TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!
D-Day, 6 juni 1944, een zeer belangrijke datum wanneer het over de bevrijding van Europa gaat. Op deze dag vond de grootste amfibische landing uit de geschiedenis op het continent plaats. Tijdens Operatie Overlord zetten geallieerde soldaten in Normandië voet op Franse bodem. Het doel is het doorbreken van Hitler’s Atlantikwall. Met het volgen van deze route brengt u in één dag een bezoek aan de belangrijkste bezienswaardigheden in de sector van de Britse luchtlandingsoperatie en Sword Beach op D-Day.

Inleiding
In de lente van 1943 hadden de geallieerde invasieplanners, onder commando van de Britse Lieutenant-General Frederick Morgan, Normandië gekozen als plek voor de invasie van West-Europa. Een landing op de stranden van Normandië had echter een behoorlijk nadeel: de linkerflank was erg kwetsbaar voor tegenaanvallen. De sterkste Duitse eenheden in Frankrijk, in het bijzonder pantserdivisies, bevonden zich namelijk tussen Le Havre en de monding van de Seine, omdat de Duitsers de geallieerde invasie bij het Nauw van Calais verwachtten.

Indien Generalfeldmarschall Erwin Rommel, die het bevel voerde over de eenheden langs de Franse kust, zijn troepen en tanks over de rivieren de Seine, de Dives en de Orne zou kunnen brengen, kon hij van Sword Beach tot Utah Beach alle troepen op de aanvalsstranden één voor één oprollen. Het zou de geallieerden immers enige dagen kosten om een strijdmacht met tanks en artillerie op de been te brengen die sterk genoeg was om een zware Duitse tegenaanval af te slaan.

Morgan en zijn staf besloten dat de Britse 6th Airborne Division tussen de rivier de Dives en de waterwegen van de Orne zou worden gedropt om deze kwetsbare linkerflank te beschermen. De 6th Airborne Division was één van de twee luchtlandingsdivisies van het Britse leger en de divisie stond onder bevel van Major-General Richard Gale. Vrijwel direct vanaf de oprichting stond de taak van de divisie tijdens D-Day vast. Nadat General Dwight Eisenhower in januari 1944 de taak van geallieerd opperbevelhebber van Morgan overnam, werd een flink aantal aspecten van het invasieplan aangepast. De rol van de 6th Airborne Division bleef echter ongewijzigd.


Overzicht van de landingsplaatsen op D-Day. Bron: Peter Boellaard.

Sword Beach
Sword Beach was vanuit geallieerd oogpunt het meest linkse van de vijf invasiestranden. Sword Beach behelsde de kust tussen het dorpje St.-Aubin-sur-Mer en Ouistreham, bij de monding van de rivier de Orne. Op deze kuststrook zou de Britse 3rd Infantry Division, onder bevel van Major-General Thomas Rennie, ondersteund door de 27th Armoured Brigade onder bevel van Brigadier G.E. Prior-Palmer landen. Daarnaast gingen hier de commandotroepen van de 1st Special Service Brigade, onder bevel van Lord Simon Lovat aan land. De Britten moesten zo snel mogelijk van het strand af landinwaarts trekken om het bruggenhoofd uit te breiden en zodoende contact te maken met het naastgelegen Juno Beach, Caen in handen te krijgen en verbinding te maken met de 6th Airborne Division in het bruggenhoofd aan de andere oever van de Orne.

De Britse luchtlandingsoperatie
Om de kwetsbare linkerflank te beschermen moesten de luchtlandingstroepen van de 6th Airborne Division in de nacht van 5 op 6 juni 1944 de bruggen over de rivieren de Dives en de Divette opblazen zodat Duitse eenheden deze bruggen niet zouden kunnen gebruiken bij een tegenaanval. De bruggen over de Orne en het kanaal van Caen, door de Britten aangeduid als respectievelijk de Horsabrug en de Pegasusbrug, moesten intact worden veroverd omdat deze bruggen later door de Britten moesten worden gebruikt voor de verbinding tussen het bruggenhoofd van de luchtlandingstroepen en Sword Beach. Bovendien moest de batterij van Merville voordat de landingen op Sword Beacht begonnen onschadelijk worden gemaakt omdat deze vuur kon uitbrengen op de invasietroepen op Sword Beach.
#PuntBezienswaardigheid
AStartpunt9th Battalion gedenkteken
 Locatie 1: Het rendez-vouspunt van 9th Parachute Battalion
De acties van de 6th Airborne Division werden uitgevoerd door 3rd Parachute Brigade, 5th Parachute Brigade en 6th Airlanding Brigade. De 3rd Parachute Brigade had het opblazen van de vier bruggen over de Dives, één brug over de Divette bij Varaville en het onschadelijk maken van de batterij van Merville als doel. Het doel van de 5th Parachute Brigade was het intact veroveren van de Horsabrug en de Pegasusbrug waarna een bruggenhoofd moest worden opgebouwd ter verdediging ervan. De 6th Airlanding Brigade zou in de avond van 6 juni 1944 tijdens Operatie Mallard landen om de beide Parachute Brigade's te versterken.

