Het is nu bijna drie jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met een groep andere studenten naar Duitsland gestuurd. Eerst naar Herzberg am Harz, daarna naar Dassel. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel al tweemaal. In oktober 2024 keerde ik samen met buurman Eric, voor een derde keer terug, waar we voor het eerst Herzberg am Harz aandeden. Nu, eind maart 2025, gaan we voor een vierde keer richting Dassel.
Eigenlijk heeft het niks te maken met de dwangarbeiders in Dassel, Uslar, een plaatsje zo'n 20 kilometer ten zuiden van Dassel, had huisde ook een aantal student-dwangarbeiders gedurende een paar maanden van 1943. Dit was een andere groep dan in Dassel, deze mannen werden eerst in Braunschweig tewerkgesteld om in juli 1943 naar Uslar overgeplaatst te worden. Daar werkten ze drie maanden tot ze op 1 november 1943 werden overgeplaatst naar de munitiefabriek in Herzberg am Harz.[note]TracesOfwar.nl - Nederlandse studenten in een munitiefabriek.[/note]
In Uslar werkten deze studenten in de Ilse & Co. Möbelfabriken, waar ze munitiekistjes in elkaar timmerden. Jan Brölmann schreef er over: “We timmeren een kistje met studenten aan soort lopende band. We wisselen elkaar af om het eentonige te vermijden. ‘s-Avonds naar buiten de majestueuze natuur bewonderd. Heimwee naar huis.” Een aantal van deze zijn bewaard gebleven en nog te bezichten in het plaatselijke museum.
Inmiddels waren we drie keer in Dassel geweest. Onderweg naar Dassel zie je Uslar al op de borden staan, we er echter nog niet geweest. We willen vooral kijken of we de plek kunnen vinden waar de studenten gewerkt hebben. Uit onderzoek vooraf bleek dat Ilse een nogal grote fabriek was, in de jaren '50 werkten er 2800 mensen.[note]Ilse Technik - History.[/note] In Uslar werd er in ieder geval op drie verschillende plekken gewerkt, waarbij Werke I en II veruit de grootste waren.
Ilse & Co zelf is ondertussen aanzienlijk gekrompen en zit niet meer in de panden van weleer. Ze maken nu enkel nog tafeltjes voor caravans in een fabriek op het industrieterrein aan de rand van de stad. De grootste gebouwen van Werke I en II zijn nog duidelijk in het straatbeeld te herkennen.
In het museum van Uslar is een maquette te zien, die laat zien hoe Werke I er op z'n hoogtepunt uit zag. Het grote gebouw links staat er nog, maar het hoge gebouw in het midden is compleet verdwenen, net als alle laagbouw er omheen. De eigenaarsvilla vooraan is nog wel bewaard gebleven en in de hallen helemaal rechts op de foto zit tegenwoordig een supermarkt.
Waar de foto van de slaapzaal precies in de Ilse & Co complexen is genomen, weten we op dit moment nog niet. Werke I en II lijken in ieder geval af te vallen. De foto werd niet herkend door de huidige bewoners en de gebouwen lijken anders gebouwd. De foto zou dus in een van de gesloopte gebouwen gemaakt kunnen zijn.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Rondje vier (1/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Op zoek naar meneer Sluis (2/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Op zoek naar de familie Fischer (3/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Uslar (4/4)
De PostNL-tracker geeft deze vrijdagmorgen aan dat de bezorger er tussen 08:15 uur en 10:45 uur zal zijn. Twee weken geleden gekocht op een veilingsite; met kerst en nieuwjaar duurde de bezorging allemaal wat langer. Ondertussen was het 11:15 uur, geen bezorger. De website was ondertussen veranderd naar 'uiterlijk om 22:00 uur'. Er zat niets anders op dan te wachten. Om iets voor drie kijk ik nogmaals. De tijd is weer aangepast, nu is hij er tussen 16:00 en 18:00 uur. Mooi, tijd om nog even boodschappen te doen. Ik trek de deur open en sta oog in oog met de bezorger. Blijkbaar was hij er toch weer wat eerder...
Ik krijg een klein envelopje in mijn handen gedrukt en na een mooie handtekening voor ontvangst kan ik mijn nieuwe aanwinst voorzichtig open maken. In de envelop zit een nog kleiner envelopje. Niet alleen zit er een postzegel van Adolf Hitler op, maar er staat ook in grote letters: “Bereitschaftslager Schloss der Fabrik Herzberg”. Het is een brief van een student aan een andere student, beiden verplicht in Duitsland tewerkgesteld. Het Lager is die van de munitiefabriek in Herzberg, waar ik al een tijd onderzoek naar doe. Deze brief op een veilingsite tegenkomen was dan ook een bijzonder moment. De brief in handen hebben nog meer.
