Friedrich-Wilhelm Müller werd op 20 mei 1947 geëxecuteerd wegens oorlogsmisdaden waaraan hij schuldig werd geacht.
Friedrich-Wilhelm Müller begon zijn militaire carrière in 1915 als infanterist bij het Duitse 2e Infanterieregiment. Later dat jaar werd hij benoemd tot tweede luitenant bij het 266e Regiment. Na de Eerste Wereldoorlog bleef hij in dienst bij het Duitse leger en klom hij langzaam maar zeker op tot majoor in 1936 en luitenant-kolonel in 1940. Als commandant van het 105e Infanterieregiment vocht hij mee met de Sovjets, waarvoor hij in 1941 het Ridderkruis van het IJzeren Kruis en in 1942 het Eikenloof bij zijn Ridderkruis ontving. In augustus 1942 werd hij benoemd tot commandant van de 22e Luchtlandingsinfanteriedivisie, gestationeerd op Kreta, Griekenland. Hij was verantwoordelijk voor vele wreedheden tegen Griekse burgers, waaronder de bloedbaden in Viannos, Anogia, Amari en Damasta, en voor de executie van krijgsgevangenen tegen meer dan 100 Italiaanse officieren op het eiland Kos. In 1943 werd hij, met de rang van Generalleutnant, benoemd tot commandant van de 22e Infanteriedivisie. In juli 1944 werd hij benoemd tot commandant van alle bezettingstroepen op Kreta. In 1945 keerde hij terug naar het oostfront aan het roer van het Duitse Vierde Leger. Aan het einde van de oorlog werd hij door de Sovjets gevangengenomen in Ostpreußen (Oost-Pruisen), Duitsland. In 1946 werd hij door een Griekse rechtbank berecht wegens oorlogsmisdaden. De "Slachter van Kreta" werd schuldig bevonden en veroordeeld tot de dood door een vuurpeloton, een vonnis dat in mei 1947 werd voltrokken.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!