Private Harvey Walter Schultz werd op 3 juli 1922 geboren in Auburn, Fond du Lac County, Wisconsin, de Verenigde Staten van Amerika. Hij was de oudste zoon van William Albert en Violet (Bassett) Schultz en had nog vier broers en vier zussen. Er is weinig bekend over zijn jeugd- en tienerjaren. Wel is bekend dat hij geen middelbare school (High School) heeft gevolgd. Hij had zijn draft registratie ingevuld op 30 juni 1942.
Wanneer hij exact in dienst trad bij het Amerikaanse leger is onduidelijk, maar het is aannemelijk dat hij in het najaar van 1942 of in het begin van 1943 in dienst trad. Hij meldde zich vervolgens waarschijnlijk vrijwillig voor de paratroopers en volgde zijn opleiding tot parachutist in Fort Benning, Georgia. Wanneer hij bij de HQ Company, 3rd Battalion, 504th Parachute Infantry Regiment (504 PIR) van het 82nd Airborne Division “All American” werd geplaatst is onbekend.
In april 1943 vertrok deze divisie per schip naar Frans Marokko om zich voor te bereiden op haar eerste inzet. De 82nd Airborne Division werd in de periode van 9 – 12 juli boven Sicilië in meerdere waves gedropt tijdens operatie Husky. Vervolgens werden de paratroepen van de 82nd Airborne Division in september 1943 gedropt bij Salerno tijdens operatie Avalanche. De divisie moest de vastgelopen grondtroepen van de US 5th Army gaan versterken. Ze werden in de nacht van 13 – 14 september gedropt in het bruggenhoofd bij Salerno. Het doel van de opmars, Napels, werd begin oktober bereikt en bevrijd. Daarna werd 504 PIR en enkele aanvullende eenheden, de C Company, 307th Airborne Engineer Battalion, en 376 Parachute Field Artillery Battalion, vervolgens door de 82nd Airborne Division afgestaan aan de US 5th Army. Gezamenlijk vormden deze eenheden de 504 RCT, die vervolgens als mountain infantry zou optreden in de voorhoede van dit leger en via bergachtig terrein zou oprukken richting Rome. Eind december werd 504 RCT uit het front gehaald om in Napels te recupereren. Vervolgens werd het RCT vanaf 21 januari 1944, ingezet bij de amfibische landing bij Anzio. 504 werd eind maart afgelost en uit de frontlinie teruggehaald om daarna in april 1944 naar Engeland te worden verscheept. Daar voegde 504 RCT zich weer bij de 82nd Airborne Division.
Gezien de aard en de diversiteit van zijn onderscheidingen is het aannemelijk dat Harvey in Italië met 504 RCT heeft meegevochten. Vermoedelijk is hij tijdens een van de aanvullingsslagen bij de HQ Company van het 3rd Battalion gekomen. Op een aantal momenten werden de personele verliezen (doden en gewonden) aangevuld met nieuwe paratroopers om de eenheden weer inzetbaar te krijgen. Harvey is vermoedelijk of in het najaar van 1943 of in het begin van 1944 bij 504 RCT geplaatst.
Deze eenheid had in Italië zeer zware verliezen geleden en kon niet op tijd worden versterkt met voldoende vervangend personeel. Daarom kon 504 RCT, en dus ook Harvey’s 3rd Battalion, niet deelnemen aan operatie Overlord, de landing in Normandië in juni 1944. Ze bleven in Engeland om te recupereren en te trainen voor de volgende inzet.
Op 17 september 1944 nam Harvey deel aan de luchtlandingsoperatie in Nederland, operatie Market Garden. Hij sprong op die dag met zijn eenheid bij Overasselt. 504 RCT had de opdracht om na de landing meteen de bruggen over de Maas en het Maas-Waal kanaal te veroveren. Het 3rd Battalion, van Harvey, moest de westflank beveiligen, terwijl het 2nd Battalion de Maasbrug bij Grave en het 1st Battalion de bruggen over het Maas-Waalkanaal moesten veroveren. Dit lukte binnen 24 uur na de landing. In de middag van de 19 september was het 3rd Battalion van 504 Parachute Infantry Regiment inmiddels de divisiereserve geworden van de 82nd Airborne Division. Harvey verplaatste met zijn paratroopers van de HQ Company, 3rd Battalion, via brug nummer 7 (Heumen) naar de zuidelijke buitenwijken van Nijmegen. ’s Avonds sloegen ze hun kamp op in het Jonkerbosch. Die avond kreeg de commandant van het 3e bataljon, Major Julian Aaron Cook, van de commandant van 82nd Airborne Division, Generaal Gavin, de opdracht dat zijn 3rd Battalion de volgende dag met bootjes een rivieroversteek moest gaan maken. Het bataljon moest als eerste gaan en daarna zou het 1st Battalion de rivier over moeten steken. De bataljons moesten de noordelijke opritten van de twee bruggen over de Waal bij Nijmegen veroveren.
In de ochtend van 20 september verplaatste Harvey zich, met zijn collega troopers van de HQ Company, 3rd bataljon, naar de zuidoever van de Waal ter hoogte van de Nijmeegse energiecentrale op het NYMA terrein. Zij moesten eerst wachten op de canvas bootjes die vanuit een opslagplaats in België naar Nijmegen moesten worden getransporteerd. Het is niet duidelijk of Harvey in de eerste wave (met de I en H Company en de bataljonsstaf) of met de tweede wave (G en de HQ Company) de Waal moest oversteken.
Op 20 september 1944, om 15.00u, startte de actie met een inleidend bombardement en om 15:15u spurtte de eerste wave troopers met hun bootjes, naar de Waal om vervolgens de rivier over te roeien. De bootjes werden al snel door de Duitsers hevig beschoten met mortieren, machinegeweren (MG) en antiluchtdoelgeschut (FLAK). 11 van de 26 bootjes keerden daarna terug om de volgende wave op te halen. Het is onduidelijk waar en wanneer Harvey precies gewond raakte, of al tijdens de oversteek of in de daarop volgende gevechten in het bruggenhoofd. Hij zou in ieder geval op 22 september 1944 overlijden aan zijn verwondingen.
Private Harvey Walter Schultz was 22 jaar oud toen hij op 22 september 1944 stierf aan zijn verwondingen die hij had opgelopen tijdens de oversteek of de daarop volgende gevechten in het bruggenhoofd ten noorden van de Waal bij Lent. Hij werd in eerste instantie begraven op de tijdelijke begraafplaats in Molenhoek ten zuiden van Nijmegen. Naderhand is hij herbegraven op de Netherlands American Cemetery in Margraten, Limburg, Nederland; in sectie F, rij 1, graf 2.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!