Het is een brief van Bob Blonk[note]Nicolaas (Bob) Hendricus Marie Blonk (Veur, 10-11-1917 – Vught, 27-12-1995).[/note] aan zijn vriend Ton Verdenius[note]Anthonie (Ton) Gezinus Verdenius (Amsterdam, 21-10-1920 – Nijmegen, 14-03-1998).[/note]. Bob werkte in de munitiefabriek in Herzberg, Ton in een touwmakerij in Riemsloh. Bob en Ton leerden elkaar in januari 1940 kennen in een kazerne in Breda. Volgens de familie Verdenius schreven ze vaak naar elkaar, met raadsels, puzzels en schaakproblemen. Wat ze in deze brief schrijven hebben we nog niet helemaal kunnen ontcijferen. Hiervoor kunnen we uw hulp van harte gebruiken! Via onze website kunt u helpen met overtikken van deze brief, en vele anderen. De brief van Bob Blonk is hier te vinden:
Pagina 1
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel. Nu was het tijd voor een derde bezoek en een nieuwe serie aan artikelen.
Tijdens het onderzoek naar de studenten, die in Dassel tewerkgesteld werden, werd al snel duidelijk dat ze niet direct in Dassel terecht zijn gekomen. De reis van Kamp Erika naar Dassel ging via een aantal tussenstations... in letterlijke zin. De langste stop was in Herzberg am Harz. Daar kwamen de studenten op 18 mei 1943, per trein, in Herzberg aan.
Gerard Schampers, een van de studenten, schreef over de reis: “We stapten in de trein en hoorden onderweg dat de technici naar Osterode moesten en de rest verder door naar Herzberg. In Osterode wilden enkele uitstappen maar dat mocht niet. 't Hele stel moest door. Om 7 uur kwamen we in Herzberg am Harz. Daar bleek dat ze pas om 5 uur bericht gekregen hadden dat we zouden komen. We kregen soep te eten, die naar omstandigheden redelijk wel was. We worden behoorlijk behandeld en hebben nog niet gewerkt. De eerste paar dagen zullen we dat ook nog wel niet doen. Wat er verder zal gebeuren weet ik niet er is nog niet veel van te zeggen. Ons adres is voorlopig: Gemeinschaftslager Pleissner (Wiese) Herzberg a. Harz.” [note]TracesOfWar.nl - Gerard Schampers, van student tot dwangarbeider, geraadpleegd op 22-11-2024.[/note]
De 40 studenten werden tewerkgesteld in de Pleissner-fabriek in het zuiden van Herzberg, vlakbij het hoofdstation van het stadje. Herzberg am Harz ligt, zoals de naam al doet vermoeden, in het Harzgebergte in het midden van Duitsland. Het stadje met haar vakwerkhuisjes werd en wordt gedomineerd door het kasteel van Herzberg. Dit kasteel, met haar oorsprong in de 11de eeuw, staat op een berg met uitzicht over de gehele stad. De studenten die uiteindelijk in Dassel terecht kwamen, zaten daar ruim een week.
Na al twee keer in Dassel geweest te zijn, vinden we het tijdens ons derde bezoek ook tijd om Herzberg am Harz te bezoeken, op een uur rijden van Dassel. Deze ochtend rijden we vroeg richting Herzberg. Het is een beetje een druilerige dag, de zon heeft zich nog niet laten zien. Via Osterode rijden we uit het noorden Herzberg binnen, met aan de rechterhand op de berg het indrukwekkende kasteel. We rijden door het stadje naar de Pleissner-fabriek, net iets voorbij het hoofdstation. In deze staalfabriek kwamen de studenten aan. Tegenwoordig is het nog steeds een staalfabriek, maar veel van haar geschiedenis is inmiddels verdwenen. Op 6 april 1945 voerde het Amerikaanse Ninth Air Force een aanval uit op de spoorcomplexen van Gottingen, Northeim en Herzberg.[note]USAAF Worldwide Operations Chronology, geraadpleegd op 22-11-2024.[/note] Pleissner werd ook getroffen en voor 70% vernietigd.[note]Matwijow, K., “Spurensuche” in Herzberg am Harz, 1933-1945, pagina 72.[/note]
We lopen een rondje om het fabrieksterrein. Veel is er helaas niet meer te zien, maar het blijft de plek waar de studenten tewerkgesteld werden en een week verbleven, voordat ze naar Dassel doorgestuurd werden. Zo'n twintig andere studenten bleven hier achter om te werken in de staalfabriek.
