TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45

In 2011 hebben negen Nederlandse musea en herinneringscentra die zich richten op de periode 1940 -1945 de handen ineen geslagen. Mede gevoed door externe ontwikkelingen ontstond de behoefte om minder vrijblijvend dan voorheen de krachten te bundelen en via samenwerking hun belangen te behartigen.

Daartoe is de Stichting Musea en Herinneringscentra 40 - 45 (afgekort SMH 40 - 45) opgericht. Het Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) ondersteunt de stichting met een financiële bijdrage.

Liesbeth van der Horst (Verzetsmuseum Amsterdam) is tot voorzitter benoemd van het bestuur dat voorts bestaat uit de directeuren van de deelnemende musea:
- Stichting Airbornemuseum ‘Hartenstein’, Oosterbeek
- Stichting Herinneringscentrum Kamp Westerbork, Hooghalen
- Stichting Hollandsche Schouwburg, Amsterdam
- Stichting Indisch Herinneringscentrum, Arnhem
- Stichting Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum (Liberty Park), Overloon
- Stichting Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945, Groesbeek
- Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort, Amersfoort
- Stichting Nationaal Monument Kamp Vught, Vught
- Stichting Verzetsmuseum Amsterdam, Amsterdam

Op 16 november 2012 presenteerde de Stichting het beleidsplan Waarden Delen waarin de toekomstplannen nader worden toegelicht. Missie en visie zijn gericht op versteviging van de maatschappelijke positie van de aangesloten musea en herinneringscentra door verbreding van het publieksbereik en actualisering van het aanbod alsmede vergroting van de efficiency en effectiviteit van deze instellingen.

Deze doelen worden gerealiseerd via vijf ‘programmalijnen’ waarbinnen de samenwerking en concrete projecten vorm krijgen: beleidsbeïnvloeding, fondsenwerving, professionalisering, productontwikkeling en kennisdeling.
Kernkwaliteit van de Stichting is de optelsom van de bij de aangesloten instellingen aanwezige kennis en vaardigheden op drie sterk met elkaar verweven terreinen: (Im)materieel oorlogserfgoed (content, collecties, locaties en getuigenissen); het ‘medialiseren’ daarvan via publiekspresentaties, educatieve programma’s en andere aansprekende media en het bereiken, informeren en involveren van een breed publiek.

De Stichting heeft niet de ambitie om een eigenstandig publieksmerk te worden, maar richt zich in haar communicatie en profilering primair op instellingen en stakeholders die bijdragen aan de kwaliteit en continuïteit van de aangesloten leden en aan versterking van de sector musea en herinneringscentra WO2 als geheel.

Waar dit mogelijk is en bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen van de SMH 40 - 45 wordt samenwerkt met andere partijen die zich inzetten voor de specifieke zorg voor WO2-erfgoed,herdenken en herinneren, educatie of publieksbereik. Dat kan door participatie in gezamenlijke projecten, het delen van kennis of uitvoeren van gezamenlijke activiteiten en initiatieven.

Intermuseale samenwerking staat thans hoog op de beleidsmatige agenda van overheden en museale koepelorganisaties. Zo presenteerde de Vereniging van Rijksgesubsidieerde Musea en de Nederlandse Museumvereniging eind september het advies Musea voor morgen, opgesteld door de Commissie Asscher-Vonk. Het ontwikkelen van nieuwe vormen van intermuseale samenwerking is een van de belangrijkste aanbevelingen van deze commissie.

Gebruikte bron(nen)