TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

Vanaf de formatie in 1814 van het Koninkrijk der Nederlanden heeft het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) in Nederlands-Indië voor de militaire aanwezigheid van het koninkrijk gezorgd. Tot aan haar opheffing in 1950 probeerde dit leger de Nederlandse heerschappij over het gebied wat later Indonesië werd, indien nodig met geweld en onderdrukking, te handhaven. Uiteindelijk werd met de overdracht van de soevereiniteit van Nederlands-Indië aan Indonesië het KNIL overbodig en in 1950 opgeheven.


KNIL patrouille voor de Tweede Wereldoorlog Bron: NIMH 2155_022739

Definitielijst

KNIL
Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (1830-1950) Benaming van het Nederlandse leger in Indonesië.

Ontstaan

Het Nederlands-Indisch Leger werd op 14 september 1814 geformeerd. Tot die tijd was er voor de kolonie geen regulier leger. Nadat in 1596 voor het eerst vier Hollandse koopvaardijschepen de eilanden, welke later bekend zouden worden als de Indische Archipel, bereikten, werd langzaam maar zeker de Nederlandse invloed in het gebied vergroot. Tussen 1594 en 1602 deden diverse Nederlandse voorcompagnieën handel met volkeren in het gebied. Deze bedrijven werden in 1602 samengevoegd tot de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), die namens de Republiek der Verenigde Nederlanden de opdracht kreeg handel te drijven met en in de Indische Archipel en indien noodzakelijk hiervoor ook strijd te voeren. Naast strijd met diverse volkeren en staatjes in de Archipel moest hiervoor ook strijd worden gevoerd met Portugese en Engelse handelsmaatschappijen. Al die tijd bemoeide de Republiek der Verenigde Nederlanden, zelf zich nagenoeg niet met de handel en niet met de daarvoor te voeren strijd in de archipel.


VOC verovert het eiland Mannar op de Portugezen, 1658 Bron: Collectie Koninklijke Bibliotheek

Vanaf de 18e eeuw liep de invloed en de kracht van de VOC terug en kregen de Britten steeds meer de overhand in het gebied. Ook de Fransen breidden hun invloed in de omgeving langzaam maar zeker uit. Toen in 1795 de Bataafse Republiek werd gevestigd, werd op 24 december 1795 besloten de VOC op te heffen wat op 31 december 1799 formeel plaatsvond. Alle verantwoordelijkheden, schulden en verplichtingen van de VOC gingen op dat moment over naar de Bataafse Republiek. Na de Franse verovering van de Nederlanden kwam de Indische Archipel onder Nederlands-Frans bestuur te staan. De meeste gebieden werden al snel door de Engelsen veroverd. Bij de instelling van het Koninkrijk der Nederlanden vanaf 1814, werd de Indische Archipel formeel weer onder Nederlands bestuur gebracht.

Al direct bij de vestiging van het Koninkrijk der Nederlanden werd besloten dat voor de Indische archipel een speciaal leger zou worden opgericht, het Nederlands-Indisch Leger. Ter voorbereiding werd in Nederland de Indiaansche Brigade of ook wel de Indische Brigade opgericht. Vanwege de nieuwe dreiging die van de ontsnapte Napoleon kwam, werd deze brigade eerst ingezet in Europe tegen het Franse leger. Het bevel over de brigade werd in handen gelegd van luitenant-generaal Carl Heinrich Wilhelm Anthing, die nog niet lang hiervoor uit het Franse leger ontslag had genomen. De brigade diende bij het 2e Nederlandse Legerkorps, onder commando van Prins Frederik. Nog tijdens de campagne tegen Napoleon werd de Indische Brigade teruggeroepen van het front ter voorbereiding van de uitzending naar Nederlands-Indië. In Nederlands-Indië zou de brigade de basis gaan vormen van het op te richten en uit te bouwen Nederlands-Indisch Leger.

Definitielijst

Brigade
Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
kolonie
Overzees gebiedsdeel.

Indische Brigade

Indische Brigade
Luitenant-generaal Carl Heinrich Wilhelm Anthing
 Regiment Oost-Indische Infanterie No. 5
Generaal-majoor G.M. Busman
                1e Bataljon van Linie
Luitenant-kolonel Benjamin Bischoff
                2e Bataljon van Linie
Luitenant-kolonel Friedrich Stoecker
 Bataljon West-Indische jagers No. 10
Kolonel H.W. Rancke
 Bataljon West-Indische jagers No. 11
Luitenant-kolonel Frederik Knotzer
 Bataljon Flankeurs
Kolonel 2e klasse Willem Schenck
 Batterij Artillerie te Voet (6x 6-ponder, 2x 24 ponder Houwitsers)
Kapitein Carel Jan Riesz
 Trein (bagage)
Kapitein Riesz

Definitielijst

Artillerie
Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.
Brigade
Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
Infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).
Regiment
Onderdeel van een divisie. Een divisie bestaat uit een aantal regimenten. Bij de landmacht van oudsher de benaming van de grootste organieke eenheid van één wapensoort.

