TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Jan Willem ter Braak: the spy who died out in the cold

Jan Willem van den Braak (Tilburg 1952) woont sinds 1993 in Den Haag. Hij was tot 2013 directielid van de landelijke ondernemingsorganisatie VNO-NCW. In mei 2017 verscheen van zijn hand een biografie over een Haagse jongeman, die in 1940 spion voor de Duitsers werd onder de naam Jan Willem ter Braak. De titel van dit boek is 'Spion tegen Churchill' (WalburgPers 2017), met een voorwoord van Ad van Liempt. Een jaar later verscheen nog een boek over de spionageoperatie, waaraan Ter Braak deelnam, alsmede met enkele aanvullingen op het eerste boek. De titel van dit boek is 'Zij spioneerden tegen Engeland: Operatie Lena (1940-1941): tot mislukken gedoemd' (Aspekt 2018), met een voorwoord van de Abwehr-expert Etienne Verhoeyen.

Hieronder enkele vragen en de antwoorden daarop van de auteur over beide boeken, die mede gebaseerd zijn op het sinds 1999 openbare MI5-dossier van Ter Braak en het sinds 2001 openbare dossier van het BNV (1946) resp. enkele ongeordende documenten in het archief van de CVD (1947).

Wat hield operatie Lena in en wat heeft Willem ter Braak ermee te maken?

In juli 1940 gaf Hitler een order dat de voorbereidingen van de invasie van Engeland in september 1940 afgerond moesten zijn (Operatie Zeeleeuw). In samenhang daarmee werd besloten om zo snel mogelijk spionnen in Engeland af te zetten, die voorverkenningen voor de invasie zouden moeten plegen en het effect van de bombardementen op de bevolking moesten nagaan: Operatie Lena. In dat kader werden m.n. in de bezette landen zo snel mogelijk spionnen verworven, die na een korte opleiding vanaf augustus per boot en later ook per parachute werden afgezet in Engeland. Dat ging zo door tot uiteindelijk mei 1941, toen de invasie van Engeland al lang was uitgesteld tot nader order.

Al deze spionnen, tegen de twintig in totaal, werden al binnen een week opgepakt. Een deel van hen werd gevangen gehouden, een ander deel ‘gedraaid’ als dubbelspion en zeven werden geëxecuteerd. Operatie Lena was dus een compleet fiasco. Slechts één spion wist uit handen van de Engelse politie te blijven: Jan Willem ter Braak.

In de Engels- en Duitstalige literatuur wordt zijn lot vrijwel altijd slechts summier en vaak onvolledig behandeld. Ter Braak bleef een mystery man, zoals de Hongaarse militair historicus Ladislas Farago hem al in 1972 in zijn boek ‘The game of the foxes’ noemde. Zo besloot ik in 2014 zelf op onderzoek uit te gaan en dat leidde tot het boek ‘Spion tegen Churchill’. Daarin beschrijf ik wie hij in werkelijkheid was, hoe hij spion werd, wat zijn missie in Engeland was, waarom er zoveel mystificaties ontstonden rondom zijn identiteit en missie en tenslotte waarom ook in Nederland zijn lot onbekend bleef.

Wie was Jan Willem ter Braak?

Jan Willem van den Braak (zie de foto rechts) was niet de echte naam van de spion. Zijn werkelijke naam was Engelbertus Fukken, geboren op 28 augustus 1914 in Den Haag. Het gezin met uiteindelijk zeven kinderen verhuisde in 1917 naar de badplaats Noordwijk aan Zee. De kinderen droegen officieel de naam van de moeder, omdat hun ouders niet getrouwd waren: hun vader Willem Briedé was eerder getrouwd met een Duitse, van wie hij twee kinderen kreeg, maar die wilde niet van hem scheiden .

Engelbertus ging in 1930 na zijn schooltijd in Noordwijk naar de Zeevaartschool in Den Haag en werd in 1934 lid van de NSB, net als zijn halfbroer Willem Briedé jr, die zich tijdens de oorlog als SD-er zou ontpoppen als een fanatieke Jodenjager. Hij ging werken als verzekeringsagent, later als leerling-journalist bij het Noordwijks suffertje en het Leidsch dagblad, pleegde fraude en belandde zo in de gevangenis, waardoor hij geroyeerd werd als NSB-lid en werkloos raakte. Hij bleef een fanatiek aanhanger van de nazi’s. Zijn vader was in 1934 overleden en zo zwierf hij als wees van adres naar adres in Noordwijk, afhankelijk van de giften van bekenden van hem. Hij was intelligent en sociaal sterk maar tegelijk lui en een fantast met een droom om ooit een groot journalist te worden. Het enige lichtpuntje in zijn bestaan was Neeltje van Roon, een Noordwijks meisje van 17 jaar uit een eenvoudig vissersgezin, met wie hij zich in de zomer van 1939 verloofde.

