TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Monument Marengo Harsin

Het monument van Marengo (vertaald van het informatiebord):

Dit monument werd ingewijd op zaterdag 1 oktober 2016 en is een hommage aan de Marokkaanse scherpschutter Boualio Baïza. Dit monument werd geopend in aanwezigheid van Hassan Touri (consul van Marokko en België), André Bouchat (burgermeester van Marche-en-Famennel), Marc Quirynen (burgemeester van Nassogne en Joseph Relnard (gedelegeerde voor België voor "de vriendschappen van de vrienden van Horgne en Spahis") die het initiatief namen voor de bouw van deze herinneringsplek.

De geschiedenis van de soldaat Baïza
Geboren in Marokko (in beschermd gebied van Frankrijk) op een onbekende datum werd Boualio ook "Bonatio" Baïza genoemd. Hij sloot zich vrijwillig aan bij het leger. Hij was gestationeerd in het vijfde regiment van de Marokkaanse scherpschutters (5RTM) in Bourgen-Bresse in het departement l’Ain. In 1939 werd dit regiment deel van het Afrikaanse leger dat toen uit 300.000 man bestond. Boualio Baïza werd gevangen genomen door een Duits offensief en hij werd op 7 juni 1940 dood gevonden tussen Jemeppe-Hargimont en Harsin in de richting van de Bande. De straat waar hij gevonden werd, heette "Marengo".

Het drama van Marengo
Volgens de archieven van het Franse leger was Boualio Baïza deel van 1000 gevangenen. Deze gevangenen moesten in rijen van 4 lopen en werden gecontroleerd door Duitse surveillanten op de fiets. Baïza stapte kort uit de rij omdat hij moest plassen. Deze beweging werd door de Duitse bewakers geïnterpreteerd als een ontwijkende manoeuvre waardoor zij vervolgens het vuur openden en hem in de borst raakten.

De interventie van de familie Renard
In Harsin aan het begin van de zomer van 1940 leefden de bewoners met de herinnering van de herhaaldelijke slachtpartij door het Duitse leger in augustus 1914. De familie Renard is één van de weinigen die het pad van de exodus van een deel van de bewoners van niet volgden. Zij waren geconfronteerd met de verwoesting van hun huis. Het hoofd van de familie Renard leegde het water uit de bassins die voor de groei van aardappelen bedoeld waren terwijl zij onderweg waren. De hongerige gevangenen sloegen het dorp over en gingen haastig door. Einde juni vroeg een Duitse officier, Nicolas Renard en zijn veertienjarige zoon Joseph of ze het kadaver van een Franse soldaat onder aan de dijk van een straat met de naam Marengo mochten ontruimen. Gewapend met een klein paard ontdekten ze een koordje dat naast twee takken was opgehangen. De vader en de zoon voerden het penibele werk van de evacuatie en het opgraven van het lichaam van Boualio Baïza uit. Zij gingen vervolgens naar de begraafplaats van Chavanne-Harsin.

De opmerking "dood voor Frankrijk" (1941) is opgedragen aan Boualio Baïza.

In juli 1969 werd zijn lichaam opgegraven in opdracht van "het nationale necropool van Chaste" dat toegewijd was aan de Franse soldaten die op Belgische bodem gevallen waren.

In 1978 kregen Joseph Renard en zijn vrouw hout uit Marengo. Enkele jaren later beslisten de eigenaren een monument op hun grondstuk op te richten om toekomstige generaties aan Boualio Baïza te laten herinneren: een Franse soldaat van Marokkaanse origine die in België voor onze vrijheid stierf.

Herinner tijdens het langslopen het offer van Boualio Baïza. Lang leve Marokko, lang leve Frankrijk en lang leve België

De geschiedenis van het vijfde regiment van de Marokkaanse scherpschutters.
Het vijfde RTM (Régiment de Tirailleurs Marocains) werd in Marokko opgericht in 1920. Toen heette zij het "vijfde regiment te voet van de Marokkaanse scherpschutters" en waren drie Marokkaanse hulp-bataljons bij hen aangesloten. Na de operaties tijdens de Tweede Wereldoorlog in Frankrijk, Italië en Duitsland gingen zij ook naar de oorlog in Indochina. Zij gingen later ook nog naar Madagaskar en Marokko. Het regiment werd in 1965 opgeheven.

Tijdens de periode «Drôle de guerre» (van september 1939 tot mei 1940) was het vijfde RTM succesvol gestationeerd in de Alpen, Champagne, in de Maas, in Lorraine en in l’Aisne. Op 10 mei 1940 was het "hoofdkwartier van de generaal" gestationeerd in l’Oise.
Op 13 mei bewogen zij met een boot door Valenciennes, via Trélon naar het front samen met België.

Op 16 mei werd het eerste bataljon (1/5RTM) ingezet in Ohain, het tweede bataljon vocht in Anor dat in het zuiden van Ohain was. Op hetzelfde moment kwam het derde bataljon aan in Valenciennes. Gedurende de avond lukte het de Duitse troepen door te zetten naar Trélon net buiten Ohain. Verder in het noorden lukte het het zevende leger van generaal Rommel de defensie van Avesnes te doorboren.

In de middag van 17 mei bewogen het eerste en het tweede bataljon van de scherpschutters naar het oosten (Rocquigny). Een deel van het tweede bataljon ging naar La Capelle en werd daar gevangen genomen.

Op 18 mei verzette het eerste en het tweede bataljon zich bij Rocquigny voordat zij zich terugtrokken in de richting van Catillon en Petit-Chambrésis. Ondertussen trok het derde bataljon verder naar Le Quesnoy. De volgende dag werd de sector van Petit-Cambrésis aangevallen en trokken ze zich terug naar Wassigny. In de middag van 20 mei werden zij omcirkeld, maar verzetten zij zich tot zij geen ammunitie meer hadden. Op 21 mei werden de verdedigende eenheden van Quesnoy en het bos van Andigny volledig omcirkeld. Uiteindelijk gaven zij zich aan het begin van de middag over. Aan het eind van deze operatie van de 5de RTM verliezen 327 mannen het leven. De rest van de mannen werd gevangen genomen.

Het einde van oorlogsgevangenen van de kolonies
Vanwege hun rassenideologie weigerde Duitsland Afrikaanse, Aziatische of Antilliaanse gevangenen binnen zijn landsgrenzen op te vangen, omdat zij een risico vormden voor de reinheid van het Arische bloed.

Na de campagne van mei 1940 werden deze gekleurde gevangenen verzameld in doorgangskampen en kregen zij herstelbetalingen toegewezen voor de schade die door de gevechten veroorzaakt werd. In de maand september werden zij getransporteerd naar kampen in het bezette Frankrijk.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

50.178092, 5.336869