TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Helmondse oorlogsslachtoffers: Pieter Arnout Fentener van Vlissingen

Het onderzoek naar de Helmondse oorlogsslachtoffers op het monument in het Hortensiapark levert steeds meer resultaten op. Het wordt vooral ook steeds duidelijker waarom er gegevens niet kloppen op het monument. Bepaalde informatie was indertijd gewoon niet overal voorhanden. Pieter Arnout Fentener van Vlissingen is daar een voorbeeld van.



Fentener van Vlissingen werd geboren in Helmond op 1 december 1919. Hij was een telg uit de beroemde Helmondse fabrikantenfamilie Fentener van Vlissingen. Later ging hij studeren aan de Technische Hogeschool in Delft. Daar werd hij lid van het verzet en sloot zich aan bij de KP (knokploeg)-Delft.

Op 3 november 1944 deed de Landwacht een inval in een pand aan de Noordeinde 32 te Delft. Dit was een uitvalsbasis van het verzet. Naast Fentener van Vlissingen waren op dat moment in ieder geval ook Roeland Kollewijn, Jan van der Woude en Tieleman Notenboom aanwezig. Op het moment van de inval werd er in het pand ook een Amerikaanse militair (een boordschutter van een Amerikaans vliegtuig) verborgen gehouden. Zijn naam was Paul Kutzar. Kutzar was op 26 september 1944 uit zijn vliegtuig gesprongen. Toen de deurbel ging deed Kollewijn open omdat hij eigenlijk iemand anders verwachtte. Er werd meteen geschoten. Kutzar dook snel zijn schuilplaats in. Voordat hij dat dicht kon doen dook Kollewijn hem zwaargewond achterna. Ze werden echter al snel gevonden. Naast Kollewijn raakte ook Fentener van Vlissingen en Van der Woude gewond tijdens de inval. Alle drie werden ze opgepakt en afgevoerd naar het Oude en Nieuwe Gasthuis in Delft. Daar werden ze onder bewaking gesteld.

De Amerikaan Kutzar werd met een revolver op zijn hoofd geslagen. Ook hij werd meegenomen, maar overleefde de oorlog in diverse Duitse kampen. Op 14 juni 1945 kwam hij in de Verenigde Staten terug. Notenboom wist te ontsnappen door op één hoog uit het raam te springen. Kollewijn overleed op 8 november aan zijn verwondingen. Zijn naam staat ook vermeld op het monument in het Helmondse Hortensiapark. Fentener van Vlissingen werd twee dagen voor de dood van Kollewijn, op 6 november 1944, op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd.1



Op het oorlogsmonument in Helmond staat: “P.A. Fentener van Vlissingen, 10-11-1944, Rotterdam.”

Al in 1995 werden er vraagtekens gezet bij de juistheid van de datum en plaats van overlijden. De gemeentearchivaris van Helmond stuurde daarover op 16 februari van dat jaar een brief naar de gemeente Delft waarin hij schreef: “In de gemeente Helmond wordt op dit moment i.v.m. 50-jaar bevrijding een kapel gebouwd ter nagedachtenis van overledenen van diverse oorlogen. […] We missen echter van twee personen [Fentener van Vlissingen en Kollewijn] gegevens. Deze personen zijn geboren in Helmond en op het moment van overlijden woonachtig te Delft. […] Op 4 januari 1939 vertrekt P.A. Fentener van Vlissingen naar Delft, Noordeinde 9, waarschijnlijk om te gaan studeren. Ook weten wij dat hij op 6 november 1944 gefusilleerd is wegens zijn rol in het studentenverzet. Wij weten echter niet waar deze fusillering plaats heeft gevonden.” Opvallend is dat in dit stuk al wel melding wordt gemaakt van de juiste datum van overlijden, namelijk 6 november 1944.

De gemeente Delft antwoord op 28 februari: “Uit het Bevolkingsregister van de gemeente Delft blijkt dat hij op 10 november 1944 te Rotterdam is gefusilleerd, en op 30 november 1946 is gevonden in een massagraf aan de Waalsdorperweg te 's-Gravenhage.”

