TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Spellen uit de Tweede Wereldoorlog hebben elk hun eigen verhaal

Gejus van Diggele (1949) houdt zich al sinds 1992 bezig met spellen en puzzels uit de Tweede Wereldoorlog. Behalve dat hij ze verzamelt en bestudeert, maakte hij museale exposities en werkte hij mee aan 35 exposities in Europa. Ook geeft hij lezingen, zowel in Nederland als in het buitenland. Zelfs CNN heeft ooit een reportage gemaakt over zijn interesse en verzameling. Verder schrijft Van Diggele artikelen over het onderwerp en werkt hij aan een meertalig online museum waar duizenden spellen en puzzels uit vele landen te zien zullen zijn. Spellen en puzzels geven volgens hem een bijzonder beeld van de oorlog en zijn belangrijker én minder onschuldig dan ze lijken. TracesOfWar vroeg Gejus naar zijn activiteiten en motivatie.

Leden van de Bund Deutsche Mädel krijgen schaakles, persfoto 1935. © Gejus van Diggele

Hoe is uw belangstelling voor spellen en puzzels uit de Tweede Wereldoorlog ontstaan?

Als kind speelde ik graag spelletjes. Ook verzamelde ik van alles. Daaruit ontstond in de 70-er jaren een specialisatie in het verzamelen van oude bordspellen en kaartspellen. Ik raakte gefascineerd door de manier waarop deze het verleden weerspiegelen, zowel in de druktechniek en stijl als in hun thematiek en visualisatie. Ik werkte in de marketing- en reclamebranche en bekeek de spellen en puzzels ook als een product, bedacht, ontworpen en geproduceerd om verkocht te worden. De fabrikanten deden hun best om hun spellen en puzzels zo goed mogelijk af te stemmen op wat de doelgroep leuk, interessant en koopwaardig vond. Bekijken we deze spellen en puzzels nu, dan geven ze een origineel beeld van hun tijd, de politieke, economische en sociale situatie en de toen geldende opvattingen. Oorspronkelijk waren ze bedoeld als vorm van entertainment maar ik beschouw ze vooral als tijdsdocumenten.

Met welk item is uw verzameling begonnen?

Duits kwartetspel Uniformen einst und jetzt, circa 1922. © Gejus van Diggele

In 1990 vond ik op een verzamelbeurs een Duits kwartetspel met de titel 'Uniformen einst und jetzt'. Uit onderzoek om het spel te kunnen dateren, bleek het van kort na de Eerste Wereldoorlog te zijn. De illustraties tonen Duitse militairen in uniformen uit verschillende tijden. De nieuwste bleken die van de Reichswehr te zijn, het leger van de Weimarrepubliek, dat operationeel was tussen 1 januari 1921 en 1935. Waarschijnlijk is het kwartetspel rond 1922 uitgegeven. De fabrikant is nergens vermeld.

Het verbaasde me dat zo vlak na de oorlog van 1914-1918, waarvan Duitsland niet officieel maar toch in vele opzichten de grote verliezer was, al weer een kwartetspel werd uitgebracht dat visueel het militarisme en het pronken met uniformen propageerde. Duitsland was nog letterlijk een puinhoop. De ellende van de oorlog was nog overal zichtbaar, merkbaar en voelbaar. Zat er toen al iemand op zo'n kwartetspel te wachten? Ook economisch moest Duitsland vrijwel totaal opnieuw worden opgebouwd. Wie kon zich een dergelijk kwartetspel veroorloven? Wie vond het leuk? Vanuit mijn communicatie-achtergrond nam ik direct aan dat het propaganda was. Een veel gemaakte fout, waar ik later op terugkom.

Ik werd nieuwsgierig: zouden er in Duitsland meer spellen met een oorlogsthema zijn geproduceerd? In mijn verzameling had ik alleen een paar Engelse en Nederlandse spellen van na de bevrijding. Publicaties over het onderwerp waren niet te vinden. Twee jaar later had mijn collectie zich uitgebreid met circa 60 spellen en puzzels uit de periode 1920-1945. Een ronde langs andere verzamelaars leverde informatie over nog enkele tientallen spellen en puzzels op. Alles bij elkaar genoeg om in 1993 een eerste artikel over het onderwerp te publiceren. Met tal van afbeeldingen. Niet alle informatie was correct, zo bleek mij later, maar ik was eenoog in het land der blinden.

