TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

The Tanks of Operation Barbarossa: Soviet versus German Armour on the Eastern Front

Titel: The Tanks of Operation Barbarossa: Soviet versus German Armour on the Eastern Front
Schrijver: Boris Kavalerchik
Uitgever: Pen and Sword Military
Uitgebracht: 2018
Pagina's: 288
ISBN: 1473886805
Omschrijving:

Het boek 'The Tanks of Operation Barbarossa: Soviet versus German Armour on the Eastern Front' (2018) van auteur Boris Kavalerchik geeft een zeer gedetailleerd overzicht van: de ontwikkeling, de rol en inzet van tanks, de ontwikkeling van tanks in Hitler-Duitsland en de Sovjet-Unie, de tactische doctrines, de sterke en minder sterke punten van tanks en tankgevechten in Litouwen. De titel is misleidend omdat het boek eigenlijk niet op Operatie Barbarossa focust, maar een hele achtergrondgeschiedenis schetst van tanks. Daarbij komt bijvoorbeeld de ontwikkeling van de Duitse tanks zoals de Panzerkampfwagen I, II, III en IV uitgebreid aan bod. Het enige hoofdstuk wat direct betrekking heeft op de titel is hoofdstuk elf getiteld 'The Tank Battle of Raseiniai, Lithuania, 1941'.

Gedetailleerd is het boek zeker. Het gaat in op alle details van de belangrijkste tanks die Hitler-Duitsland, vanaf de dertiger jaren tot en met 1941, in haar arsenaal had. Ook de tanks van de Sovjet-Unie worden besproken. Eigenlijk is die uitgebreide informatie helemaal niet nodig en was het voldoende geweest om in te zoomen op de gebeurtenissen vanaf en na 22 juni 1941. Gevechten tussen tanks kwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog voor, maar tanks waren vooral bedoeld om infanterie te ondersteunen en vuursteun te verlenen. Bijzonder interessant zijn de tekeningen in het boek, die laten zien op welke afstanden tanks elkaar kunnen uitschakelen (frontaal en in een hoek van dertig graden). Opgemerkt dient te worden dat de gegevens niet altijd correct zijn. Zo kan de T-26 lichte tank de Duitse Panzerkampfwagen II en III vanaf de voorkant uitschakelen (in het boek staat dat dat niet kan, er wordt ook niet gezegd om welke type T-26 tank het gaat). Het 45mm kanon (20-K) dat gemonteerd was in de nieuwste T-26 tanks was wel degelijk in staat om het frontale pantser van de genoemde Duitse tanks vanaf een bepaalde afstand te doorboren (helemaal als de 45mm granaten de kijk- of richtvensters aan de voorkant van de romp of de koepel doorboorden en ook met nieuwe munitiesoorten).

Ook zijn de gegeven afstanden niet altijd correct. Gezaghebbende publicaties zoals 'WWII Ballistics: Armor and Gunnery' van Bird en Livingston geven correcte penetratiewaarden voor de tankkanonnen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ingezet. Daarin staan waarden die niet altijd overeenkomen met de gegeven afstanden, die in het boek van Kavalerchik worden genoemd. Zo was de T-34 (T-34-76) tank in staat elke Duitse tanks, inclusief de nieuwste Panzerkampfwagen III en IV, in theorie tot op grote afstand uit te schakelen, gezien het feit dat het Duitse frontale koepelpantser 30 tot 70mm dik was (inclusief extra platen). Afgezien daarvan kon de T-34 tank de Duitse tanks vanaf de zij- of achterkant in theorie tot op een kilometer of verder vernietigen (de richtoptieken en het weer lieten die afstanden meestal niet toe). Een van de afbeeldingen in het boek (figuur 16) toont een Panzerkampfwagen IV (PzKpfw IV Ausf. F) en een zware KV (KV-1) tank. Daarbij staat dat de KV onkwetsbaar is voor de Panzerkampfwagen IV tot op een afstand van 420 meter (hetgeen onjuist is want de KV-1 was onkwetsbaar voor het 75mm KwK 37 L/24 kanon van de Panzer IV tot op veel grotere afstand. Sterker nog: het 75mm kanon van de Panzer IV kon de KV vanaf de voorkant tot op middellange of lange afstand niet uitschakelen). Omgekeerd kon de KV-1 de Panzer IV in theorie tot op een kilometer of verder uitschakelen (in het boek staat 420 meter, in de praktijk bedroeg de maximale afstand plusminus 800 meter door de matige kwaliteit van de richtoptieken). Een ander voorbeeld is figuur 15 waarbij een Panzerkampfwagen IV (Ausf. F) en een T-34-76 tank met elkaar worden vergeleken. Die afbeelding is grotendeels correct: de Panzerkampfwagen IV (Ausf. F) was niet in staat de T-34 (T-34-76) tank frontaal te doorboren (romp). De T-34 kon de Panzer IV in theorie tot op een afstand van een kilometer of verder uitschakelen.

