TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Pearson, Alastair Stevenson "Jock"

Geboortedatum:
1 juni 1915 (Glasgow, Schotland)
Overlijdensdatum:
26 maart 1996 (Gartocharn/Dunbartonshire, Schotland)
Dienstnummer:
62792
Nationaliteit:
Britse (1801-heden, Koninkrijk)

Biografie

Alastair Stevenson Pearson werd op 1 juni 1915 geboren, de zoon van een graanhandelaar uit Glasgow. Hij ging naar de Kelvinside Academy en Sedbergh maar verliet de school voortijdig in 1932. Tijdens de depressie was de enige baan die hij kon vinden bij de bakkerij van zijn oom.
Tegen deze tijd meldde hij zich aan bij de Territorial Army (Nationale Reserve) door dienst te nemen bij het 6e Bataljon van de Highland Light Infantry. Bij het uitbreken van de oorlog kreeg het bataljon de taak om vitale installaties te bewaken zoals de kranen bij de dokken.
In januari 1940 werd Pearson naar Frankrijk gestuurd om voor een maand verbonden te zijn aan het South Lancashire Regiment.
Het regiment trainde in Schotland en Dorset maar toen de Duitsers in mei 1940 Frankrijk binnenvielen, werd het regiment aanvankelijk niet ingezet. Maar zij zouden zich snel opgenomen zien in een tweede Britse Expeditieleger nadat de eerste was geëvacueerd vanuit Duinkerken. Het tweede Expeditieleger vertrok in het geheim begin juni 1940 en landde in Cherbourg. Het bataljon ontmoette de Duitsers op 14 juni maar werd al snel teruggetrokken en vlug geëvacueerd nadat Pétain de Duitsers een wapenstilstand had voorgesteld. Pearson werd in Cherbourg achtergelaten om het transport te immobiliseren terwijl de rest van het bataljon wegvoer. Toen zijn taak erop zat, slaagde hij erin om een kooi te bemachtigen op een Schots stoomschip.
Pearson wensde toen een actievere rol in de oorlog en meldde zich aan voor de Special Boat Service. Tot zijn verbazing werd hem door Generaal Richard 'Windy' Gale verteld dat hij eerst parachutist moest worden.
Hij werd bij het 1st Bataljon, Parachute Regiment geplaatst en landde in 1942 met het 1st Army in Noord-Afrika. Na hevige gevechten werden de Duitsers verslagen bij Gue Hill.
Pearson liet een opmerkelijk talent zien om te anticiperen op de bewegingen van de Duitsers. Nadat hij zijn manschappen het bevel had gegeven om loopgraven te graven in de harde rotsachtige grond, gaf hij hen daarna de opdracht om die te verlaten. Ze dachten dat hij gek was geworden totdat ze zagen dat de Duitsers de posities met granaatvuur bestookten en aanvielen. Stomverbaasd om de loopgraven leeg aan te treffen, begonnen de Duitsers toen ongedisiplineerd rond te lopen wat een perfect doelwit vormde voor de aanval die de para's lanceerden.
Na Noord-Afrika volgde Sicilië. Maar net voor hij Syraceuse bereikte, kreeg Pearson een malaria-aanval.
Geëvacueerd naar Noord-Afrika werd hem een stafbenoeming aangeboden. Tegen deze tijd, met drie DSO's, leek het alsof zijn oorlog voorbij was maar gelukkigerwijs liep hij 'Windy' Gale tegen het lijf die hem een bataljon aanbood bij de 6e Airborne Division.
Na zes maanden oefenen werd Pearson in de nacht van 5 juni 1944 in Normandië gedropt. In de loop van de gevechten redde Pearson een groep gewonde soldaten uit een gecrashte Dakota.
Maar de malaria had bereikt wat de Duitsers niet lukte en hij werd ongeschikt verklaard voor actieve dienst.
Hij werd commandant van een reservebataljon in Beverley, Yorkshire, sleog het aanbod af van een vaste aanstelling en werd in 1945 gedemobiliseerd. Eenmaal weer burger, werd Pearson boer nabij Gartocharn, nabij Loch Lomond.
Nog steeds een enthousiast 'Territorial', formeerde hij een bataljon in Glasgow, het 15e (Scottish Volunteers ) Battalion en voerde het bevel erover.
In 1947 werd Pearson lid van het bestuur van Princess Louise Scottish Hospital voor invalide strijders en hij hield voor de rest van zijn leven intiem contact met dit hospitaal wat later Erskine Hospital heette.
In 1951 werd hij benoemd tot Deputy Lord-Lieutenant voor Glasgow. Hij ging door met zijn taak als commandant van het 15e Bataljon voor zes jaar waarna hij Training Colonel en Deputy Commander van het 44e Independent Parachute Brigade (TA) werd.
In 1953 werd hij OBE gemaakt, gevolgd door een CB in 1958. In 1956 werd hij benoemd tot Adjudant van de Koningin.
Zijn bemoeienis met de Brigade liep door tot 1963 toen hij Honourary Colonel van zijn oude eenheid werd gemaakt, toen genaamd 15 PARA (SV). Hij ging in deze rol door tot 1977 maar gaf die op in 1983. In 1975 verliet hij Glasgow maar werd Deputy Lord-Lieutenant voor Dumbartonshire en vier jaar later werd hij Lord-Lieutenant en werd hij ook Keeper van Dumbarton Castle. In 1980 werd hij benoemd als Ridder in de Most Venerable Order of the Hospital of Saint John of Jerusalem.
In 1983 verslechterde de gezondheid van Pearson aanzienlijk en werd hij ziek vanwege een ernstige maagaandoening. Hij herstelde daar echter van en leefde een decennium voort. Hij stierf in 1995, op 80-jarige leeftijd.
Zijn leven en militaire carrière werd beschreven en gepubliceerd door Julian James in het boek "A Fierce Quality: The Fighting Life of Alastair Pearson DSO & Three Bars, MC" .

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Acting Lieutenant-Colonel (Waarnemend Luitenant-Kolonel)
Eenheid:
8th Parachute Battalion, 3rd Parachute Brigade, 6th Airborne Division, British Army
Toegekend op:
4 mei 1943
Voordracht:
Op de 31e januari 1943 leidde Lieutenant-Colonel Pearson twee van zijn pelotons in een aanval op Djebel Mansour (Tunesië) gedurende waarin hij, ondanks hevig geweer- en mortiervuur, er in slaagde een vijandelijke compagniespositie te overlopen, krijgsgevangenen te nemen en de meerderheid van de bezetters te doden of te verwonden en waardevolle informatie te verkrijgen voor een doordachte aanval op een later moment.
Op de 3e januari 1943 leidde hij zijn Bataljon op dezelfde plek die geheel werd ingenomen en bezet, tot zware slachtoffers en een sterke tegenaanval hen dwongen om zich terug te trekken. Gedurende de hele operatie leidde deze officier zijn Bataljon onverschrokken en, door zijn voorbeeld en volslagen onverschilligheid voor zijn persoonlijke veiligheid, was een inspiratie voor alle rangen. Door zijn bedreven optreden en moed was hij in staat om al zijn mannen te evacueren. Bij één gelegenheid vernietigde hij zelfstandig een vijandelijk mitrailleursnest die voor zware slachtoffers zorgde.”
Distinguished Service Order (DSO)
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Temporary Lieutenant-Colonel (Tijdelijk Luitenant-Kolonel)
Eenheid:
1st Parachute Battalion, 1st Parachute Brigade, 1st Airborne Division, British Army
Toegekend op:
18 mei 1943
Distinguished Service Order (DSO)
Voor hoogste opvallende heldhaftigheid en toewijding aan de plicht bij Tamera (Tunesië) op de 8e maart 1943. De vijand viel met aanzienlijke macht de posities aan die door deze officier werden bezet. Compleet zijn persoonlijke veiligheid negerend, toen één van zijn compagnieën terug werd gedwongen, leidde hij persoonlijk de tegenaanval en herstelde de situatie compleet. In de loop van de dag werd zijn Bataljon aangevallen op drie afzonderlijke momenten. Zonder aarzeling en onder hevig vuur organiseerde hij tegenaanvallen en door zijn briljante leiderschap en dapperheid bij iedere gelegenheid, herstelde de positie, grote aantallen van de vijand dodend en zo’n 150 dwingend zich over te geven. Wederom aangevallen op de 10 maart leidde hij persoonlijk zijn bataljonsstaf van klerken en koks tegen de vijand die zijn bataljonshoofdkwartier van achteren aanviel. Allen inspirerend met zijn grote dapperheid en leiderschap versloeg hij alle pogingen van de vijand om deze positie te penetreren compleet, persoonlijk velen van de vijand dodend en nog meer krijgsgevangenen nemend. Gedurende de nacht van 23/24 maart leidde hij zijn Bataljon naar de aanval van een bijzonder belangrijk punt in de Dj Abiod sector (Dk Dawra), deze uiterst moeilijke operatie leidend met zo veel vaardigheid dat de gehele positie vlug in onze handen was met lichte verliezen aan onze kant maar met zware verliezen bij de vijand.
Zijn dapperheid en leiderschap altijd onder hevig vuur, zijn van de hoogste orde geweest en een inspiratie voor alle rangen van zijn bataljon.”

