Na de Duitse verovering van België voerde het militaire bestuur geleidelijk aan hetzelfde Jodenbeleid als in nazi-Duitsland. Een belangrijke rol in dit beleid werd gespeeld door SS-Sammellager Mecheln, beter bekend als de Dossinkazerne. Alvorens in te gaan op de geschiedenis van dit kamp besteden we eerst aandacht aan de gevoerde Jodenpolitiek in België. Het ene kan namelijk niet los worden gezien van het andere.
Zeer nauw verweven met de geschiedenis van de Jodenvervolging gedurende de Tweede Wereldoorlog in Nederland is doorgangskamp Westerbork, door de Duitsers tijdens de oorlog officieel aangeduid als Polizeiliches Judendurchgangslager Westerbork. Meer dan 101.000 Nederlandse Joden zijn via dit kamp gedeporteerd naar de concentratie- en vernietigingskampen van het Derde Rijk. Slechts een klein deel van hen overleefde de Holocaust en keerde na de oorlog terug in Nederland.
In het departement van de Seine (tegenwoordig het departement Seine-Saint-Denis), ten noordoosten van Parijs, bevond zich het "Camp d’Internement de Drancy". Vanaf 14 juni 1940 tot 17 augustus 1944 werd het kamp door de Duitsers gebruikt als interneringskamp.