De Japanse verrassingsaanval op Pearl Harbor, op 7 december 1941, was niet alleen een schok voor de Amerikanen. Ook voor hun bondgenoten was de tactisch geslaagde luchtaanval op de slagschepen in de Amerikaanse basis in Hawaï een morele klap. Dit werd alleen maar versterkt door de snelle opeenvolgende Japanse overwinningen in de daaropvolgende maanden. In een ongelooflijk hoog tempo veroverden de Japanners geallieerd grondgebied zich uitstrekkend van Birma, Singapore en Nederlands Oost-Indië tot eilanden in Polynesië. Om het moreel te verbeteren vroeg president Franklin Delano Roosevelt, reeds twee weken na de aanval op Pearl Harbor, aan zijn hoogste stafofficieren, General George C. Marshall, General Henry H. Arnold en Admiral Ernest J. King, om een manier te bedenken hoe de Verenigde Staten een aanval konden doen op Japan zelf en wel zo snel mogelijk. Hoewel de stafofficieren zelf niets liever zouden doen, leek een aanval op Japan op dat moment onmogelijk.