Tweede DSO toegekend als gesp voor op het lint van de eerst DSO.
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Captain (temporary Major)
Eenheid:
1st Parachute Battalion, 1st Parachute Brigade, 1st Airborne Division, British Army
Toegekend op:
23 september 1943
Uitgereikt voor:
Operatie Torch
Military Cross (MC)
Voordracht:
"Gedurende de nacht van 23/24 november 1942, toen zijn bevelvoerend officier ernstig gewond raakte, nam Major Pearson het commando van zijn bataljon op zich en rondde de operatie succesvol af. Hij ging door met het leiden van zijn eenheid gedurende het navolgende gevecht en, door zijn leiderschap en kalmte onder vuur, stelde een voorbeeld van de hoogste graad. Op de 11e december, toen de vijand zijn sector aanviel, organiseerde en leidde hij persoonlijk, onder heving machinegeweervuur, een hoogst succesvolle tegenaanval, de vijand vernietigend en een aantal gevangen nemend. De opvallende heldhaftigheid bij deze en bij andere keren vertoond, zijn een inspiratie voor allen geweest."
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Temporary Lieutenant-Colonel (Tijdelijk Luitenant-Kolonel)
Eenheid:
1st Parachute Battalion, 1st Parachute Brigade, 1st Airborne Division, British Army
Toegekend op:
23 december 1943
Uitgereikt voor:
Operatie Husky
Distinguished Service Order (DSO)
Voordracht:
"Lieutenant-Colonel Pearson voerde het bevel van het 1e Parachute Bataljon toen dat in de nacht van 13 op 14 juli 1943 deelnam in de Airborne aanval op Catania. Hij en zijn Bataljon werden wijd verspreid maar hij verzamelde alle de manschappen die hij kon vinden en leidde een succesvolle aanval op het hoofddoel. Gedurende het gevecht, die tegenaanvallen inhielden, vertoonde hij dapperheid en leiderschap van de hoogste orde. Toen zijn Bataljon werd teruggetrokken uit de strijd, bleef hij bij de 151e Infantry Brigade om hen het voordeel te geven van zijn plaatselijke kennis die hij bruikbaar inzette gedurende een aanval de volgende nacht."

Derde DSO toegekend als tweede gesp voor op het lint van de eerste DSO.
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Major (temporary Lieutenant-Colonel)
Eenheid:
8th Parachute Battalion, 3rd Parachute Brigade, 6th Airborne Division, British Army
Toegekend op:
1 februari 1945
Uitgereikt voor:
Operatie Overlord
Distinguished Service Order (DSO)
Voordracht:
"Liutenant-Colonel Pearson werd om 0050 uur gedropt op D Day,de 6e juni 1944. Hij raakte meteen gewond aan zijn linker hand door geweervuur. Ongeacht zijn verwonding organiseerde hij zijn uitgedunde Bataljon, zo'n 180 man sterk, in twee compagnieën en viel de vijand bij Bures en Troarn aan waardoor de eenheden die de brug moesten opblazen in staat werden gesteld hun werk te doen met een compleet succes. Op de avond van D Day onderging hij noodgedwongen een operatie om de kogel uit zijn hand te verwijderen maar hervatte meteen het bevel van zijn bataljon in het laatste stadium van de gevechten.
In de nacht van D Day plus 1 leidde hij persoonlijk een patrouille van 40 man zo'n 4 mijl achter de vijandelijke linies om gerapporteerde gewonden te evacueren bij het dorpje Bassenville. Dit maakte het noodzakelijk om de rivier de Dives tweemaal over te steken. De patrouille werd, als gevolg van zijn kundige leiderschap, een compleet succes en acht gewonde mannen werden gered. Op D plus 2 hield hij persoonlijk toezicht op de missie van een sterke gevechtspatrouille die voor zware verliezen bij de vijand zorgden in Troarn. In de nacht van D plus 5 leidde hij persoonlijk een patrouille van zo'n 70 man naar het dorpje Rouchville en viel de vijandelijke stelling ten noorden van het dorp aan terwijl zijn andere eenheid de laatst overgebleven weg voor flankerende communicatie door de vijand in het gebied succesvol vernielden. Op D plus 9 viel de vijand de Le Mesnil-positie met overmacht aan. Lieutenant-Colonel Pearson leidde het gevecht persoonlijk gedurende de gehele aanval en was onvermoeibaar in zijn bezoeken aan de frontcompagnieen. Toen de vijand, gesteund door zelfrijdend geschut, de voorwaartse posities begon te penetreren, bewoog hij naar voren, met de tegenaanval en zijn manschappen en een 17 ponds kanon zelf te hanteren met zo’n succes dat de vijand en zelfrijdend geschut werden gedwongen zich enigszins ongeorganiseerd terug te trekken. Gedurende de dag bewoog hij zich te midden van zijn manschappen onder artillerie-, mortier en machinegeweervuur en zijn optreden was een inspiratie voor het hele Bataljon. Door zijn briljante hanteren van het Bataljon gedurende de eerste week van de operatie was hij in staat om een numeriek superieure vijand op afstand te houden van de vitale hoogte bij het zuidelijke einde van het Bois de Bavent.”

Vierde DSO toegekend als derde gesp voor op het lint van de eerst DSO.
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Lieutenant-Colonel
Toegekend op:
3 september 1948
Efficiency Medal / Territorial Decoration

Bronnen

  • - Supplement to The London Gazette Issue 36000 published on the 30 April 1943
    - Supplement tot The London Gazette Issue 36018 published on the 14 May 1943
    - Supplement to The London Gazette Issue 36180 published on the 21 September 1943
    - Supplement to The London Gazette Issue 36297 published on the 21 December 1943
    - Supplement to The London Gazette Issue 36917 published on the 30 January 1945
    - Supplement to The London Gazette Issue 38394 published on the 31 August 1948
    - The Pegasus Archive
    - The Herald Scotland
    - Special Forces Roll of Honour

Foto