TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

NENASU, spreekbuis van een zeer kwaadaardige organisatie

De uitgeverij NENASU was een van de voornaamste spreekbuizen van NSB-leider Mussert en de top van zijn beweging. Mussert richtte deze Nederlandsche Nationaal-Socialistische Uitgeverij in 1934 op. Naast boeken, brochures en lesmateriaal bracht deze uitgeverij ook NSB-krant Volk en Vaderland uit. In zijn boek ‘Zwarte propaganda’ beschrijft Harold Makaske (1964) niet alleen de geschiedenis en de publicaties van de uitgeverij, maar ook de politieke standpunten van de NSB aan de hand van de NENASU-uitgaven. Een van de conclusies die de schrijver trekt is dat Musserts beweging veel extremer was dan sommige historici willen doen geloven. Harold Makaske studeerde politicologie en rechten. Hij werkte in politiek Den Haag en verzamelt al bijna vijftig jaar drukwerk van Nederlandse politieke partijen. Via e-mail stelden we hem enkele vragen over zijn nieuwe boek.



Hoe kwam u in aanraking met de geschiedenis van NENASU en wanneer en waarom besloot u hierover dit boek te schrijven?

Het verzamelen van voorwerpen en documentatie betreffende politiek en dagelijks leven uit de bezettingstijd begon al zo’n vijftig jaar geleden. Mijn vader kocht inboedels op voor zijn antiek- en curiosawinkel. De oorlogspullen pikte ik in. Op een gegeven moment kwam er een bibliotheek van een oude pacifist binnen. Daarin zaten ook een exemplaar van het NENASU-boek ‘Voor Volk en Vaderland’ en een paar brochures. Dat was het begin van de specialisatie. Tijdens mijn studie in de jaren tachtig was ik vaste klant bij antiquariaten in Nederland. Toen mijn verzameling enige omvang had, bedacht ik dat het schrijven van de geschiedenis van NENASU interessant zou kunnen zijn. Het archiefonderzoek heb ik voornamelijk in de jaren negentig gedaan.

Collectie Harold Makaske
De ondertitel van het boek is ‘de politieke geschiedenis van Anton Musserts uitgeverij’. Wat bedoelt u met ‘politieke geschiedenis’?

NENASU was een politieke uitgeverij. ‘Zwarte propaganda’ heeft eigenlijk drie verhaallijnen. De rode draad is uiteraard de uitgeverij: de uitgaven, de organisatie, de ruzies, de rooftocht naar een nieuwe drukkerij en mislukte projecten. In het boek bespreek ik veel uitgaven, die zijn de kapstok om de politiek inhoudelijke standpunten van de NSB in kaart te brengen. Ik ben op zoek gegaan naar de concrete politieke standpunten van de NSB. Het is ontluisterend dat de NSB inhoudelijk een lege huls was. Zelfs voor de inrichting van de steeds gepropageerde corporatieve staat was geen concreet plan. Mussert kwam pas na de oorlog in de gevangenis met een vage invulling. In 1943 constateerde de zeer goed ingevoerde NSB-journalist Jan de Haas, dat er eigenlijk maar twee uitgewerkte politieke plannen waren: een onderwijsplan van Mussert en vier boeken die bij NENASU verschenen over Nationaal-Socialistische Mijnbouw. Een absurde serie met meer dan 1100 pagina’s waarvoor helemaal geen publiek was. ‘Zwarte propaganda’ beschrijft dus ook in zekere zin de politiek inhoudelijke geschiedenis van de NSB. De derde lijn in het boek is het antisemitisme van de Beweging. Voor ‘Zwarte propaganda’ heb ik de Jodenhaat van de NSB in kaart gebracht.

Kunt u enkele voorbeelden noemen van succesvolle publicaties van NENASU? Hoeveel exemplaren gingen over de toonbank en wie waren de doelgroep en/of de kopers?