Van brigade naar leger

Tot 1830 werd dit leger onder directe leiding gebracht van het Nederlandse Leger en vanuit Nederland aangestuurd. Tussen 1820 en 1830 werd gewerkt aan de ontwikkeling van een zelfstandig leger. Deze zelfstandigheid werd op 4 december 1830 vastgelegd bij Besluit nummer 1 van de Gouverneur-Generaal. Dit werd bekrachtigd bij Koninklijk Besluit nr 93 en 94 op 10 maart 1832. Vanaf dat moment kon formeel gesproken worden over een Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL).[1]

De Formatie 1830 van dit leger was gebaseerd op de strijdkrachten zoals die na de Java oorlog van 1825-1830 waren ontstaan. Deze bestond op dat moment uit 603 Europese officieren, 37 Inheemse officieren, 5.699 Europese onderofficieren en minderen en 7.206 Inheemse onderofficieren en minderen. Door gebruik te maken van schutterijen en inheemse eenheden kon een strijdmacht van 640 officieren en 21.486 minderen op de been worden gebracht.

Ter uitbreiding van de strijdkrachten werd de Formatie 1840 opgesteld. Hiermee werd bereikt dat rond 1850 een troepensterkte van 27.000 manschappen was opgebouwd. Onder invloed van bezuinigingen en opstanden werden diverse nieuwe formaties opgesteld die dan weer in een vermindering, dan wel in een vermeerdering van de manschappen resulteerden. De meest bekende van die formaties waren de Formatie 1854 en de Formatie 1882. Tegen die tijd bestond het KNIL in aanleg uit een reeks bataljons. Ieder van die veldbataljons bestond uit Europese, Ambonese, Afrikaanse en Inlandse militairen. De Afrikanen waren voornamelijk afkomstig uit Guinea. Deze kolonie was afgestaan aan het Verenigd Koninkrijk maar Nederland mocht daar volgens contracten wel militairen werven tot deze contracten afliepen. Een bataljon telde zo één of twee Nederlandse compagnieën, één of twee Ambonese dan wel Inlandse compagnieën en één Afrikaanse compagnie. Het feit dat de Ambonese compagnieën apart werden vermeld geeft aan dat hier veel KNIL militairen werden geworven. Het KNIL kende hierdoor vele verschillende talen en geloven waarbij de Nederlandse officieren moesten zorgdragen voor een zo groot mogelijke eenheid tussen al deze diversiteit. De meeste officieren waren van Europese afkomst. Pas in de 20e eeuw werden alle onderdelen, rangen en wapenen in principe opengesteld voor alle groeperingen. Toch bleven de hogere rangen veelal voorbehouden aan Nederlandse officieren.[2]


Naast paarden werden bij het KNIL ook olifanten gebruikt. De stal te Tangse met rechts voor de olifant brigade commandant Van der Pol, Tangse, 1921 Bron: NIMH 2155_022350

In 1907 werd besloten om in oorlogstijd over te gaan tot de vorming van gemengde brigades. Een brigade bestond in dit geval uit vier bataljons infanterie, een half eskadron cavalerie, een afdeling artillerie en twee secties genie. Bij de Formatie 1915 werd hier nog een mitrailleur compagnie gevoegd. Een volgende formatie werd de Formatie 1922. Deze was ingegeven door de instelling van de dienstplicht voor Europeanen en de invoering van divisies en regimenten bij het KNIL. Door noodzakelijke bezuinigingen werd deze echter vervangen door de Formatie 1925. Hierbij werd het KNIL teruggebracht tot 1.274 officieren en 31.988 manschappen. Rond 1929 was de werkelijke kracht 1.136 officieren, 6.886 Europese onderofficieren en Europese manschappen en 30.296 niet Europese onderofficieren en manschappen.[3]

Definitielijst

artillerie
Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.
brigade
Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
cavalerie
In het Engels Calvary. Oorspronkelijk een aanduiding voor bereden troepen. In de Tweede Wereldoorlog de aanduiding voor gepantserde eenheden. Belangrijkste taken zijn verkenning, aanval en ondersteuning van infanterie.
infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).
KNIL
Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (1830-1950) Benaming van het Nederlandse leger in Indonesië.
kolonie
Overzees gebiedsdeel.
mitrailleur
Machinegeweer, een automatisch, zwaar snelvuurwapen.