De landing van 3rd Parachute Brigade bestaande uit het 9th Parachute Battalion, het 8th (Midlands) Parachute Battalion en het 1st Canadian Parachute Battalion verliep niet vlekkeloos doordat zware bewolking navigatieproblemen veroorzaakte. De parachutisten van het 8th (Midlands) Parachute Battalion en het 1st Canadian Parachute Battalion raakten verspreid tijdens de landing maar slaagden er uiteindelijk wel in om de bruggen bij Troarn, Bures, Robbehomme en Varaville op te blazen. Daarna verplaatsen zij zich in westelijke richting om de heuvelkam tussen Amfreville en Troarn in te nemen en Duitse tegenaanvallen richting het bruggenhoofd af te slaan.


Het 9th Battalion gedenkteken op het rendez-vouspunt van het 9th Parachute Battalion. Foto: Peter Bijster.

Ook de 600 parachutisten van het 9th Parachute Battalion, die het onschadelijk maken van de batterij van Merville als doel hadden, raakten verspreid tijdens de landing. Nadat de manschappen de landingszone hadden verlaten, rukten ze op richting dit kruispunt zo’n 2 kilometer ten oosten van de batterij. Hier werden zij geïnformeerd door een verkenningsgroep van het bataljon dat vóór de hoofdmacht was afgesprongen en de Duitse aanwezigheid in de batterij moest bevestigen. Nadat zij hun wapens gecontroleerd hadden vertrokken de manschappen die zich op tijd hadden verzameld naar de batterij. Het was nu rond 04.00 in de vroege morgen van 6 juni.

De Nederlandse vertaling van de tekst op het gedenkteken is als volgt: "Vanaf dit kruispunt vertrok in de nacht van 5 op 6 juni 1944 het 9e Bataljon van het Britse Parachute Regiment, teruggebracht tot 150 mannen en beroofd van de meeste van haar wapens en uitrusting maar als een man achter haar commandant Lt-Col T Otway, om de Merville Batterij aan te vallen en te veroveren"
BWaypointAtlantikwall - Museé de la Batterie de Merville
 Locatie 2: De batterij van Merville
De batterij van Merville bestond uit 4 geschutsbunkers, een commandobunker, een manschappenbunker en verschillende munitiebunkers. Volgens de geallieerde inlichtingendiensten waren de geschutsbunkers voorzien van 150mm kanonnen die Sword Beach konden bestrijken. De nabijverdediging van de batterij bestond uit 20mm luchtdoelgeschut, posities voor machinegeweren, twee prikkeldraadversperringen en een mijnenveld.



Een van de geschutsbunkers van de batterij van Merville, het interieur van een geschutsbunker en de buste van Lieutenant-Colonel Terence Otway. Foto's: Jeroen Koppes (1), Peter Bijster (2) en Barry van Veen (3).

De aanval op de batterij van Merville werd door het 9th Parachute Battalion uitvoerig geoefend in Engeland. Voor deze oefeningen was zelfs op levensechte schaal een kopie van de batterij gebouwd waarop niet minder dan 9 oefenaanvallen werden verricht, zowel bij daglicht als in de nachtelijke duisternis. De daadwerkelijke aanval zou voorafgegaan worden door een bombardement van 100 Lancaster bommenwerpers. Na het bombardement zou de batterij aangevallen worden door de 600 parachutisten van Otway en daarnaast zouden 60 manschappen met drie zweefvliegtuigen midden in de batterij landen.