Afbeelding 10 (figuur 10) is niet correct. Er staat dat de lichte BT-7 niet in staat was het frontale pantser van de middelzware Panzer III Ausf. J te doorboren. Kijkventsters en de openingen en andere zwakke plekken in de koepel konden in werkelijkheid doorboord worden met 45mm granaten. Het valt overigens te betwijfelen of het frontale pantser vanaf geen enkele afstand doorboord kon worden, de penetratiewaarden van 45mm pantsermunitie in het gezaghebbende boek 'WWII Ballistics: Armor and Gunnery' bewijzen het tegendeel (59mm staal tot op een afstand van honderd meter: in staat om de Panzer III vanaf de voorkant te doorboren). Zwakke plekken aan de voorkant van de romp van de tank konden in theorie ook doorboord worden. Wel dient opmerkt te worden dat de munitie voor het 45mm kanon (BR-240) in het begin van de oorlog (1941) soms niet van goede kwaliteit was. Dat had een groot effect op het vermogen om staal te doorboren. Later werd dat voor een deel opgelost door nieuwe munitiesoorten te introduceren en de bestaande munitie te verbeteren. Daarentegen had de 76mm pantsermunitie een vernietigender effect (de TNT inhoud bedroeg plusminus 155 gram). Waar 76mm munitie voor de T-34 en de KV tanks beschikbaar was bleek het in staat de Duitse tanks betrouwbaar vanaf de zij- en achterkant vanaf grotere afstand te doorboren, zo lezen wij.

De volgende hoofdstukken komen aan bod: 1) The Main Factors that Determine the Design of Tanks; 2) The Role of Tanks; 3) Germany's Panzer Force; 4) The Wehrmacht's Panzer; 5) German Panzers in Combat; 6) Soviet Armoured Forces; 7) The History of Tanks in the Red Army; 8) Pre-war Soviet Tanks; 9) Qualitative Characteristics of the Tanks; 10) The Survivability of Tanks and Crews; 11) The Tank Battle of Raseiniai, Lithuania, 1941 en 12) The Results of the Initial Fighting. Hoofdstuk vijf gaat over de inzet van Duitse tanks. Men kan zich afvragen waarom dat hoofdstuk relevant is voor het boek. Het gaat immers niet om de tankgevechten tussen Duitse en Poolse tanks of Duitse en Franse tanks, maar om gevechten tussen Duitse en Sovjettanks. Zoals gezegd geldt dat voor meerdere delen in het boek, teveel details die geen of weinig betrekking hebben op de titel. Zeer interessant echter zijn de eerder genoemde afbeeldingen (figuren) van tanks die elkaar vanaf bepaalde afstanden kunnen uitschakelen (PzKpfw 38(t), Panzerkampfwagen II, Panzerkampfwagen III en Panzerkampfwagen IV versus T-26, BT-7, T-34 en KV-1). Daarin komt naar voren dat de Sovjet T-34 en KV de sterkste Sovjettanks zijn. Naast de genoemde hoofdstukken heeft het boek meerdere aanhangsels (appendices) met uitgebreide informatie (technische gegevens).