Hoe werd er op het artikel gereageerd?

Door de beperkte oplage van het blad beperkten de reacties zich tot enkele mede-verzamelaars. En een museum: het toenmalige Zuid-Hollands Verzetsmuseum in Gouda. Of ik een expositie kon maken over het onderwerp. Nee, maar ik deed het toch. Mijn eigen en van anderen geleende spellen en puzzels vulden de kleine ruimte die beschikbaar was. Het museum stuurde een persbericht uit en daar werd alleen door de regionale pers iets mee gedaan.

Een stagiaire op de redactie van Trouw, die blijkbaar in de regio woonde, pikte het op en kwam langs voor een interview. Het werd een een-koloms stukje, maar daags nadat het in de krant stond werd ik gebeld door een hoger geplaatste redacteur van Trouw. Die kwam ook naar Gouda en schreef er een halve pagina over. Met als gevolg dat andere media mij ook benaderden. Kranten, weekbladen, tijdschriften en allerlei radioprogramma's. Zelfs CNN kwam een minutenlange reportage opnemen.

Vervolgens wilden andere musea ook een expositie hebben, zoals het Speelgoed- en Blikmuseum in Deventer, de Verzetsmusea in Leeuwarden, Amsterdam en Rotterdam, het Bevrijdingsmuseum in Groesbeek en Nationaal Monument Kamp Vught. Daarna volgden exposities en participaties in Finland, België, Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk en een door het Londense V&A Museum of Childhood gerealiseerde reizende tentoonstelling over oorlogsspellen, in zeven Engelse musea. Ook heb ik spellen en informatie geleend aan een gezamenlijke expositie van het Haus der Geschichte in Bonn en het Rijksmuseum Amsterdam. Bij elkaar 35 fysieke exposities die elk ook weer publiciteit genereerden. Mijn vrouw verzuchtte wel eens dat het op werk begon te lijken.

Verduisteringspuzzel uit Nederland, 1945. © Gejus van Diggele
Nederlands onderduikspel, circa 1945. © Gejus van Diggele

In de geschiedschrijving is volgens u weinig aandacht voor spellen en puzzels. Heeft u hier een verklaring voor?

Onbekend maakt onbemind. Internationaal zijn er volgens experts meer dan een miljoen publicaties over de Tweede Wereldoorlog verschenen. Ik ken slechts 12 boeken die serieus aandacht besteden aan spellen. Aan vijf daarvan heb ik meegewerkt.

Via de exposities ben ik ook betrokken geraakt bij studieprojecten zoals bij de Universiteit van Wenen. Daar bestaat bij de faculteit Toegepaste Kunst ook een studierichting Spellen, van vroeger en nu. Mijn bijdrage aan de tentoonstelling 'Spiele der Stadt' van Museum Wien (2012-2013) was voor de universiteit een eye opener. Ook voor de grote catalogus heb ik veel beeldmateriaal en informatie aangeleverd. In het vervolg daarvan werd ik uitgenodigd om een presentatie te geven tijdens een symposium met de titel 'Agon und Ares. Der Krieg und die Spiele' dat in 2015 werd georganiseerd in Wenen in samenwerking met de Universiteit van Linz, Oostenrijk.

In de publicaties over dit event stond bij mijn naam vermeld dat ik zou spreken over spellen die in de Tweede Wereldoorlog als propaganda werden gebruikt. Terwijl ik in het voorgesprek en mijn synopsis toch duidelijk had aangegeven dat het juist in publicaties een veel gebruikte foute conclusie was dat het om propaganda zou gaan. Om dat aan te tonen heb ik een studie gemaakt van de 2.400 WO2 spellen, uit 21 landen, die mij op dat moment bekend waren.

Hoe kwam u tot uw conclusie dat de meeste spellen geen propaganda zijn?

De kenmerken van propaganda zijn: geen commercieel maar politiek doel, de afzender een overheid of een institutionele organisatie, de inhoud vaak eenzijdig en manipulatief, het doel niet verkopen maar beïnvloeden van een mening, gebruik van alle beschikbare media, onvermijdbaar overal aanwezig en – ook belangrijk – altijd gratis.

