Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Acting Lieutenant-Colonel (Waarnemend Luitenant-Kolonel)

Eenheid:

No. 46 (Royal Marine) Commando, 8th Canadian Infantry Brigade, 3rd Canadian Infantry Division, Canadian Army

Toegekend op:

12 september 1944

Uitgereikt voor:

Operatie Overlord

Aanbeveling:
Op 11 juni 1944, dienend onder commando van deze brigade leidde Lt-Col Hardy zijn troepen tijdens de moeilijke en uitputtende operatie, het zuiveren van de bossen op beide oevers van de rivier tussen Barbière en Rots.
Hij toonde grote koelbloedigheid, een helder inzicht en persoonlijke moed tijdens de verovering van Le Hamel en Rots die pas na felle gevechten in het donker werden gezuiverd na een lange dag van vechten. Hoewel hij het volste recht had voor te stellen de verovering van Rots tot de volgende morgen uit te stellen na een grondige voorbereiding door de artillerie, stond deze officier erop zijn taak uit te voeren hoewel de invallende duisternis zijn problemen alleen maar groter maakten. De operatie was een volledig succes en bewijs voor het felle gevecht wordt geleverd door het begraven van 122 Duitsers de volgende dag. Als gevolg van de actie van Lt-col Hardy en zijn commando’s kon de brigade de volgende dag Rots bezetten ten koste van slechts twee verliezen en de positie aanzienlijk verbeteren.
Naar mijn mening was het succes van de operatie voor een groot deel te danken aan het leiderschap van de bevelhebber en ik beveel hem aan voor eern DSO.
Getekend: K G Blackader Brig, Comd 8 Cdn Inf Bde

Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Temporary Brigadier (Tijdelijk Brigade Generaal)

Eenheid:

No. 46 (Royal Marine) Commando, 4th Special Service Brigade, I Corps, British Army

Toegekend op:

3 april 1945

Aanbeveling:
Lt-col Hardy heeft van 6 tot 8 oktober 1944 zijn eenheid met opmerkelijk succes aangevoerd. Geduende deze periode heeft de eenheid zich bij veel gelegenheden onderscheiden. Lt-Col Hardy heeft onder vuur volledige minachting voor eigen veiligheid getoond en heeft bij elke gelegenheid een voorbeeldig voorbeeld gesteld. Twee gelegenheden, kenmerkend voor vele, worden genoemd waar zijn persoonlijke moed en leiderschip beslissend zijn geweest bij het winnen van het gevecht.
Op 20 augustus bij Putot-en-Auge kreeg de eenheid bevel om op korte termijn ‘s nachts een sterke vijandelijke stelling in dichtbegroeid terrein aan te vallen die overdag een aanval van het bataljon had afgeslagen.
Er was nog maar kort daglicht over voor een verkenning. Terwijl de verkenners zich verzamelden raakten twee pelotonsleiders gewond door een mortiergranaat. Om de tegenslag het hoofd te bieden, zetten de adjudant, de verbindingsofficier en de FOC, Lt-col Hardy elke officier en NCO op zijn juiste plek op de startlijn.
Omdat het te donker was om doelen aan te wijzen, leidde hij de aanval zelf vanuit het centrum van de eerste golf en was de eerste man binnen de vijandelijke stelling.
Het succes van de aanval was geheel aan zijn moed, vastberadenheid en leiderschap te danken.
Op 25 augustus bij Quetteville toonde hij weer grote vastberadenheid en plichtsbesef toen zijn eenheid door voortdurende tegenstand werd opgehouden nadat die aanzienlijke verliezen had geleden.
Hoewel hij aan het begin van de actie gewond raakte, hield niets hem tegen om een ingang naar de vijandelijke stelling te vinden.
Het was op zijn voorstel dat de laatste en geslaagde aanval werd gedaan. Het was geheel aan zijn inspiratie en persoonlijke minachting voor gevaar te danken dat het doel uiteindelijk werd veroverd.

Tweede DSO als gesp op het lint van de eerste medaille ontvangen.

Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Temporary Brigadier (Tijdelijk Brigade Generaal)

Eenheid:

3rd Commando Brigade, 25th Indian Infantry Division, British Indian Army

Toegekend op:

19 juli 1945

Aanbeveling:
Deze officier bereidde met grote haast en veel problemen zelf de aanvalsfase voor van twee gecombineerde operaties tegen (?)yeson en Kangaw in een periode van veertien dagen. Hij leidde de brigade tijdens beide aanvallen en tijdens de voortdurende zware gevechten bij de diepe doorstoot het binnenland in. Tijdens de hele operatie beheerste hij het gebied waar de gevechten het zwaarst waren en zijn optreden een inspiratie vormde. Zijn brigade was de speerpunt in beide operaties en het succes was grotendeels te danken aan Brigadier Hardy’s goede voorbereiding en leiding.

Derde DSO als gesp op het lint van de eerste medaille ontvangen

Rang:

Acting Lieutenant-Colonel (Waarnemend Luitenant-Kolonel)

Eenheid:

School of Combined Operations

Toegekend op:

10 juni 1948

Periode:

Maleise Opstand (1948-1960)

Rang:

Acting Brigadier (Waarnemend Brigade Generaal)

Eenheid:

3 Commando Brigade

Toegekend op:

19 oktober 1951

Aanbeveling:
Brigadier Hardy was commandant van 3 Commando Brigade Royal Marines en bracht deze brigade in mei 1950 van Hong Kong naar Maleisië. Hij legde in februari 1951 het commando over de brigade neer. Bij aankomst in Maleisië werden hij en de brigade geconfronteerd met operationele problemen die geheel nieuw voor hen waren en ver verwijderd van omstandigheden waarmee ze eerder ervaring hadden opgedaan. Onder zijn leiding paste de brigade zich snel aan en als resultaat van het grote enthousiasme en de vurigheid die hij ontketende, vestigde de brigade zijn naam al snel in Perak en deed zijn aanwezigheid sterk gelden. De brigade opende zeer snel zijn score van gedode bandieten en is sindsdien steeds sterker geworden.
Brigadier Hardy behaalde in het bijzonder successen in zijn contacten met de politie en het burgerlijk bestuur en met zijn persoonlijkheid hielp hij bij de vorming van een goede sfeer waarin de voorbereidingen van operaties tegen bandieten verliepen.
Het lijdt geen twijfel dat het succes van 3 Commando Brigade Royal Marines in Maleisië grotendeels te danken is aan de uitstekende basis, gelegd door Brigadier Hardy en de manier waarop hij de brigade heeft geleid tijdens het verblijf in Maleisië.

Rang:

Lieutenant-general (Luitenant-generaal)

Toegekend op:

1 januari 1957