Eén van hen was Co Neeteson, hij herinnerde zich: “We werkten van 's ochtends zes tot 's avonds zes, in een staalfabriek. Velen moesten met de handen werken, maar er waren er ook een stuk of zes, die op een bouwbureau terecht kwamen. Daar zat ik gelukkig ook bij.” [note]Herinneringen Co Neeteson.[/note] In Herzberg hadden ze de nodige bewegingsvrijheid. Co: “We mochten vrij rondlopen, we waren immers geen gevangenen. Dus trokken wij er op uit, de berg op. Of naar het café in het dorp, dat aan een klein meertje lag.” [note]Herinneringen Co Neeteson.[/note]
Zo trekken wij ook Herzberg in, de berg op, naar het kasteel. Het staat bij ons bezoek in de steigers, het wordt weer eens gerestaureerd. Na de oorlog was dat ook al nodig, omdat het dak er af was geblazen door het ontploffen van de naastgeleden munitiefabriek.[note]TracesOfwar.nl - Nederlandse studenten in een munitiefabriek, geraadpleegd op 22-11-2024.[/note] In het kasteel is een klein museumpje gevestigd. Heel veel over de oorlog is er niet te zien, wel krijgen we er de nodige informatie en contacten voor verder onderzoek.
Wat we ook krijgen, is een tip over het café aan het meertje, de Juessee, midden in Herzberg. Het café zelf bestaat niet meer, maar het huis staat er nog wel. Het is nu een gewone gezinswoning. Het moet er uit zien als een klein kerkje, met een zwaan op de toren. We rijden naar het meer en parkeren de auto. We besluiten een rondje om het meer te wandelen, om zo het huis vanzelf tegen te komen.
Het is ook niet te missen, het torentje, de zwaan... er hangen zelf nog een paar oude lampen met bierreclame aan de muur. Dit is overduidelijk het café waar de studenten hun vrije tijd doorbrachten, al veranderde dat wel in de loop van de oorlog. Co: “We gingen daar in onze schaarse vrije uurtjes nogal eens een biertje drinken, dankzij de paar marken die we verdienden, totdat de baas ons een keer, met tranen in zijn ogen, moest weigeren: hij mocht geen buitenlanders meer ontvangen. Voor het raam kwam toen ook een bordje: Verboten für Ausländer.” [note]Herinneringen Co Neeteson.[/note]
Wij lopen verder rond het meer. Nu, op een bewolkte herfstdag ziet het er niet zo mooi uit als in de zomer van 1943 toen de studenten hier aankwamen. Grijzer en bewolkter zou het voor de studenten ook worden naar mate de oorlog vorderde. De paar vrijheden die ze nog hadden, werden steeds verder ingeperkt. Het was hier in Herzberg, dat deze studenten hun bevrijding meemaakten, waarna de lange toch naar huis begon.
Het blijft elke keer bijzonder om de locaties te bezoeken waar de studenten tachtig jaar geleden werkten, sliepen en leefden. Wij rijden met de opgedane indrukken, de foto's en alle informatie weer terug naar Dassel, met onze gedachten in de grijze wolken.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Bioscoop Klenke (3/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Frau Kolle (4/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Herzberg am Harz (5/5)
Al maanden doe ik onderzoek naar een aantal studenten die in de oorlog voor dwangarbeid naar Duitsland gestuurd werden. Studenten die de loyaliteitsverklaring van de Duitsers niet wilden tekenen mochten niet meer verder studeren en werden werkloos verklaard. Zij dienden zich te melden op verschillende plekken in Nederland en werden van daar uit naar Kamp Erika bij Ommen gestuurd. Er waren echter zo veel studenten die weigerden te tekenen dat het kamp snel vol zat en men uitweek naar het subkamp Junne, drie kilometer verder op.
Anderhalve maand geleden schreven we over de brieven van Gerard Schampers, student uit Helmond en ver na de oorlog burgemeester van Uden. Ondertussen hebben tientallen vrijwilligers meegewerkt aan het overtikken van de brieven. Er zijn ruim 100 brieven, 75 daarvan zijn ondertussen overgeschreven. We kunnen uw hulp voor de laatste loodjes echter nog steeds gebruiken!
