TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Beurling, George Frederick "Buzz"

Geboortedatum:
6 december 1921 (Verdun/Quebec, Canada)
Overlijdensdatum:
20 mei 1948 (Rome, Italië)
Nationaliteit:
Canadese (1931-heden, Constitutionele Monarchie)

Biografie

George Frederick Beurling werd geboren op 6 december 1921 in Verdun, Quebec en was de succesvolste Canadese gevechtspiloot van de Tweede Wereldoorlog.
Bijna alles in zijn jeugd kon verbonden worden aan maar met één ding: zijn verlangen om te vliegen. Dit werd al duidelijk doordat hij veel rondhing op het nabij zijn huis gelegen vliegveld Cartierville en door het maken van vliegtuigmodellen die hij probeerde te verkopen om zo aan geld te kunnen komen voor vlieglessen. Op zijn 12e begon hij te leren vliegen en in de winter van 1938 vloog hij voor het eerst alleen. Hij stopte met zijn schoolopleiding in de 9e 'grade' (Amerikaanse klas) en verliet zijn ouderlijk huis om per trein naar Gravenhurst, Ontario te gaan. Daar werkte hij bij een luchtvrachtmaatschappij als copiloot waarmee hij veel vliegervaring opbouwde.
Nadat hij zijn vliegbrevet had gehaald vertrok Beurling naar Vancouver om daar ook zijn handelsvergunning te behalen. Hij wilde zich bij de Chinese luchtmacht aanmelden om tegen Japan te vliegen dat China was binnengevallen. Om naar China te gaan probeerde hij illegaal de Verenigde Staten binnen te sluipen, maar hij werd opgepakt en belandde twee maanden in de gevangenis.
Nadat hij terug was gestuurd melde hij zich aan bij de Royal Canadian Air Force (RCAF) omdat Canada inmiddels bij de Tweede Wereldoorlog was betrokken. Daar werd hij echter weggestuurd omdat hij onvoldoende opleiding had genoten.
Toen de Russen tegen de Finnen vochten wilde hij naar Europa om voor de Finse luchtmacht te vliegen. De Finse ambassade had echter toestemming nodig van zijn ouders omdat hij nog geen 18 jaar was welke zij niet gaven.
In het voorjaar van 1940 was de Britse RAF in op zoek naar ervaren piloten wat hem aanspoorde om daarheen te gaan. Hij stapte op het Zweedse munitieschip Valparaiso en ondernam de gewaagde reis. In Glasgow aangekomen meldde hij zich bij het werfbureau van de RAF. Daar waren ze onder de indruk van zijn bekwaamheden, echter voor het inschrijven hadden ze een geboortebewijs nodig dat hij niet bij zich had. Hij keerde gefrustreerd terug naar Canada en overleefde onderweg een torpedo inslag op zijn boot.
In september 1940 keerde hij met een geboortebewijs terug naar Schotland en hoewel hij de kwaliteiten ervoor bezat wees hij een officiersopleiding af en werd aangesteld als NCO, Sergeant Pilot, bij het 403 (RCAF) Squadron. In 1942 werd hij overgeplaatst naar het 41 (RAF) Squadron, waarbij hij boven noord Frankrijk zijn eerst overwinning behaalde.
Bij deze score had hij echter zijn formatie zonder toestemming verlaten. Met een berisping voor gebrek aan discipline volgde ook een tweede overwinning op een soortgelijke wijze. Gedisciplineerd vliegen was duidelijk niet zijn stijl.
Hierna vroeg hij vrijwillig overplaatsing aan naar het 249 (RAF) Squadron, op Malta.
Op 7 juni 1942 stapte hij in Gibraltar aan boord van het vliegdekschip HMS Eagle, samen met de piloten en 32 nieuwe Spitfire Mk. Vs. Twee dagen later steeg hij op vanaf de HMS Eagle voor een lange en gevaarlijke vlucht boven de Middellandse Zee, maar kwam veilig aan in Takali, Malta.
Op 6 juli 1942 werden hem drie overwinningen toegekend wat zijn totaal bracht op vijf en hem een officiëel aas maakte. Door zijn onvermurwbare concentratie en zijn hoge mate van bewustzijn ontwikkelde hij zich verder in zijn duidelijke bekwaamheid van ‘deflection shooting’ (het van voren beschieten van je vijand rekening houdend met zijn geplande vliegbaan) en al gauw werd ingezien dat hij het perfecte schot had. Zoals vele succesvolle piloten die in Spitfires vlogen ontwikkelde hij de eigenschap dat hij zijn tegenstander pas aanviel op minder dan 250 meter, een afstand waarop de meeste piloten er al tussen uitbraken. Hij ontving op Malta de bijnaam ‘Screwball’. Op de grond had hij de neiging om graag alleen te willen zijn en in de lucht haalde hij de boosheid van zijn commandanten op zijn nek door zijn minachting voor het werken in teamverband.
Op 27 juli 1942 herkende hij de Italiaanse aas Furio Niclot, en schoot hem uit de lucht evenals zijn ‘wingman’ (vleugelman) Falerio Gelli en twee Duitse Messerschmitt Bf. 109 gevechtsvliegtuigen. Voor de prestatie op deze dag ontving hij de Distinguished Flying Medal en bracht hij zijn totaal aantal overwinningen op acht.
Eind juli werd hij gepromoveerd tot Pilot Officer en verkreeg hij een gesp op zijn DFM met 17 bevestigde overwinningen. De uitputting van de dagelijkse gevechten, het tekort aan rantsoen en de dysenterie begonnen hun tol te eisen. In augustus en september lag hij vele malen ziek op bed en behaalde hij maar één enkele overwinningen. Hij werd ook zelf neergehaald maar kon geen gebruik maken van zijn parachute waarna hij ongedeerd een noodlanding maakte op een veld.