De geschiedenis van NENASU is te verdelen in twee perioden. De eerste, tot mei 1940, kun je zien als de strijd om de kiezers. Hoewel de NSB principieel ondemocratisch was, deed ze vanaf 1935 wel steeds mee aan de verkiezingen. De publicaties van NENASU waren in die periode vooral gericht op het winnen van kiezers en het werven van NSB-leden. Er werden dan ook bijna uitsluitend brochures en politieke boeken uitgegeven. Een populair boekje uit de eerste jaren was ‘Het Nederlandsche Fascisme’ van dominee Hylkema. Daarvan zijn negen drukken verschenen. De tekst was opmerkelijk gematigd. In de eerste periode verscheen ook een aantal op specifieke doelgroepen gerichte propagandakranten, zoals Arbeidsfront en Boerenstrijd. Uit de financiële cijfers blijkt dat van de meeste periodieken de verkoop uit colportage meer opleverde dan de abonnementen. Volk en Vaderland had ook inkomsten uit advertenties. De opbrengst van boeken en brochures lag veel lager.

Collectie Harold Makaske
Tijdens de bezetting nam het aantal uitgegeven boeken en brochures sterk af. De uitgeverij probeerde een literair fonds op zetten, maar dat mislukte volledig. De literair adviseur schreef in zijn ontslagbrief, begin 1944: “ik moet mij door zoo veel litteraire zwijnerij heen werken, dat ik er ziek van word”. Hij vertrok omdat hij “zondvloed van minderwaardigheid” niet meer wilde lezen. Toch zijn er enkele bestsellers verschenen. De bekendste was ‘Jeugd in de Branding’ van de voormalig stewardess Hilda Bongertman. Van het jeugdboek werden ruim zevenduizend exemplaren verkocht. Ook het grote geschiedenisboek van de NSB ‘Voor Volk en Vaderland’, dat was samengesteld door Cornelis van Geelkerken werd goed verkocht. Cijfers over de eerste druk zijn niet bewaard gebleven, maar ik veronderstel dat er ruim tienduizend exemplaren van zijn verkocht. Andere goed verkochte boeken zijn de twee standaardwerken van Volk en Vaderland hoofdredacteur Lindeman: ‘Het Socialisme’ en ‘Het Nationalisme van de NSB’. De grootste bron van inkomsten waren toch de kranten als Volk en Vaderland en andere periodieken. NENASU gaf in de marge ook ander drukwerk uit. Bekend is bijvoorbeeld de ‘Jeugdstormkalender 1943’.

U beschrijft het taalgebruik in NENASU-uitgaven als negatief en vaak zelfs onbeschoft. Kunt u hiervan voorbeelden noemen? Wat wilde men hiermee bereiken?

De nationaalsocialisten scholden op alles en iedereen. Boerenleider Evert Roskam schreef in de eerste NENASU-brochure dat NSB’ers sterk zijn in het negatieve en zwak in het positieve. Daarover werd niet alleen buiten de NSB geklaagd, maar zelfs binnen Musserts beweging. In 1935 verscheen een ‘Leidraad voor huisbezoekers’. De interne vraag- en antwoordbrochure was de officiële handleiding voor propagandisten. Het boekje besteedde expliciet aandacht aan de negatieve toon van de propaganda. De tegenstanders moesten er maar aan wennen, want “ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is”, stond er als antwoord. Daarin wees de NSB de propagandisten ook op een artikel over de toon in het NENASU-tijdschrift Nieuw Nederland. Daarin schreef hoofdredacteur Verviers: “Wij willen onze tegenstanders niet een beetje afbreuk doen of hen een beentje lichten. Wij willen hen enkel maar vernietigen.” In de jaren dertig dreigden Van Geelkerken en Mussert hun tegenstanders met “afrekening” en journalisten en politici werden in Volk en Vaderland en andere publicaties beschimpt en bedreigd. Joden werden eind jaren dertig in Volk en Vaderland “parasieten” genoemd. Hoofdredacteur Meuldijk is daarvoor ook veroordeeld. Justitie greep een aantal keer in bij NENASU. Niet alleen Volk en Vaderland werd in beslag genomen, maar ook verschillende brochures. Een voorbeeld is een brochure over het Jordaanoproer. NENASU moest de tekst aanpassen. Dat deed de uitgever door de gecensureerde teksten van een zwarte balk te voorzien en op de omslag te vermelden dat het een gecensureerde uitgave was.

U constateert dat de uitgeverij voor Mussert een grote inkomensbron vormde. Hoe groot was het profijt dat hij hieruit haalde en hoe was hij persoonlijk betrokken bij het dagelijkse bestuur van de uitgeverij?