Vredesorganisatie KNIL (stand 1902)

 Koninklijk Nederlands-Indisch Leger - Vredesorganisatie (stand 1902)
 Gouverneur-Generaal
Zijne Excellentie Willem Roosenboom
 Adjudanten H.M. de Koningin
Luitenant-generaal Joannes Benedictus van Heutsz
Kolonel der Artillerie Marinus Bernardus Rost van Tonningen
 Adjudanten Gouverneur-generaal
Luitenant-kolonel Lodewijk David Cornelis de Lannoy
1e Luitenant G.B.F. van der Schoot
Luitenant ter Zee 1e klasse J.A. Diemer Kool
Luitenant-kolonel Pangeran Adhipati Mangkoe-Boemi
 Generaal-majoor á la Suite
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg
 Commandant der Landmacht
Luitenant-generaal Willem Boetje
Adjudant: Kapitein C.F.H. Tückermann

 Departement van Oorlog:
Luitenant-generaal Willem Boetje
 Ie Afdeeling (Personeel en Militaire Zaken)
Luitenant-kolonel B.T.C.F. Schmidt
 IIe Afdeeling (Hoofdbureau der Infanterie)
Generaal-majoor Johan Cornelis van der Wijck
 IIIe Afdeeling (Hoofdbureau der Artillerie)
Kolonel Marinus Bernardus Rost van Tonningen
 IVe Afdeeling (Hoofdbureau der Genie) Kolonel Gerardus Johannes Kerlen
 Ve Afdeeling (Hoofdbureau der Militaire Administratie) Kolonel Intendant C.H.W. Boers
 VIe Afdeeling (Hoofdbureau van de Geneeskundige dienst)
Kolonel J. Haga
 VIIe Afdeeling (Hoofdbureau van de Generale Staf)
Generaal-majoor Gijsbertus Johannes van Kooten
 VIIIe Afdeeling (Hoofsbureau der Cavalerie)
Luitenant-kolonel C.W.F. Happé

 Generale Staf:

 Hoofdbureau Batavia
Generaal-majoor Gijsbertus Johannes van Kooten
 Topografische Dienst
Kolonel J.J.K. Enthoven
Directie
Triangulatiebrigade
1e Opnemingsbrigade
2e Opnemingsbrigade
3e Opnemingsbrigade
Opleidingsbrigade
 Gewestelijke Dienst
Kapitein C.H. van Rietschoten

 Gewestelijke en Plaatselijke Staven:

 Eerste Militaire Afdeeling op Java
Kolonel J.W. Stoutjesdijk
 Tweede Militaire Afdeeling op Java
Generaal-majoor G.F. Soeters
 Derde Militaire Afdeeling op Java
Kolonel Willem Gerardus Antonius Cornelis Christan
 Atjeh en Onderhoorigheden
Luitenant-generaal Joannes Benedictus van Heutsz
 Sumatra's Westkust
Kolonel N. ten Broek
 Benkoelen
Kapitein J.F. Schilham
 Lampongsche Districten Kapitein C.C.A. Schröder
 Palembang Luitenant-kolonel T.H. van Haeften
 Banka Kapitein W.H. de Lussanet de la Sabloniére
 Riouw
Kapitein L.F. Schröder
 Sumatra's Oostkust
Luitenant-kolonel G.M. Bleckmann
 Wester Afdeeling van Borneo
Luitenant-kolonel P.A. Gallas
 Zuider- en Ooster Afdeeling van Borneo
Luitenant-kolonel J.A.W. Weustmann
 Celebes, Menado en Timor
Luitenant-kolonel F.C. Hering
 Amboina en Ternate
Majoor P.F.L.C. Lach de Bere