Hoe werd hij als spion voor nazi-Duitsland geworven?

Uit zijn lagere schooltijd kende hij de van oorsprong Duitse familie Tappenbeck, die rond 1880 het beroemde badhotel Huis ter Duin had overgenomen. Hij ging met name om met drie neven van de eigenaar, die alle drie aanhangers van Hitler waren. Een van hen, Dieter Tappenbeck, was bevriend met de Duitse Abwehr-officier Kurt Mirow, die belast was met het werven van Nederlandse spionnen voor Operatie Lena.

Zo kwam Engelbertus eind juli 1940 in contact met deze Mirow en liet zich door hem in Huis ter Duin werven als spion waarbij hem natuurlijk een grote toekomst werd voorgespiegeld. Hij kreeg een vals paspoort onder de naam Jan Willem ter Braak. Deze voornaam was ontleend aan die van de hoofdredacteur van het Leidsch Dagblad, Jan Willem Henny, de achternaam aan de bekende schrijver-journalist Menno ter Braak, die fel anti-Duits was en direct na de Duitse inval in mei 1940 zelfmoord had gepleegd, omdat hij zijn arrestatie vreesde; dat laatste was dus een cynische grap maar het gezegde nomen est omen bleek later ook hier bewaarheid te worden.

Op 1 augustus verdween Fukken/Ter Braak uit Noordwijk, waarbij hij aan zijn verloofde vertelde dat hij ‘voor werk naar Frankrijk ging’. Gevaarlijk werk blijkbaar want hij had nog een levensverzekering voor haar afgesloten, waarvoor zij de jaren daarna de premie zou voldoen. Maar hij vertelde haar natuurlijk niets over zijn missie.

Wat was zijn missie in Engeland?

Waar Ter Braak precies werd opgeleid, blijft in nevelen gehuld. Aangezien Mirow voor Abwehrstelle (Ast) Brussel werkte, ligt het meest voor de hand dat hij daar werd opgeleid. In eerste instantie als bootspion, zoals de andere in Brussel opgeleide spionnen. In mijn eerste boek zet ik uiteen waarom het Lille kan zijn geweest, waar een nevenkantoor van Ast Brussel was gevestigd. Dus toch ‘werk in Frankrijk’, zoals hij aan Neeltje had verteld…

Toen de bootoperaties telkens mislukten en de eerste spionnen, die per parachute werden afgezet, wel succesvol leken (ten onrechte, omdat ze dubbelspion werden), is Ter Braak alsnog als parachutespion opgeleid, hetgeen ook verklaart waarom hij pas eind oktober werd afgezet in Engeland en wel in de buurt van het dorpje Haversham. Hij had iets van 500 Engelse pond bij zich, waarvan hij een half jaar zou kunnen rondkomen. En tegen die tijd zouden de Duitsers al lang zegevierend rondtrekken in Engeland, zo was hem natuurlijk voorgespiegeld.

Vanaf 4 november 1940 verbleef hij bijna vijf maanden op twee pensionadressen in Cambridge. Wat hij deed, staat in het boek uitgebreid beschreven. Hij zwierf meestal maar wat rond, meestal in Cambridge zelf, soms nam hij de bus naar stadjes in de buurt als Bedford en enkele keren ging hij per trein naar Londen. Ongetwijfeld heeft hij overal wat rondgekeken, mensen gesproken en de Engelse kranten goed doorgenomen. Zo las hij ook dat drie Lena-spionnen, die al in september waren uitgezonden, waren opgehangen na een kort proces onder de Treachery Act. Hij had een radiozender bij zich, waarmee hij korte berichten naar Ast Hamburg kon zenden. MI5 kon later niet meer nagaan welke berichten hij verzonden had; wellicht was het hem niet eens gelukt om een verbinding tot stand te brengen vanaf zijn pensionkamer. Zijn pensionhoudster aan de Montague Road 11 vond hem een ‘nice and polite gentleman’, precies zoals hij ook was. Maar ook zij zou hem niet redden, zo besefte hij steeds meer.

