Private (PVT) Warren Roy Johnston werd op 24 januari 1926 geboren in Escanaba, Delta County, Michigan, de Verenigde Staten van Amerika. Hij was de jongste zoon van Harold Harrison en Caroline (Ladouceur) Johnston en had nog twee oudere broers en een oudere zus. Tijdens zijn tweede jaar op de Escanaba High School besloot hij in dienst te gaan en op 11 maart 1943 zette hij zijn eerste militaire stappen in Kalamazoo, Michigan. Vrijwel meteen meldde hij zich als vrijwilliger voor de paratroepen en volgde zijn opleiding tot parachutist in Fort Benning, Georgia.
Op 30 juli 1943 scheepte hij in voor zijn reis naar Noord-Afrika om daarna deel te nemen aan operaties in Italië. Het is aannemelijk dat hij als vervanger werd ingedeeld bij de HQ Company, 3rd Battalion, 504th Parachute Infantry Regiment (504 PIR) van de 82nd Airborne Division “All American” voordat de operatie Avalanche, de landing bij Salerno, begon. Het 3rd Battalion, 504, ging in de avond van 15 september 1943, met landingsboten aan wal bij Paestum/Salerno, als reserve-eenheid voor het 5th US Army. Waarschijnlijk was Warren erbij. Nadat Napels was veroverd werd het 504 PIR, door 82nd Airborne Division, ter beschikking gesteld aan de 5th US Army. 504 moest toen als mountain infantry opereren in de voorhoede van de opmars richting Rome. Eind december werd Warren’s regiment afgelost en kon het recupereren. Vervolgens nam Warren deel aan de operatie Shingle, de landing bij Anzio, die aanving in januari 1944. Eind maart werd 504 uit de frontlijn gehaald waarna deze in april 1944 verscheepte van Italië naar Engeland.
Daar voegde het regiment zich weer bij de moedereenheid, 82nd Airborne Division. 504 PIR had echter dergelijke zware verliezen geleden dat deze niet tijdig versterkt kon worden met voldoende vervangers. Hierdoor werd het regiment uitgesloten van deelname aan D-Day, de landing in Normandië in juni 1944. Het regiment moest in Engeland achterblijven om weer op sterkte te komen en zich voor te bereiden op de volgende actie. Warren, die als bazooka-schutter bij de HQ Company van het 3rd Battalion was ingedeeld, bereidde zich voor met zijn maten op wat komen zou, namelijk de operatie Market Garden.
Op 17 september 1944 nam Warren deel aan de luchtlandingsoperatie in Nederland, de operatie Market Garden. Hij sprong op die dag met zijn eenheid bij Overasselt. 504 PIR had de opdracht om na de landing meteen de bruggen over de Maas en het Maas-Waal kanaal te veroveren. Het 3rd Battalion, met Warren, moest de westflank beveiligen, terwijl het 2nd Battalion de brug van Grave en het 1st Battalion de bruggen over het Maas-Waalkanaal moesten veroveren. Dit lukte binnen 24 uur na de landing. In de middag van de 19 september werd het 3rd Battalion de divisiereserve van de 82nd Airborne Division. Warren verplaatste met zijn collega paratroopers van het 3e bataljon via brug nummer 7 (bij Heumen) naar de zuidelijke buitenwijken van Nijmegen. ’s Avonds sloegen ze hun kamp op in het Jonkerbosch. Die avond kreeg de commandant van het 3e bataljon, Major Julian Aaron Cook, van de commandant van 82nd Airborne Division, Generaal Gavin, de opdracht dat zijn bataljon de volgende dag met bootjes een rivieroversteek moest gaan maken. Het bataljon moest de noordelijke opritten van de twee bruggen over de Waal bij Nijmegen veroveren.
Warren verplaatste zich, met zijn medestrijders van het 3e bataljon, in de ochtend van 20 september, naar zuidoever van de Waal ter hoogte van de Nijmeegse energiecentrale op het NYMA terrein. Zij moesten wachten op de canvas bootjes die vanuit een opslagplaats in België naar Nijmegen moesten worden getransporteerd. De eenheid van Warren, de HQ Company, zou, met de G Company, in de tweede wave de Waal oversteken. H en I Companies en de bataljonsstaf gingen eerst.
Op 20 september 1944, om 15.00u, startte de actie met een inleidend bombardement en om 15:15u spurtten de mannen met hun bootjes naar de Waal om vervolgens de rivier over te roeien. De bootjes werden al snel door de Duitsers hevig beschoten met mortieren, machinegeweren (MG) en antiluchtdoelgeschut (FLAK). Slechts 11 van de 26 bootjes keerden terug om de tweede wave op te halen. Warren bereikte ongeschonden de noordoever en vocht vervolgens met de andere troopers totdat s’avonds rond 19:00u beide bruggen over de Waal in handen waren van de geallieerden. Vervolgens groeven de troopers zich in om het bescheiden bruggenhoofd te verdedigen.
In de nacht van 20 op 21 september kregen de companies van het 3rd Battalion de opdracht het bruggenhoofd naar het noorden en noordoosten uit te breiden. Op 21 september 1944, om 09:00u, startte de aanval van het 3rd Battalion. Tijdens de aanval was Warren toegevoegd aan de I Company die, versterkt met enkele tanks, naar Fort Lent (gelegen ten oosten van Lent) oprukte. Ze stuitten toen op zware weerstand en werden met een machinegeweer en 20mm anti luchtdoel geschut (FLAK) onder vuur genomen. De troopers zetten toen hun machinegeweren en bazooka’s in tegen de vijand, waarbij de Duitse machinegeweerpositie werd vernietigd. Echter, de FLAK bleef door schieten en doodde Warren.
PVT Warren Roy Johnston was nog maar 18 jaar oud toen hij, op 21 september 1944 in de ochtend, sneuvelde in het bruggenhoofd bij Lent. Hij werd eerst begraven op de tijdelijke begraafplaats in Molenhoek ten zuiden van Nijmegen. In begin 1949 werd hij herbegraven op de Gardens of Rest Cemetery in Escanaba-Wells, Delta County, Michigan, de VS.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!