- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Hoofdofficier-vlieger der 2de klasse (Hoofdofficier-vlieger der 2de Klasse)
- Eenheid:
- No. 320 (Dutch) Squadron, Royal Air Force
- Toegekend op:
- 11 december 1950
Het zich in de strijd onderscheiden hebben door uitstekende daden van moed, beleid en trouw in het tijdvak van 8 december 1941 tot 25 december 1944 als officiervlieger en commandant van de onder hem gestelde vliegtuigen, waarbij hij door zijn voorbeeld en agressieve geest het moreel van zijn ondergeschikten steeds op hoog peil wist te houden en zijn personeel, ook onder dikwijls zeer moeilijke omstandigheden, op uitmuntende wijze wist te leiden, door van zich zelf steeds meer te eisen dan van zijn ondergeschikten en door bij alle gevaarlijke opdrachten zelf de spits af te bijten.
In het bijzonder; I. In het tijdvak van 8 december 1941 tot 6 maart 1942 als commandant van een groep vliegboten van de Marine Luchtvaartdienst en wel.
a. door het uitvoeren van vele, dikwijls zeer gedurfde verkenningen en enkele succesvolle bomaanvallen;
b. b.door, tijdens een bomaanval op Ternate op 17 december 1941 door een viermotorige Japanse vliegboot, onverwijld te starten met de vliegboot X 30 en de sterkere tegenstander te achtervolgen en aan te vallen, waarbij bijde vliegtuigen ernstig werden beschadigd;
c. door op 23 december 1941, na het uitvoeren van een gedurfde bomaanval op Davao, onder gevaarvolle en moeilijke omstandigheden in volle zee te landen en de bemanning van een neergeschoten vliegtuig van zijn groep over te nemen en in veiligheid te brengen;
d. door begin maart 1942 , tijdens de evacuatie van Java, van een onder zijn leiding geïmproviseerde startbaan in het havencomplex van Tjilatjap, op te stijgen met een pas uit de Verenigde Staten gearriveerde en ter plaatse gemonteerde DB,7 lichte bommenwerper van een hem volkomen onbekend type en dit waardevolle vliegtuig behouden op zijn bestemming te brengen;
e. door de nacht daarop met enige overgebleven vliegtuig van zijn groep het grootste gedeelte van zijn personeel, onder zeer moeilijke omstandigheden, op beleidvolle wijze naar Australië over te brengen.
In het bijzonder; II. Door het tijdvak van 12 december 1943 tot 25 december 1944, met een tijdelijke onderbreking van 28 juni – 8 september 1944, als commandant van het 320e squadron van de Marine Luchtvaartdienst aan het Westfront in totaal 80 operaties tegen de vijand uit te voeren, veelal onder zware vijandelijke afweer en daarbij formaties te leiden van 6 tot 14 vliegtuigen, terwijl vele van deze operaties op zeer succesvolle wijze werden uitgevoerd en de vijand belangrijke afbreuk werd gedaan.
Voorts, door zijn doorzettingsvermogen, zijn moedig voorbeeld en verdere leiderseigenschappen, het onder hem gestelde personeel dusdanig te bezielen, dat zijn squadron in de Tactical Airforce, waartoe het behoorde, een uitstekende gevechtseenheid vormde en elke vergelijking met Britse en andere geallieerde squadrons kon doorstaan.
Koninklijk Besluit van 11 december 1950 nr. 40