Duitsland bordspel Stukas greifen an, 1940. © Gejus van Diggele
Bordspel uit het Verenigd Koninkrijk: Wat te doen bij een luchtaanval, 1942. © Gejus van Diggele

Van de 2.400 spellen voldeden er slechts 18 aan deze criteria. Alle andere spellen waren commerciële producten waarmee grote en kleine ondernemers geld wilden verdienen aan de populariteit van de oorlog, die het gesprek van de dag beheerste. Nergens heb ik kunnen vinden dat in de bij de oorlog betrokken landen een actieve overheidscontrole was op de geproduceerde spellen en puzzels. Met uitzondering van Rusland, China en Japan, die ik op dat punt toen niet heb kunnen bestuderen.

Nergens goedkeuringsnummers, stempels, merktekens of andere bewijzen van registratie. Wel heb of ken ik enkele spellen die op de verpakking vermelden dat ze zijn ontwikkeld en geproduceerd met instemming van het leger of een specifieke hooggeplaatste militair, maar dat is slechts ter aanbeveling zoals wasmiddelen ook wel worden aangeprezen door wasmachinefabrikanten.

Speelde propaganda dan geen enkele rol?

Een uitzondering zou kunnen worden genoemd dat een Belgisch spel kaarten dat in 1943 was verzonden naar Duitse krijgsgevangenkampen daar een stempeltje kreeg met de tekst dat het was goedgekeurd voor gebruik in het kamp. In het kader van controle op spellen noem ik verder nog de in ons land door de Duitse bezetter verplicht gestelde vermelding op drukwerk van het zogeheten Ken-nummer (K-nummer) waarmee de drukker zich moest identificeren, om illegaal drukwerk tegen te gaan.

Uiteraard volgden de fabrikanten van spellen en puzzels braaf de via de propaganda verspreidde overheidsinzichten. De controle werd blijkbaar overgelaten aan het publiek en wat de overheid ter oren kwam. Daarvan ken ik slechts enkele voorbeelden. Het ergste in Duitsland bedachte bordspel draagt de naam 'Juden raus!' (1936). Doel is om al dobbelsteen werpend zoveel mogelijk poppetjes met karikaturen van Joden van het speelbord te slaan. Volgens de tekst op het bord "voorgoed met vakantie naar Palestina".

Het spel werd in de nazipers als ongewenst verklaard, om diverse redenen. De belangrijkste waren: 1. De titel was een bekende nazislogan en mocht niet commercieel worden gebruikt, en 2. De (jonge) spelers zouden kunnen gaan denken dat het oplossen van het Jodenprobleem net zo simpel was als het gooien van een dobbelsteen. Alle exemplaren van het spel moesten worden vernietigd en van de bedenker en maker is nooit meer iets vernomen.

Heeft u nog een ander voorbeeld van een spel uit nazi-Duitsland?

Zoals veel overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog hebben de meeste spellen en puzzels een verhaal. Zelden leuk, eerder bedenkelijk. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van de Volkswagen en het grote bordspel dat daarover is geproduceerd.

Het Duitse spel Dein KDF-Wagen met de Volkswagen als thema. © Gejus van Diggele
Hitler zei in 1933 dat elke Duitser een auto moest kunnen bezitten. Deze moest goedkoop zijn, ook in onderhoud, degelijk en betrouwbaar, onverslijtbaar zelfs, ruimte bieden aan 4 tot 5 personen en minstens 100 km per uur kunnen rijden. Ferdinand Porsche kreeg de opdracht om de Volkswagen te ontwikkelen. Er kwam een grote reclamecampagne en een slim spaarsysteem. Zo wist men vooraf hoeveel Volkswagens er geproduceerd moesten worden. En door het geld van de spaarzegels als vooruitbetaling kwam 175 miljoen Reichsmark binnen.

Spellenfabrikant Hausser zag er wel brood in om het project te ondersteunen met een groot en fraai bordspel, dat tijdens het spelen liet zien hoe de auto zich had ontwikkeld van een idee van de Führer tot een droomauto van Ferdinand Porsche. Aan het einde van de ganzenbordvariant reden de kopers dolgelukkig met hun auto naar huis. Maar Hitler had inmiddels besloten dat er dringend behoefte was aan legervoertuigen. Dus rolden er opeens geen volkse Volkswagens van de lopende band. De spaarders kregen nooit hun auto. Hun geld ging naar de oorlogskas van de Führer.

Het zeldzame bordspel, met zes porseleinen Kevertjes, is nu een stille getuige van de manier waarop het volk door zijn eigen, veel bejubelde leider misleid en bedrogen werd. Het spel heet "Jouw KdF auto". Een propagandaslogan die van een belofte een leugen is geworden.

