuurd.

De lanceerhelling was bijna 50m lang en op het einde 5 meter hoog. De lanceerhelling ondersteunde de lanceerbuis. Door die lanceerbuis werd met een heftige scheikundige reactie een 140kg zware plunjer gejaagd. Die plunjer sleurde op zijn beurt de V1 mee met een haaienvin die door een gleuf in de buis stak.
De V1 was uitgerust met een pulsejetmotor. Die eenvoudige, buisvormige motor draaide maar constant bij een snelheid van ca. 400km per uur. Daarom diende de V1, in tegenstelling tot de V2-raket, van een vaste helling gelanceerd te worden. Op eigen kracht versnelde de V1 tot een snelheid van ca. 600km per uur.
Van deze helling hier, zijn nog 2 dubbele steunblokken bewaard gebleven. De zes paar enkele zijn gesloopt of gerecycleerd door mensen in de buurt.

Op deze site is ook de afvuurplaat bewaard. In feite is dit een blok van ca. 19m³ gewapend beton dat de enorme terugstoot van de lancering diende op te vangen. De dwarse gleuven dienden om de stoomcatepult met de scheikundige stoffen te verankeren. De lange sleuven waren er voor de rails waarop het wagentje met de V1 precies op de lanceerhelling kon aansluiten.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

  • Tekst: Bertrand Nollet & Fedor de Vries
  • Foto's: Bertrand Nollet & Ludo Decock