De pakketboot s.s. Newhaven werd in 1911 gebouwd voor de dienst tussen Newhaven en Dieppe. Tijdens de Eerste Wereldoorlog fungeerde het schip als hospitaalschip in Britse dienst en het schip begon de Tweede Wereldoorlog als troepentransportschip in Franse dienst. Na de strijd in Frankrijk in 1940 werd het schip in beslag genomen door de Duitsers en in de Oostzee ingezet als troepentransportschip en vervolgens als patrouillevaartuig (Vorpostenboot). De Newhaven werd in 1945 teruggevonden maar onherstelbaar bevonden. In 1947 werd het schip gesloopt.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Forges et
Chantiers de la Mediteranee, Le Havre |
? |
1911 |
mei 1911 |
november 1948 (gesloopt) |
Bouwnummer : 347 |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
mei 1911 |
s.s. Newhaven,
Brighton and South Coast Railway |
|||
s.s. Newhaven,
Société des Chemins de fer de l'Etat |
||||
augustus 1914 |
s.s. Newhaven,
Marine National |
|||
7 mei 1915 |
5 maart 1919 |
HMHS Newhaven, Royal
Navy |
||
s.s. Newhaven,
Société des Chemins de fer de l'Etat |
||||
8 mei 1940 |
s.s. Newhaven,
Marine National |
|||
26 juli 1940 |
Kriegsmarine |
|||
1 augustus 1940 |
s.s. Skorpion
(1940), Kriegsmarine |
|||
16 augustus 1940 |
Skorpion (Schiff 52),
Kriegsmarine |
|||
december 1940 |
Vorpostenboot,
Skorpion (V 1601), 16. Vorpostenflotille, Kriegsmarine |
|||
1942 |
DWo 67,
Küstenschutz-Flottille Westliche Ostsee, Kriegsmarine |
|||
1 oktober 1943 |
Vorpostensicherungsboot,
Vs 111, 1. Sicherungsflottille, Kriegsmarine |
|||
mei 1945 |
12 oktober 1945 |
s.s. Newhaven,
Société des Chemins de fer de l'Etat |
||
1948 |
verkocht voor sloop |
|||
november 1948 |
sloop Ghent, België |
De s.s. Newhaven werd in 1911, onder bouwnummer 347, gebouwd aan de werf van Forges et Chantiers de la Mediteranee in Le Havre, in opdracht van de London, Brighton and South Coast Railway (LB&SCR). Het schip was bedoeld voor de dienst tussen Newhaven en Dieppe en werd na de bouw geplaatst met als thuishaven Dieppe onder het beheer van de Société des Chemins de fer de l'Etat. Het schip kreeg de identificatieletters OPCW en de oproepletters FOTT. De Newhaven had een netto waterverplaatsing van 1.665 ton, een lengte van ruim 93 meter, breedte van 10,57 meter en een diepgang van 5 meter. De aandrijving werd verzorgd door drie Satz Parsons stoomturbines, die stoom kregen van vier WR-boilers. Het geleverde vermogen was 9.000 W waarmee een maximale snelheid van 22 knopen (41 km/u) werd bereikt. Met een kruissnelheid van 15 knopen (28 km/u) met een voorraad van 97 ton olie, kon een afstand van 1.852 km worden afgelegd
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd het schip in augustus 1914 in Dieppe gevorderd door de Franse Marine met als doel het te verbouwen tot hulpkruiser. Korte tijd werd het ingezet als troepentransportschip tot het werd echter overgedragen aan de Britten in mei 1915. Hier werd het schip verbouwd tot hospitaalschip met de capaciteit voor 170 bedden. In 1919 werd het terug gegeven aan de eigenaar.
De Newhaven liep op 5 augustus 1924 tijdens zware mist gedurende de nacht om 02.10 uur aan de grond bij de klippen van Berneval, nabij Dieppe. Pas na 9 dagen, op 14 augustus om 11.00 uur, kon het schip worden vlot getrokken.
in de winterperiode 1929 - 1930 werd het schip een eerste keer verbouwd. De passagiersaccommodatie werd verbeterd en het promenadedek werd van buitenwanden voorzien. Gedurende de winterperiode 1931 - 1932 werden te Rouen de kolengestookte boilers vervangen door op olie gestookte en de dubbele schoorsteen vervangen door een enkele schoorsteen. Na deze verbouwingen nam de netto waterverplaatsing toe tot 1888 ton.
Voorafgaand aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het schip op 8 mei 1940, opnieuw gevorderd door de Franse marine en ingezet als troepentransportschip. Op 12 mei bracht het schip troepen naar Vlissingen. Op 14 mei 1940 bevond het zich in Rotterdam en werd daar stationair gehouden om leden van de Franse ambassade te evacueren. tijdens de periode van 25 - 30 mei werd de Newhaven ingezet bij de evacuatie van troepen uit Duinkerken. Op 3 juni bracht het schip de Franse Amiral Charles Platon en een deel van zijn staf naar het Britse Folkestone en op 12 juni evacueerde de Newhaven troepen uit de haven van Le Havre.
Na de strijd in Frankrijk werd het schip te Bayonne op 26 juli 1940 in beslag genomen door de Duitsers. Door de Duitsers werd de Newhaven vanaf 1 augustus 1940 ingezet als troepentransportschip in de Oostzee onder de naam s.s. Skorpion (1940). Op 16 augustus 1940 werd het schip als Skorpion (Schiff 52) aangeduid. In december 1940 ontving het schip het naamteken V 1601 en werd ingedeeld bij de 16. Vorpostenflottille. In deze hoedanigheid opereerde het schip tot 1942, waarna het als accommodatieschip DW0 67 werd ingedeeld bij de Küstenschutz-Flottille Westliche Ostsee. In oktober 1943 werd het schip Vorpostensicherungsboot Vs 111 bij de 1. Sicherungsflottille.
In mei 1945 werd de Newhaven in slechte toestand in Kiel terug gevonden. Op 12 oktober 1945 kwam het schip aan in Dieppe, waar werd bekeken of het schip kon worden verbouwd tot passagierschip. Het bleek te kostbaar het schip te herstellen, waarna het werd verscheept naar Le Tréport. Begin 1948 vertrok het schip op sleeptouw uit Le Tréport en werd het vanaf november 1948 gesloopt in Ghent, België.
Naam: | s.s. Newhaven |
Bouwer: |
Forges et Chantiers de la
Mediteranee, Le Havre |
Bouwnummer: |
347 |
Naamsein: |
OPCW / FOTT |
Type/Klasse: |
Pakketboot-veerboot |
Waterverplaatsing: |
1.665 ton (na bouw) 1.888 ton (na verbouwing) |
Lengte: |
93,10 meter |
Breedte: |
10,57 meter |
Diepgang: |
5 meter |
Aandrijving: |
3x set Satz Parsons stoomturbines 4x WR-boiler 9.000 W 3 schachten 97 ton olie |
Snelheid: |
22 knopen (41 km/u) |
Bereik: |
1.852 km bij 15 knopen (28 km/u) |
Bewapening bij bouw: |
geen (veerboot) luchtafweermitrailleur (troepentransportschip Wo2) |
Bemanning |
? |