Wat fascineert u aan deze spellen?

Zoals veel overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog hebben de meeste spellen en puzzels een verhaal. Zelden leuk, eerder bedenkelijk. Het verzamelen is bij mij niet ingegeven door hebzucht maar door het willen ontdekken van de verhalen. Daardoor zijn het geen curiositeiten of trivia maar serieuze oorlogsdocumenten. Het maakt mij niet uit of een exemplaar puntgaaf is of beschadigd en incompleet. Elk spel en elke puzzel heeft de oorlog overleefd en alleen al de aanblik vertelt daarover. Als de doos nog als nieuw is, vond men het blijkbaar geen leuk spel. Is het kapot gespeeld dan weet je dat het populair was. In mijn collectie bevinden zich enkele Duitse spellen die de bezitters zo graag speelden dat ze, na afloop van de oorlog, alle hakenkruizen op de dozen hebben weggekrast.

Op wat voor soort spellen en puzzels richt uw aandacht zich?

Inmiddels bevat mijn database meer dan 5.300 items uit 50 bij de oorlog betrokken landen, waarvan circa 3.500 in mijn eigen collectie, die nog maandelijks groeit. Het is het spreekwoordelijke topje van de ijsberg. Maar die smelten, zoals we helaas weten. Ik ben bang dat veel objecten uit de oorlog intussen zijn weggegooid. Daarom ben ik blij met de steeds groter wordende internationale kring van verzamelaars, die materiaal van de ondergang redden en voorzichtig behandelen.

Mijn interesse richt zich op bordspellen, strategische spellen, kansspellen, kaartspellen, doelspellen, mathematische spellen, aanlegspellen, behendigheidsspellen, vraag- en antwoordspellen, legpuzzels, schuifpuzzels en andere vormen van puzzels met uitzondering van denksport.

In de oorlog ontstond – met name in Amerika, Japan, Engeland en Duitsland – een nieuwe vorm van industrie. Voor de miljoenen militairen ging men speciale spellen produceren. Klein, lichtgewicht, gemakkelijk mee te nemen en te spelen onder alle omstandigheden. Dergelijke spellen werden gedistribueerd door het leger maar ook door bedrijven zoals Coca-Cola en organisaties als het Rode Kruis. Voor familieleden waren er spelletjes in verzendklare enveloppen die men naar vaders, zoons, dochters en geliefden kon sturen. Een nieuw fenomeen in Amerika was ook de puzzelbrief: een deels voorgedrukte legpuzzel waarop men een brief kon schrijven, die de ontvanger eerst in elkaar moest passen.

Amerikaanse legpuzzel, 1943. © Gejus van Diggele
Amerikaanse spotter cards van sponsor Coca-Cola, 1942. © Gejus van Diggele

Er werden soms ook geheime boodschappen in spellen verwerkt. Wat weet u hierover?

Krijgsgevangenen en gewonden werden beschermd door de Verdragen van Genève en kregen mogelijkheden voor ontspanning, onder andere met spellen en puzzels, die door welfare organisaties werden toegezonden. Een bijzondere categorie betreft de zeer zeldzame spellen met verborgen informatie en hulpmiddelen die krijgsgevangenen hielpen ontsnappen. Bijvoorbeeld op echt gelijkende dominostenen waarin strookjes verborgen zaten die – aan elkaar geplakt – een landkaart met ontsnappingsroutes vormen. Die informatie werd eveneens tussen de laagjes karton van speelkaarten geplakt. Ook ontvingen de krijgsgevangenen holle schaakstukken met onderdelen voor een radio. Of een piepkleine kompas.

In het Verzetsmuseum in Amsterdam zag ik een schaakspel waarin door het verzet valse persoonsbewijzen werden gesmokkeld. Soortgelijke spellen bezit ook het Londense Imperial War Museum. Ook zag ik daar een kaartspel met in onzichtbare inkt geschreven codes die in de koffer van een spion werd gevonden.

Verzamelt u ook speelgoed?

Verder verzamel ik in mijn database afbeeldingen en informatie over speelautomaten zoals flipperkasten, schietspellen, behendigheidsspellen en gokspellen met een aan WO2 gerelateerd thema. Ik heb er helaas de ruimte niet voor. Speelgoed was er ook veel in de oorlog, maar dat verzamel ik niet. Je moet ergens een grens trekken.