 Wapen der Infanterie:
  Veldbataljons:
Ie Bataljon Infanterie KNIL
IIe Bataljon Infanterie KNIL
IIIe Bataljon Infanterie KNIL
IVe Bataljon Infanterie KNIL
Ve Bataljon Infanterie KNIL
VIe Bataljon Infanterie KNIL
VIIe Bataljon Infanterie KNIL
VIIIe Bataljon Infanterie KNIL
IXe Bataljon Infanterie KNIL
Xe Bataljon Infanterie KNIL
XIe Bataljon Infanterie KNIL
XIIe Bataljon Infanterie KNIL
XIIIe Bataljon Infanterie KNIL
XIVe Bataljon Infanterie KNIL
XVe Bataljon Infanterie KNIL
XVIe Bataljon Infanterie KNIL
XVIIe Bataljon Infanterie KNIL
XVIIIe Bataljon Infanterie KNIL
XIXe Bataljon Infanterie KNIL
XXe Bataljon Infanterie KNIL
Reserve Bataljon Infantrerie KNIL
Ie Depotbataljon
IIe Depotbataljon
IIIe Depotbataljon
IVe Depotbataljon
Garnizoensbataljon van Sumatra's Westkust
Garnizoensbataljon van Palembang
Garnizoensbataljon der Westerafdeeling van Borneo
Garnizoensbataljon van Celebes, Menado en Timor
Garnizoensbataljon van Amboina en Ternate
1e Garnizoensbataljon van Atjeh en Onderhoorigheden
2e Garnizoensbataljon van Atjeh en Onderhoorigheden
Garnizoensbataljon van de Oostkust van Sumatra
Garnizoenscompagnie van Bantam te Serang
Garnizoenscompagnie van de Lamponsche Districten te Telok-Betong
Garnizoenscompagnie van Bengkoelen
Garnizoenscompagnie van Riouw
Garnizoenscompagnie van Banka
Garnizoenscompagnie van Zuid-Nieuw-Guinea
Garnizoenscompagnie van Korintji te Sendaran
Substitentenkader  te Batavia
Substitentenkader te Semarang
Substitentenkader te Soerabaja
Substitentenkader te Padang
Substitenten-compagnie ter Sumatra's Westkust
Substitentenkader te Koeta Radja
Strafdetachement te Ngawi

 Wapen der Cavalerie:

 Eskadrons:
1e Veldeskadron
2e Veldeskadron
3e Veldeskadron
4e Veldeskadron
Depot-eskadron
Detachement Makassar

 Wapen der Artillerie:

 Artillerie Inrichtingen:
Artillerie-constructiewinkel en Pyrotechnische Werkplaats, Soerabaja
Buskruitmolen, Ngawi
Geweermakersschool, Meester-Cornelis
 Artillerie Magazijnen:
Magazijnen van Oorlog (7x)
 Gewestelijke Artillerie-commandementen
1e Militaire Afdeeling
2e Militaire Afdeeling
3e Militaire Afdeeling
 Veld- en Bergartillerie op Java:
1e Veldbatterij
2e Veldbatterij
3e Veldbatterij
4e Veldbatterij
1e Bergbatterij
2e Bergbatterij
3e Bergbatterij
4e Bergbatterij
 Vestingartillerie op Java:
1e Compagnie
2e Compagnie
3e Compagnie
4e Compagnie
5e Compagnie
6e Compagnie
7e Compagnie
12e Compagnie
 Artillerie der Buitenbezettingen:
Compagnie van Palembang
Compagnie van Atjeh en Onderhoorigheden
Compagnie van Borneo
Compagnie van Amboina en Ternate
 Sectieën Bergartillerie:
Sectie Padang
Sectie Fort de Cock

 Wapen der Genie:

 Gewestelijke en Plaatselijke Geniedienst:
1e Militaire Afdeeling
2e Militaire Afdeeling
3e Militaire Afdeeling
Plaatselijke Afdeelingen (8x)
 Korps Genietroepen:
1e Compagnie
2e Compagnie
3e Compagnie
Spoorweg- en Telegraafcompagnie
Sectieën (2x Atjeh)
 Dienst der Geniemagazijnen
Magazijnen (3x)

 Overigen:

 Korps Marechaussée te voet in Atjeh en Onderhoorigheden

 Militaire School te Meester-Cornelis

 Militaire Pupillenschool te Gombong

 Militaire Strafgevangenis en Huis van Detentie te Tjimahi

 Permanente Militaire Spoorwegcommissie

 Remonte-Depot te Padalarang

 Hoog Militair Gerechtshof in Nederlandsch-Indië


 Korpsen van Inheemse Heersers:

 Lijfwacht-Dragonders van Z.H. den Sultan van Djokjakarta
Ritmeester J.P. Kohn
 Lijfwacht-Dragonders van Z.H. den Soesoehoenan van Soerakarta
1e Luitenant P.W.G. Gout
 Legioen van Mangkoe Nagoro
Pangeran Adipati Ario Mangkoe Nagoro VI
 Barisans
Raden Ario Soerio Adi Ningrat

Definitielijst

Artillerie
Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.
Cavalerie
In het Engels Calvary. Oorspronkelijk een aanduiding voor bereden troepen. In de Tweede Wereldoorlog de aanduiding voor gepantserde eenheden. Belangrijkste taken zijn verkenning, aanval en ondersteuning van infanterie.
Infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).
KNIL
Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (1830-1950) Benaming van het Nederlandse leger in Indonesië.

Modernisering, Tweede Wereldoorlog en Politionele Oorlogen

Het KNIL had formeel een tweeledige taak. Allereerst moest het zorgdragen voor de handhaving van het Nederlands gezag in de Archipel tegen onrust of verzet binnen de grenzen, verzekering van rust en orde. Het tweede deel van de taakstelling behelsde de vervulling van de plicht als lid van de volkengemeenschap tegenover andere volkeren. De eerste taak werd als de hoofdtaak opgevat en de tweede taak werd gezien als het handhaven van een strikte neutraliteit in conflicten tussen andere mogendheden. Tussen 1911 en 1936 telde het KNIL een kleine 35.000 militairen op een bevolking van meer dan 50 miljoen.[4]


6e eskadron cavalerie KNIL, Bandoeng, 1930 Bron: NIMH 2155_022201

Aanvankelijk werd de inzet van het KNIL vooral op Java geconcentreerd en moest de Koninklijke Marine de buitengewesten controleren. Naarmate de dreiging in het gebied van met name Japan groter werd, werd besloten de invloedsfeer van het KNIL uit te breiden. Tevens werd hierbij besloten het luchtwapen verder uit te breiden door de instelling van het ML-KNIL, de Militaire Luchtvaart KNIL. Hiertoe werden moderner vliegtuigen aangeschaft en werd het aantal vliegvelden in de archipel uitgebreid. Ook werd besloten tot de aanschaf van tanks en modern luchtafweergeschut. Toen Nederland zelf door de Duitse Wehrmacht onder de voet werd gelopen in mei 1940, bestond het KNIL uit 1.345 officieren en 37.583 onderofficieren en manschappen. Daarnaast had men de beschikking over 1.783 reserveofficieren, 13.263 militieleden, 17.596 leden van de Landstorm en diverse inheemse korpsen.[5]

De val van Nederland zorgde echter wel voor de nodige problemen. Met name de opleiding en toezending van Europese officieren vanuit de Nederlandse opleidingen stopte en er moesten alternatieve wegen gevonden worden voor de levering van wapens, uitrusting en dergelijke.[6]

In 1942 werd het opperbevel van het KNIL tevens de bevelhebber van ABDA-Command, oftewel Commander-in-chief American-British-Dutch-Australian (ABDA) Land Forces. Tot hij in krijgsgevangenschap raakte was dit Luitenant-generaal Hein ter Poorten. Op 8 maart 1942 capituleerde het KNIL aan de Japanners op het vliegveld van Kalidjati. Na een reorganisatie werd in 1943 een Opperbevelhebber Nederlandse Strijdkrachten Pacific benoemd. Dit werd Luitenant-generaal Ludolph Hendrik van Oyen. Vanuit Australië werd het KNIL in stand gehouden en voor zover mogelijk uitgebreid. Tijdens de 'bevrijding' van Nederlands-Indië/Indonesië werden kleine eenheden van het KNIL ingezet in samenwerking met voornamelijk Australische eenheden. Hierdoor kon een kleine aanwezigheid in de Indische Archipel na de overgave van de Japanners worden verzekerd.[7]


KNIL Lt-Kol Dr. Brandon, AIF Brigade-General D.A. Whitehead die leiding gaf aan de geallieerde operaties op Tarakan in 1945, en waarnemend commandant KNIL Lt-Gen van Oyen, Tarakan, 1945 Bron: NIMH 2155_019866

