Alvin John James Harkness was van beroep vrachtwagenchauffeur. Hij woonde op 14 Cowan Avenue in Toronto met zijn vrouw, Velma Marjory Harkness, met wie hij op 22 november 1941 trouwde. Op 4 mei 1942 nam hij op 28-jarige leeftijd dienst bij het Canadese leger, waar hij zich aansloot bij de Royal Canadian Artillery en uiteindelijk diende bij het 3e Antitankregiment.
Harkness volgde een basistraining in verschillende Canadese militaire kampen, waaronder District Depot nr. 2 in Toronto, Basic Training Centre nr. 25 in Simcoe en het Canadian Army (Basic) Training Centre nr. 22 in North Bay. Later werd hij overgeplaatst naar Petawawa voor een vervolgopleiding en ingedeeld bij de Royal Canadian Artillery (Medium). Zijn militaire dossiers beschrijven hem als een standvastige, hardwerkende en betrouwbare soldaat met goede mechanische vaardigheden en een achtergrond in rubberfabrieken, landbouw en bosarbeid.
In juli 1943 werd Harkness naar het Verenigd Koninkrijk gestuurd ter voorbereiding op de geallieerde invasie van Europa. Op 6 juni 1944 – D-Day – landden Canadese troepen op de stranden van Normandië. Slechts twee dagen later, op 8 juni 1944, werd kanonnier Alvin John James Harkness door Duitse troepen gevangengenomen en vervolgens geëxecuteerd als krijgsgevangene. Hij was een van de vele Canadese soldaten die werden vermoord in wat bekend werd als het bloedbad van Château d'Audrieu, naar verluidt uitgevoerd in opdracht van SS-luitenant-kolonel Wilhelm Mohnke.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!