Sergeant (SGT) Harold Rodney Johnson werd op 30 januari 1919 geboren in Bellingham, Whatcom County, Washington, de Verenigde Staten van Amerika. Hij was de jongste zoon van Peter en Amanda Johnson en had nog twee oudere broers. Na zijn elementary school haalde Harold zijn middelbare schooldiploma aan de Whatcom High School, waarna hij ging studeren aan de Western Washington College of Education. Naast zijn studie werkte hij bij een melkboer. Na zijn derde jaar, trad hij, op 10 februari 1942, in dienst bij het Amerikaanse leger in Seattle. Hij meldde zich als vrijwilliger voor de in oprichting zijnde paratroepers. Hij volgde zijn opleiding tot parachutist vermoedelijk in Fort Benning, Georgia en Fort Brag, North Carolina.
Het is onduidelijk wanneer Harold precies bij de I Company, 504th Parachute Infantry Regiment (504 PIR), 82nd Airborne Division “All American” werd geplaatst. Deze eenheid nam in ieder geval deel aan verschillende luchtlandingen in Italië zoals: operatie Husky, de bevrijding van Sicilië in juli 1943 en de operatie Avalanche, de landing bij Salerno in augustus 1943. Vervolgens werd 504 PIR ingezet als mountain infantry in het najaar van 1943 waarbij het de voorhoede vormde voor het 5th US Army. Daarna nam de eenheid deel aan de amfibische landing bij Anzio. De eenheid werd naar twee maanden bittere gevechten uit het front teruggehaald en in april verscheept naar Engeland. Omdat het regiment enorme personele verliezen had geleden in Italië en deze verliezen niet tijdig konden worden aangevuld kon 504 PIR niet deelnemen aan D-Day in Normandië. De eenheid bleef achter in Engeland om zich voor te bereiden op de volgende operatie.
Harold sprong boven Nederland bij Overasselt, in het kader van operatie Market Garden. Zijn regiment had de opdracht de bruggen over de Maas en het Maas-Waal kanaal te veroveren. Het 3rd Battalion, met Harold, moest de westflank beveiligen, terwijl het 2nd Battalion de brug van Grave en het 1st Battalion de bruggen over het Maas-Waalkanaal moesten veroveren. Dit lukte binnen 24 uur na de landing. In de middag van de 19 september werd het 3rd Battalion de divisiereserve van de 82nd Airborne Division. Harold verplaatste met zijn collega paratroopers van het 3e bataljon via brug nummer 7 (bij Heumen) naar de zuidelijke buitenwijken van Nijmegen. ’s Avonds sloegen ze hun kamp op in het Jonkerbosch. Die avond kreeg de commandant van het 3e bataljon, Major Julian Aaron Cook, van de commandant van 82nd Airborne Division, Generaal Gavin, de opdracht dat zijn bataljon de volgende dag met bootjes een rivieroversteek moest gaan maken. Het bataljon moest de noordelijke opritten van de twee bruggen over de Waal bij Nijmegen veroveren.
Harold verplaatste zich, met zijn medestrijders van het 3e bataljon, in de ochtend van 20 september, naar zuidoever van de Waal ter hoogte van de Nijmeegse energiecentrale op het NYMA terrein. Zij moesten wachten op de canvas bootjes die vanuit een opslagplaats in België naar Nijmegen moesten worden getransporteerd. De eenheid van Harold, de I Company, zou, met de bataljonsstaf en de H Company, in de eerste wave de Waal oversteken.
Op 20 september 1944, om 15.00u, startte de actie met een inleidend bombardement en om 15:15u spurtten de mannen met hun bootjes naar de Waal om vervolgens de rivier over te roeien. De bootjes werden al snel door de Duitsers hevig beschoten met mortieren, machinegeweren (MG) en antiluchtdoelgeschut (FLAK). Harold wist ongeschonden de noordoever van de rivier te bereiken en vocht zich vervolgens met zijn collega troopers naar het Fort van Holland en de noordelijke opritten van de spoorbrug en de verkeersbrug bij Nijmegen. Beide bruggen waren ’s avonds rond 19:00u in handen van de geallieerden, mede dankzij de gedurfde rivieroversteek van 504 PIR.
Wanneer en onder welke omstandigheden Harold gewond raakte is niet duidelijk. Hij werd op enig moment getroffen door granaatscherven. Hij werd daarna geëvacueerd naar een veldhospitaal waar hij werd geopereerd, maar zou op 23 september overlijden aan zijn verwondingen.
SGT Harold Rodney Johnson was 25 jaar oud toen hij op 23 september 1944 overleed aan zijn verwondingen die hij had opgelopen tijdens het gevecht in het bruggenhoofd bij Lent. In eerste instantie werd Harold begraven op de tijdelijke begraafplaats in Molenhoek bij Nijmegen. Daarna werd zijn lichaam gerepatrieerd naar de VS en herbegraven op het Bayview Cemetery in Bellingham, Whatcom County, Washington.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!