Wat voor spellen werden in Japan in oorlogstijd gespeeld?

In Japan kent men al eeuwen een vorm van ganzenbord – sugorku – met op een stripverhaal gelijkende visualisatie van actuele onderwerpen. Ook in oorlogstijd. Deze op vellen papier gedrukte spellen werden traditiegetrouw cadeau gegeven door uitgevers bij de eerste uitgave in het nieuwe jaar van hun krant of tijdschrift. Ze zijn zeldzaam omdat de Japanners uit frustratie en in hun eer aangetast veel tastbare herinneringen hebben weggegooid of verbrand.

Japans sugoroku (ganzenbordvariant) over kamikaze piloten, 1 jan 1945. © Gejus van Diggele

Ook de menko kaartjes, een eeuwenoud Japans spelletje waar de bij ons bekende Flippo's van zijn afgeleid, waren in de oorlog populair met realistisch getekende plaatjes van heroïek en oorlogsgeweld, inclusief de atoombommen.

Behalve bordspellen omvat uw verzameling ook speelkaarten. Welke thema’s komen hierop aan bod?

De verzameling bevat inderdaad ook veel speelkaarten, uit diverse landen. Met de vanouds bekende symbolen of aangepast, met symbolen van de legeronderdelen. Vaak zijn de ruggen speciaal bedrukt. Omdat opeens de straten gevuld waren met mensen in uniformen kwamen er aparte kaartspellen die vertrouwd maakten met de verschillende legerfuncties. Bekend, in allerlei uitvoeringen, zijn ook de kaartspellen met afbeeldingen van oorlogsvliegtuigen en informatie daarover. Al spelend leerden militairen en burgers de vliegtuigen van vriend en vijand herkennen.

Het kwartetspel was vooral gewild in landen met een overwegend protestante bevolking, als onschuldig alternatief voor de duivelse speelkaarten waarmee werd gegokt en gevloekt. De opvoedkundige meerwaarde van kwartetten zien we ook terug in de vele Duitse kwartetspellen die leerzaam vertrouwd maken met de nazikopstukken, hun organisaties, 'goede werken' en de uitgebreidheid en kwaliteit van de legers, wapens en voertuigen.

Nederlands Bevrijdingsspel, 1946. © Gejus van Diggele
Hoe speelden de spellen in op de actualiteit?

Spellen werden ook gebruikt om de spot te drijven met de vijand, vanzelfsprekend alleen in niet door deze vijand bezette landen. In Amerika was na de aanval op Pearl Harbor de haat tegenover Japanners groot. Dit zien we terug in een aantal schietspellen en dartborden waarbij men Japanse doelen en soldaten moest raken. Na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki konden Amerikanen dat nog eens dunnetjes over doen met een smakeloos geduldspelletje waarmee je zelf kleine atoombommen op deze steden kon manoeuvreren.

In de bezette landen zoals Nederland werd de bevrijding uitbundig gevierd, ook met allerlei spellen en puzzels. Handel is en blijft handel.

Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen de spellen en puzzels van de geallieerden en as-mogendheden?

Bij de as-mogendheden en de geallieerden zien we opvallend veel overeenkomsten in de spellen en puzzels. De creativiteit van de bedenkers en makers, in alle landen, is vaak gebaseerd op varianten van al langer bestaande spelvormen. Veel bordspellen op het stramien van het ganzenbord maar dan met tanks, vliegtuigen en soldaten. Het lijkt wel alsof ze bij elkaar inspiratie opdeden. Dezelfde thema's, soortgelijke vormgeving. Ik heb zelfs enkele identieke spellen die zowel in een Engelse als een Duitse versie zijn uitgebracht, door twee verschillende firma's die blijkbaar tijdens de oorlog bleven samenwerken.

Het accent in de eerste jaren lag op het verheerlijken van de oorlog, politieke actualiteiten, vaderlandsliefde en heldenmoed. Toen de oorlog echt begonnen was en de verschrikkelijke gevolgen daarvan het thuisfront bereikten, zien we dat het accent bij de spellen en puzzels verschoof naar veiligheid, voorlichting, gezelligheid, overleven en er het beste van proberen te maken. Dan wordt ook de schaarste aan materialen zichtbaar: kleinere verpakkingen, minder mooi drukwerk, minder kleurgebruik en slechtere kwaliteit karton en papier.