Op 25 september had hij weer een succesvolle dag en haalde hij drie Messerschmitt Bf 109s neer (twee vernietigd en één beschadigd).
Op 14 oktober 1942 had hij zijn laatste gevecht boven Malta, daarvoor had Beurling nog 5 Duitse vliegtuigen neergehaald waarvan drie op één dag. Tijdens deze laatste vlucht leidde hij een formatie van 8 Spitfires in een aanval tegen 8 Junkers Ju-88 bommenwerpers en 60 Duitse gevechtsvliegtuigen. In het strijdgewoel haalde hij met een valstrik één Ju-88 en twee Messerschmitt Bf 109 neer, maar raakte zelf ook gewond. Terwijl zijn zwaar beschadigde Spitfire onbestuurbaar naar beneden tolde lukte het hem net op tijd om er uit te springen met zijn parachute. Hij werd op zee gered en verbleef een tijd in het ziekenhuis voordat hij de DSO ontving en naar Groot-Brittannië werd teruggestuurd. Op de terugreis verongelukte het transportvliegtuig en stortte bij Gibraltar in zee. Beurling en twee andere passagiers waren de enige overlevenden. Terug in Engeland verbleef hij enige tijd in het ziekenhuis en werd daarna teruggestuurd naar Canada om verder uit te rusten.
In Canada deed hij promotiewerk als oorlogsheld, en hielp bij de verkoop van oorlogsobligaties (War Bonds). Echter leuk vond hij het niet. Opnieuw kwam hij door z’n beenwond die hij had opgelopen in Malta en door zijn slechte gezondheid een paar weken in het ziekenhuis terecht. In het voorjaar van 1943 was hij weer voldoende hersteld om actief dienst te nemen.
Terug in Engeland werd hij als schietinstructeur bij de RAF aangesteld, maar hij had geen geduld anderen te leren en verlangde er naar om zelf weer in actie te komen. In september 1943 werd hij overgeplaatst naar de RCAF en ingedeeld bij het No. 403 Squadron, 127 Wing in Kenley, Kent. Daar vloog hij in de nieuwe Spitfire IX onder de Canadese Squadron Leader Hugh Godefroy. Beurling had geen gemakkelijk karakter en bleef zijn commandant ergeren waardoor er disciplinaire problemen ontstonden.
Zo vernietigde hij op 24 september 1943 in een missie boven Frankrijk een Focke-Wulf Fw-190 in de lucht, echter hij was wel zonder toestemming uit zijn formatie gebroken, waardoor hij anderen in een gevaarlijke positie had gebracht. Toch werd hij nog gepromoveerd tot Flight Lieutenant. Hij bleef echter doorgaan met zijn stuntgedrag waardoor zijn Wing-Commander dreigde hem voor de krijgsraad te slepen. Uiteindelijk werd Beurling overgeplaatst naar 126 Wing HQ en in november 1943 naar No. 412 Squadron in Bigging Hill. Daar haalde hij op 30 december 1943 zijn 32e en laatste toestel neer, een Focke-Wulf Fw-190.
Hij kwam echter weer in conflict met zijn commandant door het stuntvliegen en zijn gebrek aan teamwerk, waardoor hij aan de grond werd gehouden. In april 1944 keerde hij terug naar Canada en werd hij in oktober 1944 eervol ontslagen. Wanhopig probeerde hij nog in dienst te komen bij de USAAF echter daar werd hij afgewezen.
In 1948 ging hij samen met een Amerikaanse vriend, gevechtspiloot Moshe Cohen naar Israël waar ze op uitnodiging voor de Israëlische luchtmacht in P-51 Mustang wilde gaan vliegen. Ze kwamen echter om het leven toen de motor van hun Norseman transportvliegtuig na het opstijgen uitviel en de piloot in een wanhoopspoging het toestel weer probeerde te laten landen op het vliegveld Urbe in Rome. George Frederick Beurling werd begraven in Rome op Verano Cemetary, maar werd twee jaar later in Israël herbegraven op Mount Carmel Cemetary als een held van Israël.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Sergeant
Eenheid:
No. 249 (Gold Coast) Squadron, Royal Air Force
Toegekend op:
28 juli 1942
Sergeant Beurling heeft grote kunde en moed getoond in het aangezicht van de vijand. Op een dag in juli 1942 nam hij het op tegen een aantal vijandelijke jagers die een formatie Junkers Ju-88 escorteerden en vernietigde een jager. Later op dezelfde dag kwam hij tien vijandelijke jagers tegen en schoot er twee in zee waardoor zijn totaal aantal overwinningen op acht kwam.
London Gazette 28 juli 1942
Distinguished Flying Medal (DFM)
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Sergeant
Eenheid:
No. 249 (Gold Coast) Squadron, Royal Air Force
Toegekend op:
4 september 1942
Distinguished Flying Medal (DFM)
Na de toekenning van de DFM in juli 1942 heeft sergeant Beurling nog eens negen vijandelijke toestellen vernietigd waardoor zijn totaal aantal overwinningen op 17 komt. Een van zijn prestaties was het vernietigen van vier vijandelijke jagers op een dag. Gedurende zijn korte gevechten heeft hij nog eens twee vijandelijke toestellen beschadigd. Zijn moed en vasthoudendheid zijn een bron van inspiratie voor allen.
London Gazette 4 september 1942

