Edward Theodore Wisniewski werd op 10 oktober 1915 geboren in Brooklyn/Kings County, New York, de Verenigde Staten van Amerika. Hij was zoon van de Poolse immigranten Theodore en Josephine Wisniewski, en had twee zussen en een broer. Na twee jaar high school ging hij werken en voor de Tweede Wereldoorlog werd hij chauffeur op bus, taxi en vrachtwagen. Hij was zeven jaar brandweerman bij de Mineola Fire Department voordat hij op 26 november 1940 in dienst trad bij het Amerikaanse leger.
Hij ging bij de infanterie en werd aanvankelijk sergeant bevoorrading. Hij werd scherpschutter op de Browning Automatic Rifle (BAR) en expert op de Garand M1. Hij was ook actief bokser en had zeven Knock-outs en twee overwinningen op punten achter zijn naam staan binnen het militaire boks kampioenschap. Hij had de rang van Staff Sergeant toen hij in 1943 werd toegelaten tot de Officers Training School in Fort Benning. In mei-juni van dat jaar volgde hij de para-opleiding (samen met Lt Megellas). In augustus 1943 trad Ed met Wanda Szurley in het huwelijk, enkele dagen voor hij naar Noord Afrika zou vertrekken.
Wanneer Ed bij de D Company 2nd Battalion 504th Parachute Infantry Regiment van 82nd Airborne Division “All American” werd geplaatst is onduidelijk. Wel is zeker dat Ed met die eenheid in januari 1944, bij Anzio aan land ging voor de operatie Shingle. Bij gevechten bij Anzio raakte Ed in februari gewond. Na zijn herstel/revalidatie werd Ed bevorderd tot 1st Lieutenant en werd hij naar Engeland verscheept om daar paratroopers te gaan opleiden. Vermoedelijk betrof het hier de broodnodige vervangers voor zijn regiment, het 504th PIR, die vanwege de (te) grote personele verliezen en te weinig vervangingen, niet kon deelnemen aan operatie Overlord, D-Day op 6 juni 1944. Ed zou zich, met zijn eenheid echter weer moeten voorbereiden op een volgende grote operatie, in Nederland, operatie Market Garden.
1st Lieutenant Ed Wisniewski, sprong op 17 september 1944, in het begin van de middag, als commandant van het 2nd Platoon van D Company, 2nd Battalion, 504th Parachute Infantry Regiment, vlakbij Overasselt om vervolgens zo snel mogelijk naar het westen te trekken om de brug over de rivier Maas bij Grave te veroveren. Dit was het primaire doel van het 2de Battalion waarbij de E Company ten zuiden van de rivier was geland en de F en D Companies (met Ed) ten noorden van de Maas waren gesprongen. De brug werd binnen enkele uren na de landing en na paar korte gevechten veiliggesteld. Daarna moest het 2de Battalion hun sector rond de brug van Grave uitbreiden en versterken. Vervolgens moest het bataljon wachten op de aflossing door Britse grondtroepen die op 19 september plaatsvond. Het 3rd Battalion, onder leiding van Major Julian Aaron Cook, kreeg die avond de opdracht om zich voor te bereiden op een rivieroversteek met bootjes die op de volgende dag, 20 september, moest plaatsvinden. Het 2nd Battalion kreeg de opdracht om de zuidoever van de Waal bij de NYMA fabriek veilig te stellen en vuurposities in te nemen zodat ze Cook’s bataljon daarvandaan tijdens de oversteek dekking kon geven.
De D Company, met Ed’s 2nd Platoon voorop, was de eerste eenheid die de oever moest schoonvegen. Nadat ze vanuit Grave via Hees naar het NYMA terrein waren gemarcheerd, konden ze in de vroege ochtend van 20 september 1944, vervolgens hun posities gaan innemen. Het 2nd Platoon, onder leiding van 1st Lieutenant Edward Wisniewski, moest het NYMA terrein veiligstellen. Duitse troepen openden vanaf de overkant van de rivier het vuur waarbij Wisniewski ernstig gewond raakte. Ed lag enkele tientallen meters van zijn mannen, in het vrije zicht van de vijand. Private Norris B. Case probeerde twee keer naar zijn commandant te rennen, maar werd beide keren door hevig vijandelijk mitrailleur-, geweer- en artillerievuur teruggedrongen. Bij de derde poging lukte het Norris zijn luitenant te bereiken maar hij werd, terwijl hij eerste hulp verleende, dodelijk getroffen door een granaatscherf. Ed bleef toen nog enige tijd onbehandeld liggen totdat het uiteindelijk lukte de Duitsers te verjagen, zodat Ed kon worden afgevoerd voor medische behandeling. Op 26 september 1944 zou hij echter alsnog aan zijn verwondingen bezwijken. Edward Theodore Wisniewski werd 28 jaar. Aanvankelijk werd hij begraven in Molenhoek bij Nijmegen. In april 1949 werd zijn lichaam gerepatrieerd naar de VS en herbegraven op de Long Island National Cemetery in East Farmingdale, Suffolk County, New York, de VS.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!