Het belangrijkste aspect in het boek of de kern waar het in het boek om gaat, waarom de Duitse Wehrmacht de Sovjettanks vanaf 22 juni 1941 in zeer groten getale kon uitschakelen, kan in een veel minder dik boek worden beantwoord. De Sovjet-Unie had op 22 juni 1941 weliswaar meer tanks (het boek geeft een totaal van plusminus 23.000 tanks waarvan een 16.000 tot 17.000 operationeel, andere bronnen noemen 20.000 tot 22.000 als totaal), maar het merendeel van de tanks was te licht gepantserd om Duitse granaten uit antitankwapens (3.7 cm Pak 35/36 en de 5 cm PaK 38 kanonnen) of de 3,7, 5 en 7,5 cm tankkanonnen tegen te houden. Niet alleen bestonden de tanks van het Rode Leger grotendeels uit licht gepantserde voertuigen, er waren ook grote problemen op tactisch en operationeel vlak. Het Rode Leger was door Stalins zuiveringen in de dertiger jaren ernstig verzwakt. Dat bloedvergieten (het executeren van militaire kopstukken) had een zeer ernstig effect op de professionaliteit van het leger. Zo was het Rode Leger in 1941 minder goed getraind dan de Wehrmacht, werd het over het algemeen door minder bekwame militairen geleid. Het materiaal werd vaak niet zo goed of zelfs slecht ingezet zonder de ondersteuning van andere (pantser)voertuigen, vliegtuigen of artillerie of door de slimme inzet van antitankwapens. Van het terugtrekken van soldaten mocht vaak geen sprake zijn. Met andere woorden: het over het algemeen slecht geleide en vaak niet goed getrainde Rode Leger werd voor een groot deel overrompeld door het beter getrainde Duitse leger, dat vanaf 1939 veel meer gevechtservaring had opgedaan. De combinatie van een onbekwame, vaak zelfs incompetente Sovjet-legerleiding en de snelle en slechte training van tankbemanningen, veroorzaakt door hogerhand (Stalin en top), uitgerust met grotendeels verouderde en licht gepantserde tanks, had een desastreus effect. De beter getrainde Wehrmacht met zijn veel grotere gevechtservaring walste op 22 juni 1941 over het Rode Leger heen alsof het uit papier bestond.

Wat tanks betreft waren de middelzware Sovjet T-34 tank en de zware KV (KV-1) kwalitatief goed materiaal. Beide tanks konden de meeste Duitse granaten uit tankkanonnen af laten ketsen (vooral vanaf de voorkant) en waren beter bewapend en gepantserd dan alle Duitse tanks inclusief de van oorsprong Tsjechische PzKpfw 35(t) en 38(t). Het boek gaat in op die Sovjettanks en stelt dat die tanks, ondanks hun pluspunten, door het gebrek aan een goede inzet en training van tankbemanningen vaak hun volledige potentieel niet konden benutten. De technische superioriteit van de T-34 en de KV wat betreft vuurkracht en bepantsering (kwaliteit van richtoptieken, glas en interne techniek buiten beschouwing gelaten) kon de Duitse Wehrmacht in juni 1941 niet tegenhouden omdat de training van legers en eenheden doorslaggevend was. Het gebrek aan slimme militaire tactieken en ervaren legerleiders aan de Sovjetkant had een zeer grote invloed op het feit dat veel T-34 en KV tanks vanaf juni 1941 door Duitse soldaten (antitankeenheden) werden vernietigd. Nog afgezien van het feit dat de Duitse Luftwaffe regelmatig met succes Sovjettanks aanviel. Het gebrek aan reserveonderdelen om de Sovjettanks te repareren, speelde ook een rol naast het feit dat de genoemde tanks in 1941 vaak door hun tankbemanningen werden achtergelaten of vernietigd. Transmissie- en motorproblemen van de tanks vormden tevens een van de vele andere problemen waar het Rode Leger in juni 1941 mee kampte.

Samengevat kunnen we opmerken, dat het boek zeer gedetailleerd is, maar vaak niet over Operatie Barbarossa gaat. De informatie over tanks is interessant, maar vaak te uitgebreid en niet relevant. Beter zou zijn geweest de informatie specifiek op Operatie Barbarossa te richten waarbij een korte introductie van de belangrijkste Duitse en Sovjettanks op zijn plaats zou zijn geweest. De ontwikkeling van tanks in Hitler-Duitsland en de Sovjet-Unie beschrijven is niet nodig om de hoofdvraag in het boek, waarom de Sovjet-Unie wat tanks betreft in 1941 een zeer grote nederlaag tegen de Duitse Wehrmacht leed, te beantwoorden. Afgezien van die verbeterpunten zijn de 'tank duels' in het boek interessant. Zij geven een visueel overzicht van de door de Duitsers en Sovjets ingezette tanks in 1941. Daarbij wordt een beeld geschetst vanaf welke afstanden zij aan de voorkant kwetsbaar zijn (afgezien van enkele te betwijfelen afstanden). Ondanks de genoemde kritiekpunten is het boek handig om te gebruiken als naslagwerk om informatie over specifieke aspecten of interessegebieden op te zoeken. De gedetailleerde informatie komt daarbij goed van pas!

Beoordeling: Goed

Informatie

Artikel door:
Ruben Krutzen
Geplaatst op:
25-07-2018
Laatst gewijzigd:
24-08-2018
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen