William Stanley Moss werd in 1921 geboren in Yokohama, Japan, als zoon van een Engelse zakenman en een Russische emigrant. Het gezin overleefde de grote aardbeving van Kanto in 1923 en verhuisde later naar Engeland, waar Moss naar de Charterhouse School ging.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog woonde Moss in Letland. Hij reisde via Stockholm naar Engeland en stak de Noordzee over per jacht. Na zijn opleiding in Caterham sloot hij zich in 1941 aan bij de Coldstream Guards, waar hij diende bij Chequers en Buckingham Palace, voordat hij naar Noord-Afrika werd gestuurd. Hij vocht met Montgomery's Achtste Leger van El Alamein tot Pantelleria en meldde zich eind 1943 vrijwillig aan bij de Special Operations Executive (SOE) in Caïro.
In Caïro verhuisde Moss naar een villa met de bijnaam "Tara", die hij deelde met collega-SOE-agenten en gravin Sophie Tarnowska. Het huis werd een levendige ontmoetingsplaats voor diplomaten, officieren en verzetsstrijders. De bewoners namen speelse namen aan – Moss was "Mr. Jack Jargon" – en organiseerden levendige bijeenkomsten terwijl ze geheime missies planden.
Moss is vooral bekend vanwege zijn rol als medeleider bij de gewaagde ontvoering van de Duitse generaal Heinrich Kreipe op Kreta in 1944. Samen met Patrick Leigh Fermor en Kretenzische verzetsstrijders vermomde Moss zich als Duitse soldaat en hield Kreipes auto aan bij Archanes. Nadat hij de chauffeur bewusteloos had geslagen, reed Moss de generaal door 22 controleposten in Heraklion, waarbij hij zich voordeed als zijn chauffeur.
Het team stak vervolgens te voet en per muilezel het Ida-gebergte over, waarbij ze met hulp van de lokale bevolking Duitse patrouilles ontweken. Op 14 mei ontsnapten ze per Britse motorboot vanaf het strand van Peristeres. De operatie gaf het moreel van de geallieerden een boost en werd vereeuwigd in Moss' bestseller Ill Met by Moonlight (1950), die later in 1957 werd verfilmd.
Moss keerde in juli 1944 terug naar Kreta. Hij leidde een gemengd team Kretenzers en ontsnapte aan Russische krijgsgevangenen in een hinderlaag bij Damasta, waarbij hij voertuigen vernielde en 40 tot 50 As-troepen doodde. Hij verliet het eiland in augustus en werd later bevorderd tot majoor.
Van september tot november 1944 opereerde Moss in Noord-Griekenland, waar hij sabotagemissies uitvoerde om de Duitse terugtrekking te verstoren. In 1945 sloot hij zich aan bij Force 136 in Thailand en parachuteerde in de regio Bandon voor Operatie Sungod. Zijn team coördineerde met Thaise troepen, identificeerde krijgsgevangenenkampen en bereidde sabotage van de infrastructuur voor. Ze hielden toezicht op de ordelijke overgave van Japanse troepen voordat Moss in november vertrok.
Hij werd in november 1946 uit het leger ontslagen.
Moss' oorlogsdaden worden beschreven in zijn boeken 'Ill Met by Moonlight' en 'A War of Shadows'. De knuppel waarmee Moss de chauffeur van Kreipe bewusteloos sloeg is te bezichtigen in de Imperial War Museum London.
Bevorderingen:
2 augustus 1941: 2nd Lieutenant
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!