Vanaf het begin rendeerde NENASU. Mussert verdiende direct al meer met zijn uitgeverij dan als hoofdingenieur bij Provinciale Waterstaat. Dat werd angstvallig geheim gehouden en hij presenteerde zich als martelaar van de beweging. In 1936 werd de constructie door een voormalige NSB-propaganda-inspecteur onthuld. Mussert was eigenaar en de enige bestuurder van de uitgeverij. De dagelijkse leiding was echter in handen van een directeur. Vanaf het begin trad mevrouw Ravestijn-Penning, een familielid van Musserts vrouw, als adjunct-directeur van NENASU op als ‘waakhond’ van de leider. Zij kwam in aanvaring met NSB-functionarissen.

Collectie Harold Makaske


Mussert had regelmatig contact met de directie en werd ook door enkele adviseurs bijgestaan in de strooptocht naar een nieuwe drukkerij in 1941. Aan het eind van de oorlog bestond zijn uitgeversbedrijf uit twee stichtingen en drie naamloze vennootschappen. NENASU was geen onbeduidende zolderkameronderneming. Hoewel er geen volledige personeelsoverzichten bewaard zijn gebleven, waren er meer dan tweehonderd personeelsleden in dienst. Er werd niet alleen voor de NSB gedrukt, maar ook voor andere uitgeverijen, zoals Bruna en Het Spectrum, en krantenuitgevers. In 1943 had Volk en Vaderland een oplage van zo’n tweehonderdduizend kranten per week. Het was een groot bedrijf. Over de periodieken was hij tevreden, maar de boekenuitgeverij liep heel slecht.

Voor Mussert was de politiek een verdienmodel. Hij liet kranten als De Maasbode en Het Utrechtsch Dagblad verbieden om de drukkerijen over te nemen. Er werd ook geen rekening gehouden met de belangen van de personeelsleden van de oude drukkerijen. In 1942 regelde NENASU zelfs een belastingvrijstelling op grond van het Leidersbeginsel. Het Leidend Beginsel van de NSB, waarin stond dat het algemeen belang boven het persoonlijk belang ging, werd op allerlei manier aan de zwarte laars van Mussert gelapt. Het legde hem geen windeieren. In de bezettingsjaren heeft hij ieder jaar enkele tonnen uit zijn bedrijf onttrokken. Er werd een dubbele boekhouding gevoerd en de fiscus heeft na de oorlog nooit alle financiële feiten boven tafel gekregen.

Een van uw conclusies is dat Musserts beweging veel extremer was dan sommige historici willen doen geloven. Waar baseert u dit op? Welke rol spelen antisemitisme en de nazi-rassenleer in de publicaties van NENASU?

In zijn boekje ‘Joodse NSB’ers’ schrijft historicus Chris van der Heijden dat de NSB niet zonder meer antisemitisch was. De NSB antisemitisch noemen, zou volgens Van der Heijden ongenuanceerd zijn. Aan die conclusie heb ik mij ernstig gestoord, want het is eigenlijk het enige boekje over het antisemitisme van de NSB en zijn conclusie is apert onjuist. Voor ‘Zwarte propaganda’ heb ik een onderzoek gedaan naar het antisemitisme in NENASU-publicaties. Daaraan besteed ik een apart hoofdstuk. Op basis van het letterlijk tellen van artikelen over Joden in Volk en Vaderland en deze vervolgens te beoordelen op hun houding ten aanzien van Joden, is niet anders te concluderen dat de NSB vanaf 1937 een volledig antisemitische beweging was. Niet alleen werd veel meer geschreven over Joden, maar de toon werd harder en negatiever. Vluchtelingenkamp Westerbork werd bijvoorbeeld “een nieuw Jerusalem voor parasieten” op Drentse grond genoemd. Mussert presenteerde het Guyanaplan om Joden die na 1914 in Nederland waren gekomen te verbannen naar Zuid-Amerika. Voor dat plan werden zelfs Duits- en Engelstalige brochures uitgegeven. Na de Duitse inval ging er nog een schep bovenop.



