Noot vooraf: John's achternaam is foutief gespeld bij zijn in dienst treden en werd abusievelijk Rigapoulos, maar hij heet eigenlijk Rigopoulos. Deze admin fout heeft er voor gezorgd dat zijn familie pas in begin 2000 op de hoogte kwamen van zijn oorlogsverleden en sneuvelen in Lent.
Private First Class (PFC) John Rigopoulos werd geboren op 20 december 1921 in Holyoke (town), Hamden County, Massachusetts, de Verenigde Staten van Amerika. Hij was de oudste zoon van de Griekse immigranten Andreas (Andrew) Leo en Demetras Rigopoulos en had zeven zussen (waarvan twee oudere) en twee jongere broers. Er is weinig bekend over zijn jeugd- en tienerjaren. Hij zou zijn basisschool tot en met de zesde klas van de elementary school hebben gedaan. John zou voordat hij in dienst ging arbeider zijn geweest maar ook langere tijd werkloos.
Op 28 oktober 1942 trad hij in dienst van het Amerikaanse leger in Springfield, Massachusetts. De militaire administratie maakte destijds een fout in zijn achternaam die verkeerd werd gespeld in Rigapoulos. Daarna volgde John zijn basistraining, waar is onbekend. In het voorjaar van 1943 meldde hij zich als vrijwilliger en volgde vervolgens in mei-juni op de Parachute Training School in Fort Benning, Georgia, zijn opleiding tot parachutist. Waarschijnlijk werd John vervolgens in september 1943 verscheept naar Noord-Afrika waar hij nog enkele maanden tijd in een aanvullingsbataljon zou verblijven voordat hij in begin 1944 eindelijk werd geplaatst bij het 2nd Platoon van de H Company, 3rd Battalion, 504th Parachute Infantry Regiment, 82nd Airborne Division “All American”. Hij was waarschijnlijk een van de 400 vervangers die in maart 1944 de verliezen bij 504 PIR moesten aanvullen. John nam toen deel aan de operatie Shingle, de amfibische landing bij Anzio die al op 21 januari 1944 was begonnen. Na enkele weken werd John met 504 PIR uit de frontlijn afgelost en teruggeplaatst naar Napels. Het regiment zou daarna in april 1944 verschepen naar Engeland.
Daar voegde het regiment zich weer bij de moedereenheid, 82nd Airborne Division. 504 PIR had echter te zware verliezen geleden dat deze niet tijdig versterkt kon worden met voldoende vervangers. Hierdoor werd het regiment uitgesloten van deelname aan D-Day, de landing in Normandië in juni 1944. John was één van de zo’n twintig gelukkigen van het regiment die wel een functie mochten vervullen tijdens de luchtlandingen in Normandië. Hij had zich gemeld als vrijwilliger om als pathfinder deel te nemen. Hij werd ingedeeld in het Pathfinder team van plane 18 van het 3rd Battalion, 508 PIR. Hij sprong in de nacht van 5 op 6 juni als een van de eersten boven Normandië in vijandelijk gebied, om daar een baken te ontplooien waar de daarna volgende waves vliegtuigen naartoe konden vliegen om op de juiste positie hun parachutisten te droppen. Na deze actie voegde John zich weer bij het regiment dat in Engeland had moeten achterblijven. 504 PIR moest weer op sterkte komen en zich vervolgens voorbereiden op de volgende actie. John bereidde zich voor met zijn maten van het 2nd Platoon, H Company, 3rd Battalion, op wat komen zou, namelijk de operatie Market Garden.
Op 17 september 1944 sprong John boven Nederland en landde met zijn eenheid bij Overasselt. 504 PIR had de opdracht om na de landing meteen de bruggen over de Maas en het Maas-Waal kanaal te veroveren. Het 3rd Battalion, met John, moest de westflank beveiligen, terwijl het 2nd Battalion de brug van Grave en het 1st Battalion de bruggen over het Maas-Waalkanaal moesten veroveren. Dit lukte binnen 24 uur na de landing. In de middag van de 19 september werd het 3rd Battalion de divisiereserve van de 82nd Airborne Division. John verplaatste met zijn collega paratroopers van het 3e bataljon via brug nummer 7 (bij Heumen) naar de zuidelijke buitenwijken van Nijmegen. ’s Avonds sloegen ze hun kamp op in het Jonkerbosch. Die avond kreeg de commandant van het 3e bataljon, Major Julian Aaron Cook, van de commandant van 82nd Airborne Division, Generaal Gavin, de opdracht dat zijn bataljon de volgende dag met bootjes een rivieroversteek moest gaan maken. Het bataljon moest de noordelijke opritten van de twee bruggen over de Waal bij Nijmegen veroveren.
John verplaatste zich, met zijn maten van 2nd Platoon H Company, in de ochtend van 20 september, naar zuidoever van de Waal ter hoogte van de Nijmeegse energiecentrale op het NYMA terrein. Zij moesten wachten op de canvas bootjes die vanuit een opslagplaats in België naar Nijmegen moesten worden getransporteerd. De eenheid van John, de H Company, zou, met de I Company en de bataljonsstaf, in de eerste wave de Waal oversteken.
Op 20 september 1944, om 15.00u, startte de actie met een inleidend bombardement en om 15:15u spurtten de mannen met hun bootjes naar de Waal om vervolgens de rivier over te roeien. De bootjes werden al snel door de Duitsers hevig beschoten met mortieren, machinegeweren (MG) en antiluchtdoelgeschut (FLAK). John werd tijdens de overtocht geraakt aan zijn hand waarbij zijn linkerduim werd afgeschoten. Na de landing op de noordoever, twijfelde hij geen moment en vocht met zijn maten richting de dijk. Onderweg kwam hij Sergeant Tarbell, een radio bedienaar van de companiesstaf, tegen en maakte nog een grap dat hij nu een Purple Heart had verdiend. Nadat ze de dijk hadden bereikt vochten ze vervolgens in oostelijke richting naar het fort Hof van Holland en de spoorbrug van Nijmegen. John zat bij een groep para’s die werd geleid door 1st Lieutenant La Riviere (Rivers) die langs de spoordijk naar de spoorbrug oprukte toen een Duits machinegeweer hen ineens onder vuur nam. De para’s zochten dekking en gingen plat. Rivers en John knielden even later om de Duitse positie te lokaliseren, toen John door een reeks kogels in zijn borst werd getroffen en achterover sloeg. Hij was op slag dood.
Private First Class (PFC) John Rigopoulos was 22 jaar oud toen hij op 20 september 1944, rond 16:00u sneuvelde in het fragiele bruggenhoofd ten noorden van de Waal, langs de spoordijk vlakbij de spoorbrug in Lent. Hij werd in eerste instantie begraven op de tijdelijke begraafplaats in Molenhoek ten zuiden van Nijmegen. Daarna vond John zijn definitieve rustplaats op de Netherlands American Cemetery in Margraten, Limburg, Nederland en wel in sectie K, rij 1, graf 9.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!