Per War Department Circular 21, dated 20 February 1940 introduceerde de Army Air Forces (USAAF) een reeks pilotenbadges, die tot op de dag van vandaag in gebruik zijn. De Pilot Badge werd uitgereikt op drie niveaus: Pilot, Senior Pilot en Command Pilot.
Tussen augustus 1941 en november 1942 werd het Enlisted Aviator-programma nieuw leven ingeblazen. Kandidaten moesten minimaal 18 jaar oud zijn, een middelbareschooldiploma bezitten en tot de besten van hun klas behoren. Afgestudeerden werden Flight Staff Sergeants of Flight Technical Sergeants en droegen dezelfde pilotenvleugels als officieren. Ze vlogen doorgaans op transport- en hulpvliegtuigen om officieren te bevrijden voor bommenwerpers en gevechtsvliegtuigen. Hulppiloten hadden kenmerkende vleugels die hun specialiteit aangaven. In november 1942 werden alle ingelijfde piloten bevorderd tot Flight Officer, terwijl cadetten werden gerangschikt tot Flight Officers of Second Lieutenants, op basis van verdienste.
Om hun vleugels te verdienen, moesten piloten de vliegopleiding (primair, basis en gevorderd) succesvol afronden en een luchtvaartbevoegdheid behalen.
Beschrijving
De Pilot Wing had een zilverkleurig vleugelontwerp, dat symbool stond voor vlieg- en luchtvaartexpertise. In het midden stond een reliëfschild dat de Army Air Forces vertegenwoordigde, wat het onderscheidde van andere luchtvaartemblemen. De vleugels staken naar buiten uit en benadrukten de snelheid en wendbaarheid van militaire piloten.
Dit ontwerp is in 1919 geïntroduceerd en is tijdens de Tweede Wereldoorlog nauwelijks veranderd. Er bestaan wel veel variaties.