In 1941 werd de door NENASU uitgegeven brochure ‘Het Joodsche Vraagstuk in Nederland’ van vormingsleider Robert van Genechten verplichte lesstof in het Vormingsprogramma van de NSB. Van Genechten schrijft in zijn brochure over het doel van de Duitsers om de Joden uit Nederland te deporteren: “Hoe eerder zij verwezenlijkt wordt hoe beter het voor alle partijen zal zijn.” Het antisemitisme en de deportaties van de Joden waren dus officieel onderdeel van het vormingsprogramma van de NSB. Ik erger mij mateloos aan het nuanceren van het kwaad van de NSB. Mussert en zijn beweging waren tegen de democratie, tegen de verlichtingsideeën met mensenrechten, tegen de rechtstaat en rechtsbeginselen. Politieke tegenstanders werden van hun rechten beroofd. In de NENASU-publicaties werden deze zaken allemaal toegejuicht. Bij NENASU verscheen bijvoorbeeld een boekje over de vrederechtspraak. De president van het Vredegerechtshof, Johan Carp, persoonlijke vriend van Mussert, licht in dat boekje zonder schroom de schandalige nationaalsocialistische rechtsopvattingen toe, waarbij tegenstanders van hun rechten werden beroofd en Joden zelfs ontmenselijkt. Zo’n beweging mag je niet nuanceren. De NSB was een zeer kwaadaardige organisatie.

Collectie Harold Makaske
Collectie Harold Makaske


U ontdekte ook dat NENASU in bezettingstijd zaken deed met verzetsbladen. Hoe kon dat gebeuren en hoe kwam u hier achter?

Voor onderzoek naar de Tweede Wereldoorlog zijn de dossiers van de Bijzondere Rechtspleging een bron van informatie. De verhoren van de politieke recherche en opsporingsdiensten hebben een schat aan achtergrondinformatie vastgelegd. Hoewel je altijd op je hoede moet zijn over de juistheid van de verklaringen, geeft het veel feiten. In verschillende strafdossiers van directieleden van NENASU wordt openlijk verklaard dat in 1944 drukpapier, lood en machines op de zwarte markt zijn verkocht. De directieleden verklaarden allemaal dat het papier ook naar verzetsgroepen ging. In de verklaringen werden onder andere Trouw, De Waarheid en Het Parool genoemd. Vooral De Waarheid is heel opmerkelijk. Communisten waren de grootste vijanden in de ogen van NSB’ers. Kameraden sneuvelden aan het Oostfront terwijl NENASU papier leverde om het communistische verzetsblad op te drukken. Hoe hypocriet wil je het hebben?

Uw boek gaat over een gespecialiseerd onderwerp en u heeft veel citaten opgenomen. Het is een zeer informatief en imposant werk. Wat is de doelgroep en wat hoopt u dat de lezer opsteekt en/of bijblijft van uw boek?

Het boek is hopelijk een aanvulling voor geïnteresseerden in de NSB en het nationaalsocialisme. Ik heb ervoor gekozen vooral de NSB’ers en hun tegenstanders zelf aan het woord te laten. Wat mij is opgevallen, is de rancuneuze negatieve toon en de politieke leegheid van de NSB. Inhoudelijk deed de NSB geen voorstellen om politieke problemen op te lossen. Sterker nog: de leiding hield zich bewust op de vlakte. Op een vraag naar plannen om de werkloosheid op te lossen, was de reactie dat er pas een antwoord zou komen als de NSB de macht had veroverd. Als lid of kiezer had je geen idee waarvoor je eigenlijk koos. Inhoudelijk was de NSB een lege huls. Wat ik hoop, is dat het boek laat zien hoe gevaarlijk nihilistische politiek populisme kan zijn. Ik zie het als een ode aan de democratie, de mensenrechten en rechtsbeginselen. Uiterlijk vertoon en makkelijke slogans kunnen wervend zijn, maar om met professor Hessing, die de NSB verliet, te spreken: leuzen en symbolen zijn mooi, maar je kunt er geen land mee besturen.

Zwarte propaganda
De politieke geschiedenis van Anton Musserts uitgeverij
ISBN: 9789464802085
Meer informatie over dit boek
Bestel nu bij Bol.com
Zwarte propaganda

Gebruikte bron(nen)

  • Bron: Harold Makaske / TracesOfWar.nl
  • Gepubliceerd op: 18-03-2023 18:48:05