De situatie op de grond in Frankrijk was echter anders dan die in Engeland. Niet alleen beschikte Otway maar over 150 parachutisten met slechts 1 mitrailleur en 20 Bangalore torpedoes, ook het bombardement was uitgelopen op een fiasco en hij had geen lichtkogels om de piloten van de drie zweefvliegtuigen het teken te kunnen geven om te landen. Eén zweefvliegtuig had wegens problemen al een voortijdige landing in Engeland gemaakt, maar toen de twee overgebleven zweefvliegtuigen boven de batterij verschenen bleef een signaal vanaf de grond uit waardoor de piloten geen landing konden uitvoeren binnen de batterij.

Op de grond had Otway op dat moment al besloten om over te gaan tot een frontale aanval op de batterij met al zijn parachutisten. De parachutisten stormden al schietend en schreeuwend op de Duitse verdedigers af en wisten hen te overrompelen. De bunkers werden uitgeschakeld door in de schietgaten te vuren en handgranaten naar binnen te werpen. De hele aanval duurde nog geen twintig minuten. Van de 150 parachutisten bleef meer dan de helft dood of gewond achter na de aanval.

De overgebleven parachutisten vertrokken snel voor hun volgende missie, het innemen van de heuvelkam tussen Amfreville en Troarn.
CWaypointNo. 4 Commando gedenkteken
 Locatie 3: No. 4 Commando gedenkteken op de heuvelkam
Dit gedenkteken is opgericht ter herinnering aan No.4 Commando. Wanneer u de zandweg aan de linkerzijde van het gedenkteken volgt treft u na ongeveer 200 meter aan de rechterzijde van de zandweg een informatie paneel aan. De locatie van het informatie paneel bied u een prachtig uitzicht over Sword Beach en de vallei van de Orne waar de Horsabrug en de Pegasusbrug liggen. Vanaf hier kunt u zich de strategische waarde van de felbevochten heuvelkam tussen Amfreville en Troarn waarop u zich nu bevind goed voorstellen.

Na het uitschakelen van de batterij van Merville had het 9th Parachute Battalion de taak om posities in te nemen in het dorpje Amfreville op deze heuvelkam. Otway vertrok met slechts 80 parachutisten naar het dorpje. Onderweg naar Amfreville groeide het aantal parachutisten onder Otway aan met verschillende verdwaalde parachutisten die ze onderweg tegenkwamen.

Aangekomen in Amfreville bleek dat in het naastgelegen gehucht Le Plein een hoofdkwartier van het Ostbataljon 642, een onderdeel dat voornamelijk uit voormalige manschappen van het Rode Leger bestond, was gevestigd. Het dorpje werd sterk verdedigd werd door deze troepen. Na enkele aanvallen over en weer kwam Otway tot de conclusie dat zijn groep met parachutisten te verzwakt was om Le Plein in te nemen en vervolgens ook nog te behouden. Otway besloot zich dan ook terug te trekken naar het Château d'Amfreville om daar de komst van de eenheden van de 1st Special Service Brigade af te wachten. Rond 18.00 uur op 6 juni 1944 bereikte No.3 Commando vanuit Ouistreham het Château d'Amfreville en wist de inmiddels omsingelde parachutisten te ontzetten.


Het uitzicht op de monding van de rivier de Orne, Ouistreham en Sword Beach vanaf de heuvelkam. Foto: Peter Bijster.

De ruïnes van het Château d'Amfreville liggen in de bosrand circa 200 meter ten zuid-oosten van uw positie en zijn te voet te bereiken. U kunt echter ook doorrijden naar het parkeerterrein aan de Rue de la Culture in Amfreville waarvandaan u de ruïnes van het Château d'Amfreville en de nog bestaande l'église Saint-Martin te Le Plein gemakkelijk te voet kunt bereiken.
DWaypointOorlogsbegraafplaats van het Gemenebest Ranville
 Locatie 4: Oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest Ranville
De Oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest Ranville ligt midden in het operatiegebied van de 6th Airborne Division. Op de begraafplaats liggen 2.235 gesneuvelden uit het Gemenebest waarvan er 97 niet geïdentificeerd zijn. Velen van hen zijn luchtlandingstroepen van de 6th Airborne Division. Ook liggen op de begraafplaats enkele geallieerde gesneuvelden met een andere nationaliteit en 330 Duitse graven.