Medio 1943 besloot Hitler dat alle energie, machines, materialen en arbeid uitsluitend mochten worden aangewend voor de oorlogsindustrie. Ook spellen- en speelkaartenfabrieken werden gesloten. Het personeel moest wapens en uniformen gaan maken. Of naar het front. Om de troepen toch van speelkaarten te voorzien, werden die besteld bij producenten in de bezette landen, zoals Nederland, België, Polen en Letland. Deze spellen, vaak met een speciale banderol, mochten uitsluitend in het Duitse leger worden gebruikt.

Onderduikers en gevangenen gingen zelf spellen maken. Heeft u hier voorbeelden van?

Die zijn bijzonder zeldzaam. Eerst mochten gevangenen in Duitse en Japanse kampen spellen spelen, maar dat is later verboden. De gevangenen waren al labiel door de spanningen en ontberingen, waardoor het bij een spel al snel ruzie werd. Uit verveling gingen gevangenen toch zelf spellen maken, vooral speelkaarten, schaak- en damspellen. Bij gebrek aan materialen werd alles gebruikt dat voorhanden was. De spellen moesten zorgvuldig worden verborgen zodat bewakers ze niet konden vinden. De straffen waren wreed. Je liep bovendien het risico dat een medegevangene je ging verraden.

Zo bezit ik een klein spel kaarten dat door een Tsjechische gevangene in kamp Buchenwald is getekend op karton van bij bewakers gebietste lege sigarettendoosjes. De maker heeft het kamp niet overleefd. Via via heb ik zijn speelkaarten kunnen verwerven. Het ontroert me om die te zien en vast te pakken. Enkele jaren geleden heb ik Buchenwald bezocht om de plek te zien waar de kaartjes zijn gemaakt.

Duitsland, zelfgemaakte speelkaarten in Buchenwald, circa 1942. © Gejus van Diggele

Het Museon in Den Haag heeft een aantal aangrijpende, zelfgemaakte ganzenbordspellen uit Jappenkampen in voormalig Nederlands-Indië. In andere musea heb ik schaakspellen gezien die door gevangenen werden gemaakt met stukjes brood. Zelf bezit ik een ook een aantal in gevangenschap gemaakte schaakspellen. En exemplaren die door onderduikers zijn vervaardigd. Die herken je aan de gebruikte materialen en gereedschappen waar men over kon beschikken. Onderduikers hadden ook de tijd, gelegenheid en middelen om kwartetspellen te tekenen en met plaatjes te beplakken.

Heeft u een favoriet item in uw verzameling?

Mijn meest dierbare object is een schaakspelletje dat in een Duits werkkamp in Frankrijk is gemaakt door een Belgische elektricien. De materialen daarvoor smokkelde hij beetje voor beetje uit de werkplaats. Samen met een eveneens tewerkgestelde ingenieur uit Antwerpen schaakten ze stiekem in hun barak. Met een groep andere dwangarbeiders werd het werk gesaboteerd.

Frankrijk, zelfgemaakt schaakspelletje in Duits werkkamp, 1942. © Gejus van Diggele
Op een avond hoorden de schaakvrienden schoten in het kamp. Het geluid kwam steeds dichterbij. Blijkbaar waren de saboteurs verraden en kregen ze barak na barak een nekschot. De Belgische vrienden, in een van de achterste barakken, besloten dat niet af te wachten maar te vluchten. Daarvoor moesten ze over de hoge omheining met prikkeldraad klimmen, dan een mijnenveld oversteken en opnieuw prikkeldraad over. Snel maakten ze een bundel van hun schamele bezittingen. Van een deken maakten ze repen die ze om hun voeten en handen wikkelden, om het prikkeldraad over te komen.

Bij het klimmen ontdekten ze dat ze iets waren vergeten: het prikkeldraad, dat door gaten in de betonnen palen liep, maakte veel herrie. Op de wachttorens speurden lichtbundels over het terrein. Bewakers met honden kwamen in actie. Er werd geschoten en de elektricien bleef dodelijk getroffen in het prikkeldraad hangen. De ingenieur nam zijn bundel over en wist te ontkomen. Het mijnenveld bleek Duitse bluf. De achtervolgers wisten dat ook niet en durfden niet de omheining over. De ingenieur bereikte het kleine spoorstation waar hij door de chef een vertrek in werd gestuurd. Daar beval hij de vluchteling zich uit te kleden. De ingenieur kreeg een overall en pet van een spoorwegarbeider. Zo werd hij niet meer als vluchteling herkend en kon hij gratis reizen naar zijn woonplaats Antwerpen.

