TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    De transporteenheid van het ML/KNIL voor en tijdens de Japanse inval in Nederlands-Indië, was de Depot Vliegtuigafdeling ML-KNIL (D-VI-A). Een groot deel van deze afdeling wist in 1942 naar Australië te ontkomen met medeneming van haar Lockheed 12 en Lockheed Lodestar toestellen.

    Geschiedenis


    Lockheed L-18-40 Lodestar LT9-19 Bron: Wilco Vermeer collection

    De Depot Vliegtuigafdeling ML-KNIL, kan gezien worden als de voornaamste voorloper van de latere transporteenheden van het ML/KNIL of in het Engels de Netherlands-East Indian Air Force (NEIAF). De Depot Vliegtuigafdeling (D.Vl.A.) van het ML/KNIL, was de transporteenheid van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Ten tijde van de Japanse inval in Nederlands-Indië, had de eenheid 19 Lockheed L18 Lodestar toestellen, een aantal Lockheed 12 toestellen en diverse andere toestellen in dienst.[1]

    De eenheid was gestationeerd op Andir, West Java. Ten tijde van de Japanse inval en de daaropvolgende strijd speelde de eenheid een belangrijke rol in het transporteren van militaire eenheden in de Indische Archipel en bij het evacueren van burgers. Hierbij werd nauw samengewerkt met de Koninklijke Nederlands-Indische Luchtvaartmaatschappij (KNILM) de Royal Air Force (RAF), de Royal Australian Air Force (RAAF) en later ook het US Army Air Corps.[2]

    Op 1 maart 1942 waren de Japanse troepen zover opgerukt, dat besloten werd de vliegtuigen van de D.Vl.A. over te brengen naar het Australische Perth. In de nacht van 1 op 2 maart werden vier toestellen overgebracht. De bevelhebber van de eenheid, Kapitein de Mul, had opdracht gekregen in Perth een nieuwe basis op te zetten. Naast deze basis in Perth, zouden Broome en Port Hedland fungeren als operationele bases. Andere toestellen zouden later volgen.[3][4]

    Op 8 maart waren nagenoeg alle toestellen van de eenheid in Perth, waar ze gestationeerd werden op RAAF Pearce en Maylands Field. Op 17 maart werden de overgebleven Lockheed Lodestar toestellen verkocht aan het US Air Corps en tussen 18 en 21 maart 1942 overgedragen. De manschappen kregen verlof, wat na de vele vluchten van en naar Nederlands-Indië en boven Australië zeer welkom was. Na hun verlof werden ze overgeplaatst naar de ML Vliegschool in Adelaide of het op 4 april 1942 geformeerde No. 18 (NEI) Squadron in Canberra.[5]

    Definitielijst

    KNIL
    Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (1830-1950) Benaming van het Nederlandse leger in Indonesië.

    Bevelstructuur

    Bevelstructuur

    Bevelhebber:

    Kapitein Sam de Mul



    Bases:



    Maospati, Madioen-Java


    Andir, West Java

    Perth, Australië



    Broome


    Port Hedland


    Gebruikte vliegtuigen



    19x Lockheed L-18-40
    LT9-07, LT9-08, LT9-09, LT9-14, LT9-15 (afgeschreven Darwin, maart 1942),
    LT9-16, LT9-17, LT9-18 (afgeschreven Broome, 3 maart 1942), LT9-19,
    LT9-21, LT9-22 (afgeschreven Brisbane, 15 februari 1942), LT9-23, LT9-24, LT9-25

    2x Lockheed L-12A/L-212
    L2-28, L2-29

    3x Curtiss CW-22


    3x Fokker C.X


    2x Ryan STM-2


    1x Bücker Jungmann Bü-131


    1x Walraven W2


    1x Waco EGC
    WT9-03 (vernield bij Japanse inval)

    1x Fairchild 24
    FAT9-26 (vernield bij Japanse inval)

    1x Waco UKC
    WT9-27 (19 februari 1942 verloren gegaan op Andir)

    1x Messerschmitt Bf 108
    MT9-28 (in Japanse handen gevallen)


    Noten

    1. Boer, 2012, pag. 1
    2. Boer, 2012, pag. 1
    3. Boer, 2012, pag. 12
    4. Boer, 2018, pag. 3
    5. Boer, 2012, pag. 26