Op verschillende plekken in dit deel van het operatiegebied werden tijdens en direct na de gevechten kleinere begraafplaatsen ingericht, vlakbij de plek waar de manschappen waren omgekomen. Na de gevechten werden veel van deze graven uit onder meer Amfreville, Colleville-Montgomery, Houlgate, Colombelles en Villers-sur-Mer hier samengebracht. Op de begraafplaats liggen veel bijzondere graven. Zo ligt hier het graf van R.J. Johns, met zijn 16 jaar de jongste gesneuvelde Britse parachutist in de Tweede Wereldoorlog. De broers J. Maurice Rousseau en J. Phillippe Rousseau van het 1st Canadian Parachute Battalion liggen hier naast elkaar begraven. Ook ligt hier E.S. Corteil van het 9th Parachute Battalion samen met zijn paradog Glenn begraven. Glenn was de mascotte van het 9th Parachute Battalion.


De Oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest Ranville met de kerk van Ranville op de achtergrond. Foto: Barry van Veen.

Naast de begraafplaats ligt de schitterende kerk van Ranville met het bijbehorende kerkhof waar nog eens 47 gesneuvelden uit het Gemenebest en één Duitse soldaat begraven liggen. Op het kerkhof ligt ook het graf van Den Brotheridge. Brotheridge wordt door velen gezien als de eerste gesneuvelde geallieerde soldaat op D-Day. Het zweefvliegtuig waarin hij zat lande om 00:16 uur bij de Pegasusbrug en bij de eerste stormloop over de brug raakte hij gewond waarna hij aan zijn verwonding bezweek.
EWaypointPegasus Bridge
 Locatie 5: De Pegasusbrug en het Memorial Pegasus
De bruggen over de Orne en het kanaal van Caen, door de Britten aangeduid als respectievelijk de Horsabrug en de Pegasusbrug, moesten intact worden veroverd omdat deze bruggen later door de Britten moesten worden gebruikt. Als ze niet veroverd waren, vormden ze bovendien ook een barrière tussen de infanterie op het landingsstrand en de luchtlandingstroepen van de 6th Airborne Division. De D-company en 2 pelotons van B-company van de 2nd Oxfordshire and Buckinghamshire Light Infantry werd geselecteerd voor de aanval. Deze eenheid stond onder bevel van Major John Howard.

Zes zweefvliegtuigen, met in ieder toestel één peloton, getrokken door Halifax-bommenwerpers, vertrokken in de avond van 5 juni tegen elf uur vanaf het RAF-vliegveld van Tarrant Rushton in Hampshire in het zuiden van Engeland. Voor het vertrek had vrijwel iedereen nog snel handen geschud met de woorden: "See you at the bridge!" Toen de formatie de Franse kust bereikte, werden de zweefvliegtuigen losgekoppeld van de bommenwerpers. Die vlogen verder om Caen te bombarderen, wat meer bedoeld was als afleiding dan als een serieuze aanval.

De landing van het eerste zweefvliegtuig was ruw en lanceerde de twee piloten door de cockpit naar buiten, waarbij ze bewusteloos raakten. Toch waren ze precies op de plek geland die was uitgekozen. Air Chief Marshall Leigh-Mallory noemde de gebeurtenis het beste staaltje vliegenierswerk uit de oorlog. De Duitse wacht op de brug hoorde de crash, maar ging er vanuit dat het een brokstuk van een bommenwerper was, hetgeen wel vaker was voorgekomen.

Als snel stormde Den Brotheridge de brug op, gevolg door zijn mannen. De wachten zetten het op een lopen, terwijl vanuit twee machinegeweernesten het vuur wel werd geopend. Brotheridge wierp een granaat die één van de nesten uitschakelde, alvorens zelf geraakt te worden. Billy Gray schakelde met zijn Bren gun het andere machinegeweernest uit. De soldaten van de genie waren direct aan de slag gegaan met het verwijderen van de springladingen en het doorsnijden van de bijhorende kabels. Een ander team had de bunker uit weten te schakelen. De Pegasusbrug was veroverd.

Ongeveer vierhonderd meter verder hadden Captain Priday’s mannen intussen al bezit genomen van de Horsabrug. Howard kon zijn radioman opdracht geven om de overwinningscode door te seinen, ‘Ham and Jam’. Samen met het opblazen van de bruggen over de Dives en de Divette, het veroveren van de batterij van Merville en het bezetten van de heuvelkam had de Britse 6th Airborne Division al haar doelen binnen de gestelde tijd weten te bereiken. Nu moesten de bruggen nog bezet gehouden worden totdat Lord Lovat en zijn commando’s vanaf Sword Beach zouden arriveren.