Eind maart 1941 was zijn geld op en besefte hij definitief dat hij als een rat in de val zat. De Duitsers zouden niet komen en hem ook niet komen helpen. Al zijn dromen bleken definitief zelfbedrog. Hij wist na dagenlang panisch piekeren nog maar één uitweg: in de nacht van 30 op 31 maart schoot hij zichzelf dood met zijn Abwehrpistool in een schuilkelder in aanbouw onder Christ’s Pieces Park in het centrum van Cambridge. Een dag later werd hij daar gevonden (zie de foto links), waarna de Britse geheime dienst MI5 hem zo snel mogelijk naamloos liet begraven op het kerkhof van Great Shelford ten zuiden van Cambridge, waar hij tot op de dag van vandaag ligt (grafnummer 154).

Waarom bleef zijn lot na de oorlog onbekend?

In Ter Braaks bezittingen werd een pasfoto van zijn verloofde aangetroffen in het hoesje van de fotowinkel uit Noordwijk. Zo vond MI5 via de Nederlandse politie eind 1946 Neeltje en ondervroeg haar bij haar ouders thuis. En zo kwam zij zes jaar na zijn verdwijning eindelijk te weten dat haar verloofde dood was. Haar ouders en zij moeten zich toen direct voorgenomen hebben hierover nooit iets los te laten om te voorkomen dat zij geen leven meer zouden hebben in de benauwde Noordwijkse gemeenschap. En ook de weinige anderen die meer hadden kunnen vertellen over Ter Braaks lot, hebben dat niet gedaan of konden dat niet doen. Zijn vriend Dieter Tappenbeck verdween in 1941 naar Duitsland en meldde zich daar aan als oorlogscorrespondent bij de veldtocht in Rusland. Op verlof in Duitsland pleegde hij eind 1941 zelfmoord. Abwehrofficier Kurt Mirow leefde na de oorlog nog lang en gelukkig in Duitsland maar liet nooit iets los over zijn activiteiten.

Zo bleef Ter Braak een raadsel en konden er allerlei mystificaties over zijn missie over zijn verblijf in Engeland ontstaan. Vooral de Engelse spionageschrijver Donald McCormick (1912-1998) trachtte jarenlang zijn identiteit te achterhalen. Daarom ontwikkelde hij uit de losse pols allerlei theorieën over zijn missie. Een daarvan was dat Ter Braak in werkelijkheid een Russische spion was, een andere dat hij als onderdeel van een spy ring betrokken was bij een moordzaak in Hagley Wood. Allemaal te fantastisch om waar te zijn. En als klap op de vuurpijl was er het gerucht waarover een Engelse krant al in 1946 berichtte, dat Ter Braak een aanslag op Churchill had moeten plegen. Dat zou natuurlijk sensationeel zijn. Ik heb dit in het slothoofdstuk van het eerste boek zo objectief mogelijk verder onderzocht, met als conclusie dat het niet uit te sluiten is. De nazileiding had zich immers totaal verkeken op de steun die Churchill onder de bevolking had met zijn compromisloze opstelling en moet daarover diep gefrustreerd zijn geweest. In ieder geval staat wel vast dat al in het najaar van 1940 Erich von Lahousen van de Abwehr en Walter Schellenberg van de SD die opdracht kregen, toen de invasie steeds meer buiten zicht raakte. En eveneens staat vast dat Von Lahousen en Mirow elkaar goed kenden. Dus het zou zeker kunnen dat Mirow Ter Braak onder de aandacht van Von Lahousen heeft gebracht.

Neeltje van Roon overleed in 1995, sindsdien wist helemaal niemand in de wereld meer over het spionnenbestaan van haar verloofde. Ik heb zeven neven en nichten van de spion resp. Neeltje gesproken, ook voor hen was het lot van Engelbertus Fukken alias Jan Willem ter Braak altijd een mysterie geweest. Mijn boeken halen deze spy who died out in the cold eindelijk terug uit de mist van de geschiedenis.

Spion tegen Churchill
Leven en dood van Jan Willem ter Braak
ISBN: 9789462491717
Meer informatie over dit boek
Bestel nu bij Bol.com
Spion tegen Churchill

Zij spioneerden tegen Engeland
Operatie Lena, (1940-1941); tot mislukken gedoemd
ISBN: 9789463383783
Meer informatie over dit boek
Bestel nu bij Bol.com
Zij spioneerden tegen Engeland

Gebruikte bron(nen)

  • Bron: Jan-Willem van den Braak
  • Gepubliceerd op: 23-06-2018 19:51:18