Wanneer we de website van de Vereniging Erepeloton Waalsdorp bekijken2, dan komen we daar ook de naam van Fentener van Vlissingen tegen. Op de website van deze vereniging staat geschreven: “Volgens de gegevens van de Oorlogsgravenstichting is Fentener van Vlissingen gefusilleerd te Rotterdam op 10 november 1944. Volgens de getuigenverklaring van Tonny Brantenaar is hij echter gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte op 6 november 1944, samen met Cramer en Boy Ecury.”

In dit geciteerd stuk wordt ook de Oorlogsgravenstichting (OGS) genoemd. Zij hanteerde eerst als overlijdensdatum 10 november 1944. Waarschijnlijk baseerde zij zich hierbij op de gegevens uit het bevolkingsregister van Delft. Navraag bij de OGS leerde dat zij in 2008 de gegevens op hun website hebben aangepast.3 Ze geven als reden dat “uit alle documenten die betrekkingen hebben op de dood van de heer P.A. Fentener van Vlissingen en twee andere slachtoffers blijkt dat zij op 6 november 1944 gefusilleerd zijn.” De documenten waarop de OGS in deze reactie doelt liggen in het Nationaal Archief in Den Haag.

Stukken uit het gemeentearchief in Den Haag, waar het overlijden van Fentener van Vlissingen overlijden werd geregistreerd, geeft enkel aan dat zijn lichaam op 30 november 1946 is gevonden:



In het Nationaal Archief in Den Haag liggen de officiële archieven van de Dienst Identificatie & Berging over de opgravingen van het lichaam van Fentener van Vlissingen.4 In graf 250 op de Waalsdorpervlakte werden drie lichamen aangetroffen. Zij kregen de nummers 691, 692 en 693 mee. Het waren respectievelijk Ecury, Fentener van Vlissingen en Cramer.

Van ieder lichaam werd vervolgens exact beschreven hoe het werd aangetroffen. Op deze manier kon men tot identificatie overgaan. Naast gedetailleerde aantekeningen over de staat van ieder lichaam, welke we hier achterwegen zullen laten, werd ook beschreven wat het slachtoffer droeg. In het dossier van het lichaam van Fentener van Vlissingen lezen we hierover:

“Colbertcostuum bestaande uit jas, vest, broek blauwgrijs visgraat met blauw streepje. 2 knoopsgaten, brede revers. 5 knoopsgaten in het best. Pantalon met omslag. Grijs sporthemd zonder boord, kleur niet vast te stellen. Vermoedelijk gestreept. […] Lage bruine schoenen […] Gedeeltelijk voorzien van grote kopspijkers. Gummihakken.” Als persoonlijke bezittingen worden een “zwart kammetje en klein geld” genoteerd. Verder staat in het dossier ook beschreven aan welke verwondingen hij overleed: “schotwonden in de borstkas. Inschot slaap uitschot linkerachterhoofd.”



Pieter Arnout Fentener van Vlissingen ligt begraven op de Protestantse begraafplaats aan de Molenstraat in Helmond. Zijn grafsteen geeft als datum van overlijden ook 6 november 1944. De tekst eronder luidt: “Hij offerde zijn leven in den strijd voor de vrijheid.”

Met dank aan Johan Teeuwisse (OGS) en Jeroen Niels (STIWOT).

Heeft u meer informatie over Pieter Arnout Fentener van Vlissingen of over de andere Helmondse oorlogsslachtoffers, neem dan contact met ons op via het formulier of helmond@tracesofwar.com.

Notes
1 BLIJ, J.W. DE, Oorlog en Verzet in de Prinsenstad 1940-1945, Delft, 2005, pagina 186-187.
2 Erepeloton Waalsdorp - Pieter Arnoud Fentener van Vlissingen (09-01-2016)
3 Oorlogsgravenstichting - Pieter Arnoud Fentener van Vlissingen (09-01-2016)
4 Nationaal Archief, Den Haag, Bureau/Sectie Gravendienst van de Afdeling Sociale Zaken van het Ministerie van Oorlog/Defensie, Dienst Identificatie en Berging (DIB) van de Koninklijke Landmacht, nummer toegang 2.13.5220, inventarisnummer 117.

Gebruikte bron(nen)