De nieuwe Pegasusbrug over het kanaal van Caen met Café Gondree op de achtergrond, de buste van Major John Howard en de replica van een Horsa zweefvliegtuig in het Memorial Pegasus. Foto's: Peter Bijster (1) en Barry van Veen (2) (3).

In 1993 werd de originele Pegasusbrug vervangen voor een nieuw exemplaar dat de scheepvaart minder hinderde. De oude brug is tegenwoordig echter te vinden bij Memorial Pegasus, het museum gewijd aan de mannen van de 6th Airborne Division en hun heldhaftige optreden in de nacht van 5 op 6 juni 1944 en de dagen die daarop volgden. Vlakbij de brug treft u ook Café Gondree aan, het eerste huis in bezet Frankrijk dat tijdens D-Day werd bevrijd en nog altijd een café vol met souvenirs.
FWaypointMonument Doedelzakspeler Bill Millin
 Locatie 6: Standbeeld doedelzakspeler Bill Millin op Sword Beach
Nu was het moment aangebroken voor de landingen op Sword Beach. Hier zouden de Britse 3rd Infantry Division, de 27th Armoured Brigade en commandotroepen van de 1st Special Service Brigade aan land komen. Volgens de minutieuze planning moesten de DD-tanks van de 27th Amoured Brigade hierbij het spits afbijten. De zee was echter zo ruw dat de tanks slechts vijf kilometer uit de kust te water konden worden gelaten, in plaats van de oorspronkelijk geplande acht kilometer. De tanks hadden de grootste moeite om vooruit te komen in het water en werden al snel ingehaald door de landingsvaartuigen met infanterie. De eerste LCA’s en LCT’s liepen vlak na het verstrijken van het uur U aan de grond.

Kikvorstroepen lieten zich over de randen van hun vaartuigen in het water vallen en begonnen met het opruimen van de obstakels. De infanterie verliet ook haar vaartuigen en waadde naar het strand. Zij werd bestookt door mitrailleur- en mortiervuur. Als gevolg van het mitrailleur- en mortiervuur leden de Britten flinke verliezen en een aantal soldaten verkeerde in shocktoestand. Toch wist een groot aantal soldaten het strand over te steken en de Duitse verdedigers te bestoken. De Sherman- en Churchilltanks bleken van grote waarde bij het bestoken van de Duitse verdedigers. Met hun .50 mitrailleurs en hun kanonnen leverden zij de Britse troepen de vuursteun die de Amerikanen bijvoorbeeld op Omaha Beach zo deerlijk ontbeerden. Ook boden ze een welkome dekking voor de manschappen die het strand nog moesten oversteken.


Het standbeeld van doedelzakspeler Bill Millin met Sword Beach op de achtergrond. Foto: Jeroen Niels.

Ondanks dat de eerste landingen op Sword Beach relatief voorspoedig verliepen waren niet alle vooraf vastgestelde doelstellingen gehaald. De aanvalstroepen konden niet direct doorstoten richting het binnenland, ze werden tegengehouden door mortier- en mitrailleurvuur en scherpschutters. De commando’s van Lovat liepen door deze vertraging na de landingen iets achter op schema. Met doedelzakspeler Bill Millin aan de kop van de colonne begonnen de troepen op te rukken naar de Pegasusbrug. Rond één uur in de middag hoorden de luchtlandingstroepen bij de brug het geluid van de doedelzak van Bill Millin. Het werd beantwoord met twee blazen op de hoorn. Lovat en zijn Commando’s, gevolgd door een Churchill-tank, marcheerden richting de bruggen. De Britse luchtlandingstroepen hadden feitelijk hun taak volbracht nu het contact met het bruggenhoofd tot stand was gekomen. Ze hadden de bruggen veroverd en stand gehouden tot ze zouden worden ontzet.
GWaypointAtlantikwall - Hillman Bunker
 Locatie 7: Widerstandsnest 17, codename Hillman
Voor middernacht waren nog veel meer manschappen op Sword Beach aan land gegaan en was er contact gemaakt met de Britse 6th Airborne Division. De verliezen bij de landing werden op 630 doden en gewonden geschat. Aan Duitse zijde waren de verliezen vreselijk hoog. De 716. Infanteriedivision werd geheel vernietigd. De manschappen werden of gedood of gevangen genomen. Toch was de landing op Sword Beach en met name de opmars landinwaarts niet geheel succesvol. Caen was namelijk niet veroverd en op de rechterflank was men er ook niet in geslaagd om contact te maken met de Canadezen op Juno Beach.

