Frederick William George Holness was de zoon van Albert George Ernest Holness en Irene Margaret Holness. Hij groeide op aan McMurray Avenue 56 in Toronto en volgde de openbare school, waar hij groep 8 afrondde. Voordat hij in dienst trad, werkte hij als hulpje van een pijpfitter en had hij banen bij A&P Warehouse en de CPR Roundhouse in Toronto.
Holness nam op 2 september 1941 op 18-jarige leeftijd dienst in het Canadese leger. Hij kreeg regimentsnummer B-79614 en begon zijn dienst bij het Irish Regiment of Canada. Tijdens zijn militaire carrière trainde hij bij verschillende depots en was hij verbonden aan verschillende eenheden, waaronder de Queen's Own Rifles en de Lorne Scots. Uiteindelijk werd hij overgeplaatst naar de Royal Winnipeg Rifles, waar hij diende als scherpschutter en gekwalificeerd was als 3-inch mortierschutter.
Ondanks een strafblad met diverse kleine disciplinaire overtredingen, zoals korte periodes van afwezigheid zonder verlof en het niet opvolgen van bevelen, werd Holness beschouwd als coöperatief en geschikt voor infanterietaken. Hij werd in juni 1942 overzee ingezet en nam deel aan de campagne in Normandië na de landing in D-Day.
Op 8 juni 1944, tijdens de beginfase van de invasie in Normandië, werd Holness gesneuveld. Later werd echter bevestigd dat hij op 9 juni 1944 als krijgsgevangene door vijandelijke troepen was gevangengenomen en vermoord. Hij was slechts 21 jaar oud.
Zijn offer wordt herdacht op het Canadese Virtuele Oorlogsmonument en op monumenten in Putot-en-Bessin, Frankrijk, en in de Anglicaanse St. John's Church in Toronto.
Zijn nalatenschap, inclusief de fooi en soldij van zijn oorlogsdienst, werd volledig nagelaten aan zijn moeder, Irene Holness, volgens zijn testament, ondertekend in maart 1944.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!