Het Kriegsabzeichen für Minensuch-, U-boots-, Jagd- und Sicherungsverbände (Mijnenvegers, Onderzeeboot, Jagers en Escorte vaartuigen speld) beter bekend als het Minensuchabzeichen (Mijnenveger Speld) werd ingesteld op 31-08-1940 door de opperbevelhebber van de Kriegsmarine, Admiraal Erich Raeder. Hij gaf Otto Placzek de opdracht om een onderscheiding te ontwerpen voor de mijnenveegdienst van de Kriegsmarine. Dit om de matrozen en officieren van de Kriegsmarine en de koopvaardijvloot in marinedienst te kunnen onderscheiden. Deze onderscheiding werd na 1943 ook uitgereikt aan leden van de Luftwaffe Marine-Sicherungs-Verbände.
De onderscheiding bestaat uit een goudkleurige krans van eikenbladeren, met in het midden een grote zilverkleurige fontein die oprijst uit de onderliggende golven van de zee. Deze golven en de zee zijn donker zilver/zwartkleurig. Het idee voor de waterfontein is geïnspireerd door een propaganda foto die in een militaire publicatie van "Fahrten und Flüge gegen England" uit de zomer van 1940 stond. De krans is opgemaakt uit, aan beide kanten 7 bundels van 2 eikenbladeren, met een enkel blad aan de bovenkant die half verscholen gaan onder de adelaar. Elke kruising van de bundels wordt onderbroken door een tweetal eikels. De adelaar heeft gespreide vleugels en houdt een hakenkruis in zijn klauwen. De onderkant heeft een knoop, die gevormd is door 3 verhoogde lijnen, met in elke hoek een eikel. De onderscheiding is 54 mm lang, dit gezien vanaf de onderkant tot aan de top van de adelaarskop en de breedte is 43,5mm. De breedte van de krans is 7,5 mm en de spanwijdte van de adelaar bedraagt 28 mm. Er zijn ook versies bekend waarvan de lengte 56 mm, de breedte 45 mm, de krans 8 mm en de spanwijdte 30 mm zijn.
Aan de achterkant zit meestal een brede verticale speld, maar er zijn ook uitvoeringen waarbij deze speld korter is en dan horizontaal bevestigd is. Bij deze uitvoering zit er tevens nog een haakje achter de adelaarskop bevestigd. De meeste onderscheidingen hebben het muntmeestersteken op de achterkant staan en zijn opgemaakt met een zilveren toplaag, terwijl anderen zijn verguld. Deze zijn meestal van een latere productie. De kwaliteit van deze onderscheiding verschilt sterk. De exemplaren van de hoogste kwaliteit zijn gemaakt van brons, deze zijn fijn gedetailleerd en hebben een gesegmenteerd hakenkruis. De krans is zeer fraai verguld, bij sommige exemplaren zijn de waterfontein en de golven verzilverd. De golven zijn chemisch geblauwd of gezwart. De mindere exemplaren zijn van zink of bontmetaal. Deze onderscheidingen zijn van een slechte kwaliteit met een zeer matige afwerking.
De hoofdproducent was Schwerin uit Berlijn. (FEC. OTTO PLACZEK AUSF. SCHWERIN BERLIN) Enkele andere bekende makers zijn: F.W. Assmann & Sohn uit Lüdenscheid, (A) Adolf Scholze uit Grunwald ad N., (A.S. of A.S) Rudolf Karnet & Sohn uit Gablonz ad N., (R.K.) Aurich uit Dresden, (LM) Rudolf Souval uit Wenen, (R.S.) Wilhelm Deumer uit Lüdenscheid, (L/11) Steinhauer & Luck uit Lüdenscheid, (L/16) B.H. Mayer uit Pforzheim, (L/18) en Hymmen & Co uit Lüdenscheid. (L/53)
De onderscheiding werd uitgereikt in een papieren zak met een afbeelding van de onderscheiding in zwart erop gestencild. De papieren zak kon verschillende kleuren hebben. Het was ook mogelijk dat de onderscheiding in een blauwe doos met een marine blauwe pluizige bodem en met een met witte zijde bekleed deksel werd uitgereikt. In beide gevallen zat er een standaard oorkonde bij. De onderscheiding werd gedragen op de linkerborstzak onder het IJzeren Kruis 1ste Klasse of gelijkwaardige onderscheiding.
De criteria om deze onderscheiding te kunnen ontvangen waren:
- Bij deelname aan 3 operationele missies,
- als de ontvanger gewond raakte tijdens de reis,
- als het schip door de vijand tot zinken was gebracht,
- bij voorbeeldig gedrag tijdens het vervullen van taken over een periode van 6 maanden,
- het voltooien van een speciale gevaarlijke missie in een met mijnen bezaaid gebied,
- na escorte dienst van in totaal 25 dagen of meer of
- Een missie heel succesvol verlopen was.
Naam | Geboortedatum | Overlijdensdatum | Onderscheidingen | |
---|---|---|---|---|
Haack, Wolfgang (Flottillenadmiral) | 16-01-1910 | 00-00-1991 | ||
Hagenau, Karl-Heinz (U-34) | 31-08-1919 | 00-00-1993 | meer | |
Halasz, Hans (14. Unterseebootsjagdflottille) | 02-09-1910 | |||
Hanser, Franz | ||||
Harpe, von, Richard (U-3519) | 19-08-1917 | 02-03-1945 | ||
Hauβmann, Heinz | ||||
Haxthausen, von, Elmershaus | 21-02-1915 | 15-11-1985 | meer | |
Hente, Jan-Werner | 26-04-1925 | 12-12-1989 | meer | |
Hess, Hans-Georg | 06-05-1923 | 29-03-2008 | ||
Hesse, Erwin | ||||
Heynsen, Rudolf | 22-08-1890 | 26-05-1974 | ||
Holst, Waldemar | 14-09-1907 | 17-05-1975 | ||
Horn, von, Gerhard Hans-Helmuth dipl.-ing. (V 715) | 02-06-1901 | |||
Huljus, Berthold | 05-12-1920 | 04-11-1973 | ||
Hörenz, Erich |