TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Nederlandse Arbeidsdienst Kamp Nuis

Na de capitulatie van ons land richtten de Duitsers een opbouwdienst op. Aan het hoofd stonden in het begin Nederlandse officieren. De eerste was majoor J.H. Breunese. Hij stond bekend als organisator van de Nijmeegse Vierdaagse en had een goede naam bij de Nederlanders. Op 1 augustus 1941 nam hij zijn ontslag. Hij verzette zich tegen de invoering van de Hitlergroet in de NAD kampen. Toen de Duitsers begrepen dat de Nederlandse arbeiders niet zouden bijdragen aan de opbouw van het Duitse leger, werd de organisatie de Nederlandse Arbeidsdienst (N.A.D.) genoemd.

In juli 1941 huurde de Rijksgebouwendienst een stuk land van de familie Kimm en op 21 juli kreeg de burgemeester van Marum te horen dat daar een kamp zou worden opgericht door de Nederlandse Arbeidsdienst. Er werden barakken gebouwd.

De eerste arbeidsmannen, zoals ze genoemd werden, kwamen er vrijwillig, zij werkten voor kost, inwoning en zakgeld. Bovendien werden ze vrijgesteld van uitzending naar Duitsland. Ze werden onder meer ingezet bij de ruilverkavelingsprojecten rond Lucaswolde. Langzamerhand werden de Nederlandse commandanten door pro-Duitse commandanten vervangen.
Na de invasie werd de arbeidsdienst ingezet voor het maken van verdedigingswerken. In het Coendersbos werd afweergeschur gezet en bij het kamp kwamen mitrailleursnesten. De bedoeling was om er vervolgens Duitse gevangenen te huisvesten. De Nederlandse soldaten waren echter nodig aan het front en in plaats van Duitsers werden er NSB-vluchtelingen uit Arnhem en Limburg gehuisvest.

Nuis werd op 15 april 1945 bevrijd. Daarna werden de NSB'ers afgelost door gevangengenomen collaborateurs, die onder zeer slechte omstandigheden werden vastgehouden door de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). De toestand was zo slecht dat sommige BS-ers wegliepen omdat ze zich afvroegen of ze om deze reden in het verzet hadden gezeten.

In 1948 werd het omgevormd tot dependance van de jeugdgevangenis van Veenhuizen, waar ook een aantal SS'ers werden gehuisvest, ditmaal onder betere omstandigheden.
De bekendste SS'er waren Mooyman en Paul van Tienen.
In 1951 werden zij opgevolgd door 250 gevluchte Ambonezen (gezinnen van KNIL-militairen), die er verbleven tot 1964, toen de laatste Ambonezen verhuisden naar woningen in Marum, Drachten, Hoogkerk en Groningen en het kamp werd gesloten.
Alles werd gesloopt en niets herinnert meer aan het kamp.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)