Private First Class Robert Medfield Scott werd geboren op 15 december 1920 in Deaver, Big Horn County, Wyoming, de Verenigde Staten van Amerika. Hij was de zoon van Joseph Meddie en Ellen Marie (Jameson) Scott en had nog een jongere broer. Zijn moeder stierf toen Robert 5 jaar was. Zijn vader trouwde daarna en Robert kreeg nog een halfbroer. Toen Robert echter nog geen 8 was, overleed zijn vader. Zijn stiefmoeder kon tijdens de grote depressie niet zorgen voor de drie jongens en ze trokken toen in bij familie in Missouri. Toen de depressie verergerde kon ook die familie niet langer voor de jongens zorgen en werd Robert en zijn volle broer William naar een weeshuis, de Cathedral Home for Children, gestuurd in Laramie, Wyoming.
Robert zag kans zijn high school diploma te halen en ging op 2 februari 1940 in dienst bij het Amerikaanse leger. Op enig moment meldde hij zich vrijwillig aan voor de in oprichting zijnde paratroepen en kreeg vervolgens zijn parachutisten opleiding in Fort Benning, Georgia en werd daarna geplaatst bij de HQ Battery van het 376th Parachute Field Artillery Battalion (376 PFAB). Deze eenheid was op 16 augustus 1942 omgevormd tot parachutisten eenheid en toegevoegd aan de 82nd Airborne Division “All American”.
Robert zou op 11 juli 1943 voor het eerst een operationele para-jump maken boven Sicilië tijdens operatie Husky. Na de operatie werd 376 PFAB onderdeel van 504 Regimental Combat Team (504 RCT). Deze bestond uit 504th Parachute Infantry Regiment (504 PIR), de C Company, 307th Airborne Engineer Battalion (307 AEB) en dus uit 376 PFAB. 504 RCT zou tot het einde van de tweede wereldoorlog als geïntegreerde eenheid blijven vechten. Daarna nam Robert deel aan zijn tweede operationele actie tijdens operatie Avalanche, de landing bij Salerno, in september. Vervolgens nam hij deel aan de operatie Shingle, de landing bij Anzio die aanving in januari 1944.
In april 1944 verscheepte Robert met zijn eenheid vanuit Italië naar Engeland waar 504 RCT zich weer voegde bij de moedereenheid, 82nd Airborne Division. 504 RCT had echter dergelijke zware verliezen geleden dat deze niet tijdig versterkt kon worden met voldoende vervangers. Hierdoor werd de eenheid uitgesloten van deelname aan D-Day, de landing in Normandië in juni 1944. Het RCT moest in Engeland achterblijven om weer op sterkte te komen en zich voor te bereiden op de volgende actie. Robert, die als PFC bij een van de forward observer teams van 376 PFAB was ingedeeld, bereidde zich voor met zijn maten op wat komen zou, namelijk de operatie Market Garden.
Op 17 september 1944 nam Robert deel aan de luchtlandingsoperatie in Nederland, de operatie Market Garden. Of hij die dag met een parachute sprong of landde met een glider is niet duidelijk maar 376 PFAB landde in Drop Zone “N” ten noorden van Riethorst / zuidwest van Groesbeek. Na landing zouden onderdelen van 376 PFAB zich naar 504 PIR haasten om deze te kunnen steunen. 504 PIR had de opdracht om na de landing meteen de bruggen over de Maas en het Maas-Waal kanaal te veroveren. Dit lukte binnen 24 uur na de landing. In de middag van de 19 september werd het 3rd Battalion de divisiereserve van de 82nd Airborne Division. Robert verplaatste met zijn collega para-artilleristen naar de zuidelijke buitenwijken van Nijmegen. Die avond kreeg de commandant van het 3e bataljon, Major Julian Aaron Cook, van de commandant van 82nd Airborne Division, Generaal Gavin, de opdracht dat zijn bataljon de volgende dag met bootjes een rivieroversteek moest gaan maken. Het bataljon moest de noordelijke opritten van de twee bruggen over de Waal bij Nijmegen veroveren.
Robert verplaatste zich, met zijn forward observer team, in de ochtend van 20 september, naar zuidoever van de Waal ter hoogte van de Nijmeegse energiecentrale op het NYMA terrein. Ze waren meegereden met enkele Britse tanks. Zij moesten wachten op de canvas bootjes die vanuit een opslagplaats in België naar Nijmegen moesten worden getransporteerd. Het forward observer team van Robert moest met de eerste wave mee om, samen met de H en I Companies en de bataljonsstaf van het 3rd Battalion, 504 RCT, de Waal over te steken. De Duitse artillerie begon op een gegeven moment vuur uit te brengen op de zuidoever waar af en toe Britse tanks zichtbaar waren. Toen het observer team een stuk open terrein overstak, werd Robert getroffen door rondvliegende granaatscherven, in borst en buik en stierf vrijwel meteen.
Private First Class Robert Medfield Scott was 23 jaar oud toen hij op 20 september 1944, in de aanloop naar de befaamde rivieroversteek, sneuvelde op de zuidoever bij de energiecentrale ten westen van Nijmegen als gevolg van een artilleriebeschieting. Hij werd eerst begraven op de tijdelijke begraafplaats in Molenhoek ten zuiden van Nijmegen. Daarna werd hij begraven op de Netherlands American War Cemetery in Margraten, Limburg, Nederland; hij ligt op sectie K, rij 9, graf 17.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!