TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Crash Site Bristol Fighter E2523 en Veldkruis J.B. Cowan Lichtervelde

Hier stortte op 3 oktober 1918 de Australische vliegtuigpiloot James Basil COWAN (1894-1918) neer. Cowan en zijn observator Ludlow Norman JONES (1897-1918) waren die morgen met hun Bristol Fighter E2523 opgestegen in het Noord-Franse Sainte-Marie-Capelle met opdracht de Duitse militaire stellingen in Izegem te bombarderen. Tijdens de vlucht worden zij boven Ingelmunster aangevallen door twaalf Duitse Fokkers. In het luchtgevecht loopt hun machinegeweer vast zodat zij weerloos zijn. Piloot Cowan probeert aan de achtervolgende Duitsers te ontkomen maar uiteindelijk wordt het toestel in brand geschoten. Intussen zijn ze afgedwaald tot in de buurt van Beveren en Lichtervelde. Hier, boven de Heihoek, valt Cowan van op 600m hoogte uit zijn brandend vliegtuig neer. Hij komt met een smak op de grond terecht en is op slag dood. Het toestel, met Jones aan boord, stort iets verder neer, in de buurt van de Onledemolen te Gits. Jones is zwaar gewond en wordt naar het Duitse veldhospitaal overgebracht waar hij nog dezelfde dag overlijdt. Hij wordt begraven op de Duitse Militaire Begraafplaats in de Torhoutstraat en na de oorlog overgebracht naar het Harlebeke New British Cemetery in Harelbeke. Piloot Cowan wordt begraven nabij dit veldkruis en in 1925 overgebracht naar het Dadizeele New British Cemetery te Dadizele. Op zijn grafsteen staan de woorden: ‘He lived in deed not words. Never forgotten’.
Cowan was in Australië geboren uit Ierse ouders. Ook Jones was van Ierse afkomst. Beiden behoorden tot het 48th Squadron RAF, een onderdeel van het Britse 2de Leger. Cowan was 24 jaar oud en was onderluitenant, Jones was 21 en luitenant. Zij sneuvelden vijf weken voor de Wapenstilstand.

Bron: informatiebord

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

  • Tekst: Luc Van Waeyenberge
  • Foto's: Luc Van Waeyenberge