De Britse opmars richting het binnenland had ernstige vertraging opgelopen bij de verovering van twee Duitse versterkingen met de codenamen Morris en Hillman. Morris bestond uit vier geschutsopstellingen voor 100mm kanonnen en werd omstreeks 13.00 uur aangevallen en al snel veroverd door het 1st Battalion The Suffolk Regiment. Na de verovering van Morris maakten zij zich op voor de aanval op Hillman dat bestond uit achttien ondergrondse bunkers en verschillende tobruks. Hillman was de commandopost van waaruit de Duitse verdediging van het gebied werd geleid. Van hieruit heeft u een prachtig uitzicht op de gehele kusstrook van Sword Beach.

De eerste aanval op Hillman door het 1st Battalion The Suffolk Regiment werd afgeslagen door de Duitse verdedigers. De tweede aanval werd na veel vertraging uitgevoerd met behulp van Sherman tanks van de 13/18th Hussars en was na een gevecht van 6 uur pas succesvol. Rond middernacht werd de commandobunker veroverd en werden 40 Duitse verdedigers krijgsgevangen gemaakt. De vertraging in de verovering van Hillman zorgde er echter voor dat Duitse eenheden de tijd kregen om de verdediging van Caen in te richten.


Het interieur van een van de bunkers van Widerstandsnest 17 zoals te zien tijdens een rondleiding in het hoogseizoen. Foto: Peter Bijster.

Zonder Hillman was Caen misschien wel binnen enkele dagen gevallen in plaats van enkele weken. Tegenwoordig wordt Hillman beheerd door de stichting "Les Amis du Suffolk Regiment". Het is gratis te bezoeken en tussen juli en september worden er rondleidingen georganiseerd. Hierbij is ook het interieur van de bunkers te bezichtigen.
HEindpuntPoint 55
 Locatie 8: Point 55 op de heuvelkam van Périers
De laatste locatie van deze Battlefield Tour is Point 55, het hoogste punt van de weg over de heuvelkam van Périers die gelegen is tussen Périers-sur-le-Dan en Plumetot. Op de kaarten van de geallieerden stond dit punt aangegeven als "Point 55". In de namiddag van 6 juni 1944 doken eenheden van de 21. Deutsche Panzer-Division via deze weg in het gapende gat tussen de Britten op Sword Beach en de Canadezen op Juno Beach.


Het uitzicht op Sword Beach en het achterland vanaf Point 55 op de heuvelkam van Périers. Foto: Peter Bijster.

De Duitse gevechtsgroep bestond uit ongeveer veertig tanks met ondersteunende eenheden. Rond vier uur in de middag kwam de gevechtsgroep aan bij de heuvelkam van Périers. Daar waren op dat moment ook Britse troepen van de King's Shropshire Light Infantry, tanks van de Staffordshire Yeomanry en tankjagers van de 41st Anti-Tank Battery, Royal Artillery aanwezig. De Britse strijdkrachten waren veel evenwichtiger samengesteld en werden bovendien voorzien van luchtsteun door jachtvliegtuigen. De Duitsers leden dan ook zware verliezen tijdens de gevechten aldaar. Ondanks deze zware verliezen drukten de Duitsers door tot het dorpje Lion-sur-Mer.

Terwijl zij onder vuur lagen van geallieerde anti-tankkanonnen wisten kleine Duitse eenheden rond 19.30 uur zelfs het strand bij Lion-sur-Mer te bereiken. Met de vrees ingesloten te worden door het arriveren van de geallieerde luchtvloot die Operatie Mallard uitvoerde trokken de doorgebroken Duitse eenheden zich echter al snel terug. De enige Duitse tegenaanval op D-Day was afgeslagen. Het zou de laatste keer zijn geweest dat de Duitsers de kust wisten te bereiken.

D-Day was voor de Britten, ondanks dat Caen niet veroverd was, een succes.


Bron tekst: Pieter Schlebaum, Jeroen Niels en Barry van Veen
Bron foto's: Peter Bijster, Jeroen Koppes, Jeroen Niels en Barry van Veen
Vertaling: Fred Bolle

GPX (beta) | OV2 (beta) | ITN (beta)