TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Panzerketten: Die Gleisketten der deutschen Kettenfahrzeuge des Zweiten Weltkriegs

Titel:Panzerketten: Die Gleisketten der deutschen Kettenfahrzeuge des Zweiten Weltkriegs
Schrijver:Schwarzmann, P.
Uitgever:Brandenburgisches/Siegler
Uitgebracht:2013
Pagina's:279
Taal:Duits
ISBN:9783943883008
Omschrijving:

Over pantservoertuigen zijn veel boeken geschreven. Publicaties over rupsbanden of andere onderdelen van tanks en rupsvoertuigen ontbreken echter grotendeels. Leger en techniekexpert dr. Peter Schwarzmann schreef een diepgaand boek over tankrupsbanden die tussen 1939 en 1945 gebruikt werden op Duitse tanks en andere pantservoertuigen. 'Panzerketten: Die Gleisketten der deutschen Kettenfahrzeuge des Zweiten Weltkriegs' is een van de eerste publicaties, zo niet het eerste boek dat alle verschillende rupsbanden van Duitse tanks behandelt. De publicatie tracht op begrijpelijke wijze de werking, de soorten, de fabrikanten en de zeldzaamheid van verschillende rupsbanden te bespreken. Het boek bevat verklarende begrippen (Begriffsverklärungen), een algemeen stuk (Allgemeines) en gaat daarna over op rupsbanden van tanks en stormgeschut (Die Kettenglieder der Panzer und Sturmgeschütze). Ook zelfrijdende munitiedragers c.q. explosieven (Ladungsträger), prototypen (Prototypen und Exoten), halfrupsvoertuigen (Die Kettenglieder der Halbkettenfahrzeuge) en speciale rupsbanden c.q. 'tracks' (Sonderketten) worden besproken. Toebehoren en zeldzaamheden worden eveneens behandeld (Zubehör und Kuriositäten). De publicatie sluit af met een stuk waarin rupsbanden met elkaar worden vergeleken om verwisselingen en onduidelijkheden te voorkomen, een samenvatting en een (morele) waarschuwing dat tanks en andere rupsvoertuigen nog altijd ingezet worden in gewelddadige situaties en dat oorlogen moreel verwerpelijk zijn. Een literatuurlijst complementeert het geheel.

Het boek is uniek. Niet alleen omdat het talloze rupsbanden en schakels bespreekt, maar ook omdat bij elke rupsband unieke foto's getoond worden. Die afbeeldingen en foto's komen vaak van verzamelaars of uit archieven. In het voorwoord wordt het 'waarom' besproken: rupsbanden van tanks en andere pantservoertuigen zijn voor militair-historici en techniekliefhebbers interessante objecten want rupsbanden vertellen ook het (militair)historische verhaal van de 20ste eeuw. Opgemerkt wordt dat rupsbanden van veroverde voertuigen (Beutefahrzeuge) niet aan bod komen omdat het boek te uitgebreid werd. Het stuk over de verklarende begrippen is voor iedereen met een basiskennis van de materie goed te begrijpen en gaat in op de onderdelen van rupsbanden: o.a. Kettenglied, Splint und Bolzen.

De Duitse tanks gebruikten vooral Scharnierketten (schakels die met behulp van een Stangen c.q. Bolzen met elkaar verbonden worden). Een zekering (Splint, Sicherungsring of Sprengring) zorgde ervoor dat de schakels en het geheel (rupsband) bij elkaar bleef en niet uit elkaar viel. De meeste Duitse tanks hadden stalen, niet gesmeerde rupsbanden die soms voorzien waren van rubberen onderdelen. De nomenclatuur omtrent rupsbanden loopt uiteen (Gleisketten, Panzerkette, Raupenkette, Kampfwagenkette etc.). De correcte aanduiding van de rupsbanden van tanks is Gleiskette.

De lezer maakt kennis met de verschillende profielen van schakels van rupsbanden. Zo bestaan er gladde schakels ('Griffleiste'') zonder 'Profilstollen' en schakels met Profilstollen. Die Profilstollen bestaan vaak uit kenmerkende texturen die ervoor zorgen dat de schakel van de rupsband meer grip op het oppervlak (zoals sneeuw of modder) heeft. Het overzicht laat zien dat de meeste Duitse tanks tussen de 80 en 110 schakels hadden (aan elke kant van het voertuig). Dat een aantal Duitse tanks ook toprollers hadden (kleine wielen die aan de onderzijde van de bovenkant van de rupsbanden aangebracht werden), wordt duidelijk. De getande aandrijfwielen zorgden ervoor dat de rupsbanden gelijkmatig over de looprollen getrokken werden en, met of zonder de hulp van drie of vier toprollers, voorstuwing mogelijk maakten.

Het relatief gecompliceerde loopwerk van sommige soorten van de eerste Duitse tanks (1939-1941) had een grote impact op het aanvankelijke verloop van de Tweede Wereldoorlog. Vooral de strijd aan het Oostfront (1941-1945), ongeveer vanaf Operatie Barbarossa op 22 juni 1941, toonde aan dat relatief smalle rupsbanden in combinatie met een groot aantal wielen (vaak inclusief toprollers) niet erg geschikt zijn op modderige of met sneeuw bedekte oppervlakten. De Duitse tankrupsbanden van de PzKpfw I, Panzer I (Panzerkampfwagen I), PzKpfw II, Panzer II (Panzerkampfwagen II) en de van oorsprong in Tsjecho-Slowakije gebouwde PzKpfw 35(t), Panzer 35 en 38(t) (Panzerkampfwagen 35(t) en 38(t), waren relatief smal en zorgden voor een relatief hoge gronddruk, of in ieder geval voor een situatie waarin die Duitse tanks vaak niet erg geschikt waren om op met modder of sneeuw bedekte terreinen te rijden en te manoeuvreren.