Na de Tweede Wereldoorlog probeerde Nederland wederom het gezag over Nederlands-Indië/Indonesië te vestigen wat leidde tot een tweetal Politionele Oorlogen en een Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Mede onder druk van de Verenigde Staten en de Verenigde Naties werd Nederland gedwongen de onafhankelijkheid van Indonesië met uitzondering van Nederlands-Nieuw Guinea te erkennen. Een oorlog met Indonesië over Nederlands-Nieuw Guinea moest uiteindelijk eveneens onder internationale druk worden opgegeven. Gedurende al deze strijd speelde het KNIL een aanzienlijke en soms ook twijfelachtige rol. Op 26 juli 1950 werd het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger ontbonden. Gedurende haar bestaan heeft de landcomponent van het KNIL een aantal eenheden gekend waarbij de uitbouw begon met bataljons, overliep naar brigades, militaire departementen en divisies. In de hogere regionen werd het KNIL georganiseerd in territoriale commando's en troepencommando's en kende één leger, het zogenaamde Java Leger (zie Overzicht KNIL eenheden). Gedurende haar bestaan heeft het KNIL met geweld en onderdrukking getracht de Nederlandse heerschappij over de Indische Archipel te vestigen en handhaven. Hierbij werd bij tijd en wijle niet geschuwd om misdadig optreden toe te passen.

Definitielijst

KNIL
Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (1830-1950) Benaming van het Nederlandse leger in Indonesië.
Landstorm
Vóór WO II de benaming voor verschillende, uit vrijwilligers bestaande formaties van de landmacht in Nederland. De Landstorm werd kort na de Duitse inval in 1940 door de bezetter ontbonden.
neutraliteit
Onpartijdigheid, onzijdigheid, tussen de partijen instaand, geen partij kiezen.

Organisatie 1934 - 1945


Lichte tanks en vliegtuigen, de modernste wapens van het KNIL aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog Bron: NIMH 2155_022308 / Nationaal Archief
 Koninklijk Nederlands-Indisch Leger - ca 1934 - 1945
 Opperbevel/Departement van Oorlog:
 Opperbevelhebber Zee- en Landmacht:
Gouverneur-generaal Alidius Warmoldus L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer
 Adjudanten
Luitenant-kolonel der Intendance Louis Frederik Lanzing
Luitenant-ter-zee 1e Klasse Gijsbert Nicolaas Hendricus Baron van Till
Luitenant-kolonel Pangeran Ario Mangkoe Koesoemo
 Bevelhebber Leger
 Bandoeng, Java
Luitenant-generaal Gerardus Johannes Berenschot (? - 1939)
Luitenant-generaal Hein ter Poorten (1939 - 1942)
 Hoofdambtenaar
Kolonel titulair der Infanterie Maximiliaan Eugène Albert van Goor
 Kabinet
Kapitein M.D. Schaafsma
Kapitein bd U. van Kraayenoord (waarnemend)
 Ie Afdeling (Secretariaat)
Luitenant-kolonel der Infanterie Simon Jacobus Andriessen
 IIe Afdeling (Hoofdkantoor der Infanterie)
Kolonel Pierre Antoine Cox (1938 - 1940)
Kolonel Johan Hendrik Uhl (1941 - 8 maart 1942)
 IIIe Afdeling (Hoofdkantoor der Artillerie)
Kolonel Hein ter Poorten (1936 - 1939)
Generaal-majoor Henry Louis Maurer (1940-1942)
 IVe Afdeling (Hoofdkantoor der Genie)
Generaal-majoor Gustave Jacques Frederik Statius-Muller (maart 1935 - ?)
 Ve Afdeling (Hoofdkantoor der Militaire Administratie
Kolonel Henricus Josephus Bernardus Tulfer
 VIe Afdeling (Hoofdkantoor van den Militair Geneeskundigen Dienst)
Generaal-majoor Jacob van Rees
 VIIe Afdeling A (Hoofdkantoor van de Generale Staf)
Generaal-majoor Gerardus Johannes Berenschot (-1934)
Generaal-majoor Hein ter Poorten (1934 - 1939)
Generaal-majoor Rudolph Bakkers (1939 - 1941)
Generaal-majoor Johan Hendrik Uhl (1945-1946)
 VIIe Afdeling B (Hoofdkantoor der Intendance)
Kolonel Cornelis Hendrik Coenraad Waal
 VIIIe Afdeling (Hoofdkantoor der Cavalerie)
Kolonel H.J.A. Kamps
 IXe Afdeling (Hoofdkantoor van den Topografischen Dienst)
Kolonel Marius Theodorus van Staveren
 Xe Afdeling (Hoofdkantoor van het Dienstplicht- en Reservepersoneel)
Hoofdambtenaar H.M. Weeda
 XIe Afdeling (Hoofdkantoor van den Militair Diergeneeskundigen Dienst)
Dirigerend paardenarts 1e klasse J.C. Witjens
 XIIe Afdeling (Hoofdkantoor van de Militaire Luchtvaart
Luitenant-generaal Ludolph Hendrik van Oyen
 Voorzitter Mobilisatie Raad
Luitenant-generaal Tjalling Bakker (1941- 1942)

 Java Leger:

 Ie Militaire Departement KNIL / Ie Divisie (KNIL)
 Java
Generaal-majoor Wybrandus Schilling
Generaal-majoor Jacob Jan Pesman (1941)
 IIe Militaire Departement KNIL / IIe Divisie (KNIL)
 Java
Generaal-majoor Pierre Antoine Cox
Generaal-majoor Gustav Adolf Ilgen (1941)
 IIIe Militaire Departement KNIL / IIIe Divisie (KNIL)
 Java
Generaal-majoor Gustav Adolf Ilgen
 1e Verkenningsafdeling ML-KNIL
 Tjikembar, Java
1e Luitenant Johan Willem Verhoeven
 2e Verkenningsafdeling ML-KNIL
 Djokjakarte, Java
Kapitein Willem Adam Meelhuysen

 Territoriale commando's:

 Territoriaal Commando Noord-Sumatra
 Militair Commandant van Atjeh en Onderhorigheden
 Medan, Sumatra
Kolonel George Frank Victor Gosenson
 Territoriaal Commando Sumatra's Westkust en Tapanoeli
 Militair Commandant van Sumatra's Westkust en Tapanoeli
Luitenant-kolonel John Hermann Monaco Blogg
 Territoriaal Commando Riouw en Onderhorigheden
 Militair Commandant van Riouw en Onderhorigheden
Majoor Hendrik Johannes de Vries
 Territoriaal Commando Zuid-Sumatra
 Militair Commandant van Palembang en Djambi
 Palembang, Sumatra
Luitenant-kolonel L.N.W. Vogelsang
 Territoriaal Commando Westerafdeling van Borneo
 Militair Commandant der Westerafdeling van Borneo
 Pontianak, Borneo
Luitenant-kolonel Dominicus Pieter Frans Mars
Luitenant-kolonel P.J. Heesterman (1941)
 Territoriaal Commando Zuider- en Oosterafdeling van Borneo
 Militair Commandant der Zuider- en Oosterafdeling van Borneo
 Bandjermasin, Borneo
Luitenant-kolonel Henry Th. Halkema
Kolonel Johan Adriaan Fleischer (1941)

 Territoriaal Commando Celebes en Menado
 Militair Commandant van Celebes en Menado
 Makassar, Celebes
Kolonel Marinus Vooren
 Territoriaal Commando Timor en Onderhorigheden
 Militair Commandant van Timor en Onderhorigheden
 Koepang, Timor
Luitenant-kolonel Willem Eugenius Claudius Detiger
Majoor Nico Leonard Willem van Straten (1 maart 1942)
 Territoriaal Commando Molukken
 Militair Commandant der Molukken
 Halong, Ambon
Luitenant-kolonel  Joseph Leon Richard Kapitz
Luitenant-kolonel Pieter Scholten (1941)
 Plaatselijk Commandant te Batavia
Luitenant-kolonel F.F. Milius
 Plaatselijk Commandant te Tjimahi
Luitenant-kolonel W.L.A. Hojel
 Plaatselijk Commandant te Bandoeng
Reserve Luitenant-kolonel H. Paulus
 Plaatselijk Commandant te Soerabaja
Luitenant-kolonel Jonkheer Willem Boreel

 Troepencommano's:

 Troepencommando Balikpapan
Luitenant-kolonel Cornelis van den Hoogenband
 Troepencommando Tarakan
Luitenant-kolonel Simon de Waal
 Troepencommando Samarinda
Kapitein G.A.C. Monteiro
 Troepencommando Samarinda II
Majoor Gérard Du Ry van Beest Holle

Definitielijst

Artillerie
Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.
Cavalerie
In het Engels Calvary. Oorspronkelijk een aanduiding voor bereden troepen. In de Tweede Wereldoorlog de aanduiding voor gepantserde eenheden. Belangrijkste taken zijn verkenning, aanval en ondersteuning van infanterie.
Divisie
Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.
Infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).
KNIL
Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (1830-1950) Benaming van het Nederlandse leger in Indonesië.
Mobilisatie
Een leger in staat van oorlog brengen, dus eigenlijk de overgang van vredestoestand naar oorlogstoestand. Het Nederlandse leger werd gemobiliseerd op 29 augustus 1939.

Bevelhebbers


De eerste, Carl Heinrich Wilhelm Anthing, en de laatste, Dirk Cornelis Buurman van Vreeden, bevelhebber van het KNIL Bron: Nationaal Archief
Carl Heinrich Wilhelm Anthing
Generaal-majoor
21 april 1815
Hendrik Merkus de Kock
Generaal-majoor
13 november 1819
Josephus Jacobus van Geen
Generaal-majoor
31 december 1825
Hendrik Merkus de Kock
Generaal-majoor
13 maart 1828
Benjamin Bischoff
Generaal-majoor
11 september 1828
(overleden voor aanname)
Johannes van den Bosch
Gouverneur-generaal
16 januari 1830
Hubert Joseph Jean Lambert de Stuers
Generaal-majoor
16 november 1930
Frans David Cochius
Generaal-majoor
22 november 1834
Carel van der Wijck
Generaal-majoor
17 december 1847
Karel Bernhard van Saksen-Weimar-Eisenach
Luitenant-generaal
6 juni 1848
Andreas Victor Michiels
Luitenant-generaal 19 februari 1849
Gerhardus Bakker
Generaal-majoor
15 december 1851
François Vincent Henri Antoine de Stuers
Luitenant-generaal
5 oktober 1853
Jan van Swieten
Luitenant-generaal
1 oktober 1858
Cornelis Albert de Brauw
Luitenant-generaal
1862 (overleden voor aanname)
Charles Pierre Schimpf
Luitenant-generaal
5 juni 1862
Augustus Johannes Andresen
Luitenant-generaal
20 april 1865
Willem Egbert Kroesen
Luitenant-generaal
20 februari 1869
Nicolaus Hans Willem Stumphius Whitton
Luitenant-generaal
5 april 1873
Gilles Pieter de Neve
Luitenant-generaal
19 april 1875
Huibert Gerard Boumeester
Luitenant-generaal
15 april 1879
Karel Lodwijk Pfeiffer
Luitenant-generaal
2 juni 1883
Anthonie Haga
Luitenant-generaal
13 juli 1887
Theodoor Johan Arnold van Zijll de Jong
Luitenant-generaal
13 juli 1889
Adriaan Rudolf Willem Gey van Pittius
Luitenant-generaal
4 april 1893
Jacobus Augustinus Vetter
Luitenant-generaal
19 juni 1895
Lammert Swart
Luitenant-generaal
3 september 1897
Heribert Cornelis Pieter de Bruijn
Luitenant-generaal
1900
Johan Cornelis van der Wijck
Generaal-majoor
1903
Willem Boetje
Luitenant-generaal
27 maart 1903
Gijsbertus Johannes van Kooten
Luitenant-generaal
1905
Johan Cornelis van der Wijck
Generaal-majoor
1905
Marinus Bernardus Rost van Tonningen
Luitenant-generaal
1907
Pieter Cornelis van der Willigen
Luitenant-generaal
14 juli 1909
Gotfried Coenraad Ernst "Frits" van Daalen
Luitenant-generaal
1910
Johan Pieter Michielsen
Luitenant-generaal
1914
Hendrik Christiaan Kronouer
Luitenant-generaal
1916
Walter Robert de Greve
Luitenant-generaal
1916
Cornelis Hendrik van Rietschoten
Luitenant-generaal
1918
Gerard Kornelis Dijkstra
Luitenant-generaal
1920
Frans Jan Kroesen
Luitenant-generaal
1922
Karel Felix Eduard Gerth van Wijk
Luitenant-generaal
1924
Willem Andreas Blits
Luitenant-generaal
1926
Hermanus Leonardus La Lau
Luitenant-generaal
2 november 1926
Heinrich Adolf Cramer
Luitenant-generaal
1929
Johannes Cornelis Koster
Luitenant-generaal
1932
Murk Boerstra
Luitenant-generaal
23 juli 1935
Gerardus Johannes Berenschot
Luitenant-generaal
26 juli 1939
Hein ter Poorten
Luitenant-generaal
14 oktober 1941
Ludolph Hendrik van Oyen
Luitenant-generaal
28 oktober 1943
Simon Hendrik Spoor
Luitenant-generaal
19 januari 1946
Dirk Cornelis Buurman van Vreeden
Luitenant-generaal
25 mei 1949 - 25 juli 1950

Noten

  1. Geerdink-Schaftenaar, 2005, pag. 22
  2. Broos, 2019, pag. 13
  3. Broos, 2019, pag. 13
  4. Broos, 2019, pag. 10
  5. Broos, 2019, pag. 15
  6. Broos, 2019, pag. 15
  7. Pettibone, 2014, pag. 208