Een tweede DFM werd uitgereikt als gesp voor op het lint van de eerste DFM.
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Pilot Officer
Eenheid:
No. 249 (Gold Coast) Squadron, Royal Air Force
Toegekend op:
16 oktober 1942
Distinguished Flying Cross (DFC)
Na de toekenning van een gesp op zijn DFM heeft deze officier nog eens drie vijandelijke toestellen vernietigd waardoor zijn totaal aantal overwinningen op 20 komt. Op een dag in september 1942 ontmoetten hij en een andere piloot vier vijandelijke toestellen. Tijdens het gevecht dat daarop volgde vernietigde Officier-vlieger Beurling er twee. Hij is een meedogenloos vechter wiens vastberadenheid en doorzettingsvermogen de waardering van al zijn collega's heeft gewonnen. Deze officier is een voorbeeld van de hoogste tradities van de Royal Air Force.
London Gazette 16 october 1942
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Pilot Officer
Eenheid:
No. 249 (Gold Coast) Squadron, Royal Air Force
Toegekend op:
3 november 1942
Distinguished Service Order (DSO)
Na de toekenning van het DFC heeft Officier-vlieger Beurling nog eens zes vijandelijke toestellen vernietigd waardoor zijn totaal aantal overwinningen op 28 komt. Tijdens een missie op 13 october 1942 schoot hij een Junkers Ju-88 en twee Messerschmitt 109s neer toen hij zag dat zijn leider door een vijandelijke jager werd aangevallen. Hoewel hij gewond was, vernietigde Officier-vlieger Beurling deze jager. Hoewel zijn eigen toestel door vijandelijk vuur was beschadigd, schoot hij al klimmend nog een andere jager neer voordat zijn eigen toestel zo beschadigd raakte dat hij het moest verlaten. Hij landde veilig in zee en werd gered. De kunde en moed van deze officier zijn onovertroffen.
London Gazette 3 november 1942

Bronnen