Tussen de kleine toprollers van die tanks kon vaak modder, sneeuw of ijs blijven steken en dat had nadelige gevolgen voor het Duitse leger. Dat gold overigens niet alleen voor tanks, maar ook voor trucks en andere voertuigen met rupsvoertuigen (voertuigen met banden konden ook diep in modder of sneeuw wegzakken). Vergeleken met het loopwerk van de Sovjet T-34 tank was het loopwerk van Duitse tank vaak gecompliceerder. Zo hadden de meeste T-34 tanks slechts vijf grote wielen (loopwielen) zonder toprollers met een aandrijfwiel c.q. tandrad en een kleiner wiel (Leitrad) aan de achterkant van de rupsbanden. De T-34 kon wat vuurkracht en bepantsering betreft ook nog eens de meeste Duitse tanks op korte, middellange of grotere afstand vernietigen.

De Duitse industrie slaagde er eigenlijk niet in minder gecompliceerde loopwerken en rupsbanden te ontwerpen en toe te passen. De zwaardere Duitse tanks zoals de PzKpfw V Panther en PzKpfw VI Tiger (Tiger I) hadden 'Schachtellaufwerk' (overlappende sets van wielen) die vaak om en om in de rupsband grepen. Die overlappende wielen hadden het voordeel dat een relatief 'zachte rit' mogelijk was, maar het grote nadeel dat sneeuw en modder tussen de overlappende wielen en oppervlakten konden gaan zitten en het geheel, na bevriezing, vast of geblokkeerd werd. Het feit dat de wielen ook nog eens moeilijk vervangen konden worden (juist door het feit dat ze groot en zwaar waren en dat ze op een vrij gecompliceerde manier gearrangeerd waren), hielp niet bij noodsituaties waarin snel gehandeld moest worden of tanks aan het front gerepareerd moesten worden (en al helemaal niet indien vijandelijke aanvallen plaatsvonden). De 'Kettenabdeckungen' bij de Tiger I zijn een duidelijk voorbeeld van een middel om de rupsbanden en onderdelen tegen regen en sneeuw te beschermen. Veel Duitse rupsbanden waren magnetisch, onder andere die van de Panzer I Ausf. A en B, Panzer II L Luchs, Panzer 38(t), Jagdpanzer 38(t) 'Hetzer', Panzer III en IV Typ 5 (a) en overige voertuigen (inclusief Panther en Tiger). Pagina 26 geeft een overzicht van alle fabrikanten die Duitse rupsbanden produceerden. Alle rupsbanden werden met originele aanduidingen gekenmerkt, bijvoorbeeld 'Kgs 63/725/130' waarbij de letters en cijfers verschillende aspecten aanduiden (Schnelläufige Kette, Stahlguss, schwimmende Bolzen, Bauform 63, Breite 725mm, Teilung 130mm). Voor speciale winteromstandigheden werden verschillende 'Ostketten' of 'Winterketten' ontworpen waarbij rupsbanden vaak met aan de zijkanten bevestigde extensies uitgerust werden.

Het grootste gedeelte van het boek, de bespreking van alle individuele schakels en rupsbanden, vormt de kern van het boek. Zo zijn de Panzerkampfwagen I Ausf. A en B te zien die met de Kgs. 67/280/90 rupsbanden uitgerust werden. De schakels waren 26x10x11 centimeter, wogen 2,5 kilogram, zijn niet erg zeldzaam en konden uitgerust worden met 'Gabelstollen'. De schakels waren vanaf 1934 geproduceerd. Verschillende foto's van de schakels worden getoond (onderkant, bovenkant schuin, bovenkant achter). De rupsbanden van de Panzer II (Panzerkampfwagen II Ausf. A, B, C en F) zijn groter (28x10x12, 2,8 kilogram) en zijn iets minder zeldzaam (Kgs 67/300/90). De profielen van de schakels zijn glad (Griffleiste). Verschillende varianten van de Panzer II komen aan bod. Ook komen de rupsbanden van alle overige Duitse tanks aan bod. De rest van het boek bespreekt in detail de verschillende toebehoren bij rupsbanden zoals 'Schneegreifer' en de verbindingsbouten c.q. stangen (Verbindungsbolzen). Het gedeelte over 'verwisselingsgevaar' is extra interessant omdat het misverstanden uit de wereld helpt en laat onder andere zien in welke opzichten de rupsschakels van de Panzer I Ausf. A en B en de Panzer II Ausf. A, B, C en F nu eigenlijk verschillen.

Na het boek gelezen te hebben is de geïnteresseerde leek, amateurhistoricus of geschiedenisliefhebber heel wat (historische) kennis rijker en zijn specifieke feiten duidelijk geworden. De publicatie is in alle opzichten een gezaghebbend boek, ondanks dat dr. Schwarzmann stelt dat het slechts een bouwsteen is voor een groter geheel. Het boek is zeer omvattend, gedetailleerd en weet met behulp van informatieve teksten en afbeeldingen een breed publiek te boeien!

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Ruben Krutzen
Geplaatst op:
23-12-2019
Laatst gewijzigd:
24-12-2019
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen