TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Krijgsgevangenenkamp Stalag VIII F/318 Lamsdorf

Stalag 318/VIII F (later hernummerd tot Stalag 344) in Lamsdorf was een van de grootste en meest tragische krijgsgevangenenkampen in bezet Europa, dat in gebruik was tussen juli 1941 en maart 1945. Het werd vooral berucht vanwege de catastrofale omstandigheden waarin Sovjetgevangenen leefden, van wie er tienduizenden omkwamen.

Het kamp werd in de zomer van 1941 opgericht op een terrein dat al bekend was van eerdere interneringsfaciliteiten uit de Frans-Duitse Oorlog en de Eerste Wereldoorlog. Toen de eerste Sovjetgevangenen na de Duitse inval in de USSR arriveerden, waren er nog geen barakken gebouwd. Duizenden mannen werden gedwongen onder de blote hemel te leven, en later in kuilen die in de grond waren gegraven, totdat er in 1942 rudimentaire houten hutten werden gebouwd. Tijdens de oorlog onderging het kamp verschillende administratieve veranderingen: het werd eerst Stalag 318 genoemd, vervolgens Stalag VIII F, en uiteindelijk ondergeschikt aan Stalag VIII B, waarna het opnieuw Stalag 344 werd genoemd. Ondanks deze bureaucratische verschuivingen bleef de essentiële functie hetzelfde: het huisvesten van enorme aantallen gevangengenomen soldaten, overwegend van het Rode Leger.

Het sterftecijfer onder Sovjetgevangenen was catastrofaal. Van de ongeveer 200.000 Sovjetkrijgsgevangenen die Lamsdorf passeerden, stierven er ongeveer 40.000 door honger, ziekte, blootstelling aan de elementen en mishandeling. Het kamp werd bekend als het "Russenlager", een plaats van opzettelijke verwaarlozing en racistische wreedheid. Ook andere groepen werden er vastgehouden, waaronder Italianen na 1943, Joegoslaven, Grieken, Roemenen en kleinere aantallen Polen en Fransen. In 1944 ontving het kamp ongeveer 6000 gevangengenomen deelnemers aan de Opstand van Warschau, samen met 1600 Slowaakse opstandelingen. Onder hen bevonden zich vooraanstaande figuren zoals kapitein Witold Pilecki, historici Aleksander Gieysztor en Witold Kula, en schrijvers zoals Roman Bratny. Voor deze gevangenen boden culturele en educatieve activiteiten een manier om te overleven, hoewel dergelijke mogelijkheden de Sovjetgevangenen vrijwel volledig werden ontzegd.

De omstandigheden in het kamp waren aanhoudend zwaar. Overbevolking, honger en dwangarbeid bepaalden het dagelijks leven, en epidemieën verspreidden zich snel. Het contrast tussen de behandeling van Sovjetgevangenen en die van Britse of West-Europese krijgsgevangenen in naburige kampen was schril, wat de raciale hiërarchie van het nazibeleid weerspiegelde. In januari 1945, terwijl het Rode Leger oprukte, evacueerden de Duitsers het grootste deel van de kampbevolking te voet tijdens barre wintermarsen. De zieken, grotendeels Sovjetgevangenen, bleven achter; velen stierven vóór de bevrijding op 17 maart 1945.

Vandaag de dag zijn er nog slechts fragmenten van het kamp over: een omheind terrein met een gereconstrueerde wachttoren en resten van een barak. Een granieten monument, opgericht in 1997, herdenkt de opstandelingen uit Warschau die er gevangen zaten.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

50.5688881, 17.55900413