In 1998, bij de officiële opening van mijn expositie in Antwerpen, werd ik uitgenodigd door een ouder echtpaar die vertelden dat ze mij iets wilden geven. Dat was het schaakspelletje. Met het verhaal, door de ingenieur die het had meegemaakt.

Na meer dan 30 jaar verzamelen en onderzoeken, wilt u een online virtueel museum openen. Hoe kwam u op dit idee?

De reacties op de exposities hebben mij aan het denken gezet. Spellen en puzzels bestaan uit dozen met inhoud die veel ruimte vergen. Je moet het ook van dichtbij in detail kunnen bekijken. In een vitrine kan dat vaak niet. Bovendien is de informatie, het verhaal, niet in twee zinnen te vertellen. Ik werd ook benaderd door uitgevers om een boek te schrijven, met veel foto's. Dat zou al beter zijn, maar zowel mijn collectie als mijn kennis groeiden voortdurend. Een boek zou al niet meer volledig en correct zijn als het van de drukpers kwam.

Zo ontstond het idee van een internetmuseum. Alle ruimte om elk spel tot in detail en met alle onderdelen op een groot formaat te laten zien. Met informatie over het spel, de maker, de spelregels, de historie van het type spel en over wat er in het productiejaar gebeurde in het productieland en in de rest van de wereld. De politieke, economische en sociale context waar in echte musea vaak geen plek voor is. En met de mogelijkheid om vrij simpel de informatie aan te passen als dat wenselijk is.

Hoe gaat de virtuele expositie eruit zien?

Een website met de structuur van een database waarmee je op allerlei manieren snel kunt vinden wat jou interesseert. Kies je taal, het land, de plaats, het jaar, het thema en speltype. Afbeeldingen kun je uitzoomen. Informatie kun je kopiëren, bijvoorbeeld voor een scriptie, werkstuk of spreekbeurt. Nog een paar voordelen: het museum is altijd open, wanneer je maar wilt. Je hoeft er niet voor te reizen, dus goed voor het milieu. En het is gratis. Overal waar internet is.

Een museum 'voor alle leeftijden' met begrijpelijke teksten. Niet te wetenschappelijk maar ook niet opgeleukt met filmpjes en geluid. Een serieus museum dat de periode 1920-1950 dichterbij brengt op een toegankelijke manier. Een bron van herinneringen verteld door spellen en puzzels. Met interactieve mogelijkheden. En volledig vrij van reclame en andere commerciële bedoelingen.

Uniek is ook dat het non-profit project op de websitetechniek na volledig wordt gerealiseerd door een internationaal team van vrijwilligers. Verzamelaars, experts, historici, auteurs, fotografen, beeldbewerkers en contentbeheerders. In samenwerking met musea en andere WO2 gerelateerde instituten. En onder supervisie van een Nederlandse stichting.

Heeft u al een datum voor de opening?

Een planning is er niet. Een dergelijk museum is 80 jaar niet gemist, dus waarom haast maken? Voorlopig zijn we nog bezig met het fotograferen, scannen en beschrijven van mijn collectie. Ik ben nu 76 en hoop het nog mee te maken dat het museum online gaat. Wie interesse heeft om bij dit project betrokken te worden, laat ik graag zien waar we mee bezig zijn: gejusvd@xs4all.nl

Nieuw-Zeelands kaartspel voor fondsenwerving ten bate van het Verenigd Koninkrijk, circa 1942. © Gejus van Diggele
Duitse Anti-Alliierten Spielkarten, circa 1941. © Gejus van Diggele

Amerikaans Hitlertje prik spel, 1939. © Gejus van Diggele

Duits Wehrmacht Quartett, circa 1936. © Gejus van Diggele

Bordspel Game of Commando uit het Verenigd Koninkrijk, 1940. © Gejus van Diggele
Amerikaans dartbord Get those JAPS!, 1942© Gejus van Diggele

Frankrijk l'Axe, circa 1944. © Gejus van Diggele

Gebruikte bron(nen)

  • Bron: Gejus van Diggele / TracesOfWar
  • Gepubliceerd op: 06-10-2025 17:36:48