Gerard Schampers werd in 1964 burgemeester van Uden en bleef dat tot aan zijn pensioen in 1987. Hij werd geboren in 1922 in Helmond en studeerde sociaal-economie tijdens de oorlog in Tilburg. In 1943 werden de studenten opgedragen een loyaliteitsverklaring te tekenen. Weigerden ze dat, dan mochten ze niet meer studeren en werden ze te werk gesteld in Duitsland. Ook Schampers weigerde te tekenen en werd naar Duitsland gestuurd. Vanuit de kampen stuurde hij vele brieven naar huis.
Carsten Wilhelm Thöne werd op 17 april 1920 in Almelo geboren. Hij woonde in 1939 aan de Stationsstraat 18 in Tiel, waar hij op het Stedelijk Gymnasium zat. Tijdens zijn militaire keuring werd hij geschikt bevonden en gekeurd voor de officiersopleiding van de artillerie. Hij kreeg een jaar uitstel voor zijn dienstplicht, waardoor hij vermoedelijk niet werd opgeroepen in de meidagen. Na het gymnasium ging hij studeren aan de Technische Hoogeschool van Delft. Hier kreeg hij in 1943 te maken met de loyaliteitsverklaring, die hij weigerde te tekenen. Het gevolg was dat hij voor dwangarbeid naar Duitsland werd gestuurd. Hij kwam uit eindelijk te werken in een munitiefabriek in Herzberg am Harz.
Co Neeteson werd in 1920 in Hontenisse in Zeeuws-Vlaanderen geboren. Hij slaagde in de zomer van 1937 op de Rijks H.B.S. in Terneuzen. Daarna besloot hij weg- en waterbouw te gaan studeren in Delft. Nadat de oorlog was uitgebroken en het verzet onder studenten toenam, werd deze groep geconfronteerd met de loyaliteitsverklaring. Hiermee moesten ze verklaren geen acties tegen de Duitse bezettingsautoriteiten te ondernemen. Co besloot de verklaring niet te tekenen, net als 85% van de studenten in Nederland. Hierdoor mocht hij niet verder studeren. Na de april-meistakingen werden de Nederlandse studenten die niet hadden getekend opgeroepen voor werk in Duitsland. Men diende zich te melden en via Kamp Erika werden er ruim 3.000 Nederlandse studenten naar Duitsland gestuurd. Uiteindelijk kwam Co halverwege mei 1943 met zo'n 40 andere studenten aan bij de Pleissnerfabriek in Herzberg am Harz, waar hij tewerkgesteld werd. Co rondde na de oorlog zijn studie af en ging werken voor Rijkswaterstaat. Co Neeteson overleed op 98-jarige leeftijd in 2019. Dit is zijn verhaal, dat hij door zijn neef liet optekenen tussen 2012 en 2014.
Net als veel andere studenten weigerde Gerard Schampers in 1943 de loyaliteitsverklaring van de Duitse bezetter te tekenen. Hierdoor werd hij met 3.000 andere studenten voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland gestuurd. Via Kamp Erika en een aantal plaatsen in Duitsland kwam hij op 26 mei 1943 in Dassel aan. Niet alleen, maar met 21 andere studenten. Van deze studenten kende hij er al een aantal, van zijn studie in Tilburg, of uit zijn woonplaats Helmond. Dit is zijn verhaal van de eerste twee maanden in Dassel tot de eerste der studenten naar huis terugkeerde.
Harry Span kwam uit een gezin met twee kinderen. Zowel hijzelf, als zijn oudere broer Rudi studeerden in Delft. De familie Span woonde aan de Saksen Weimarlaan 85 in Breda. De vader van het gezin was directeur van een lederfabriek. Nadat de oorlog was uitgebroken en het verzet onder studenten toenam, werd de studenten geconfronteerd met de loyaliteitsverklaring. Hiermee moesten ze verklaren geen acties tegen de Duitse bezettingsautoriteiten te ondernemen. Harry en Rudi besloten niet te tekenen. Daarom werden ze voor werk in Duitsland opgeroepen. Beiden kwamen in mei 1943 in Herzberg am Harz aan, maar daar scheidden hun wegen. Harry schreef het volgende verhaal ergens in de 21e eeuw. Hij overleed op 97-jarige leeftijd in 2019.
De 2e herziene, iets gewijzigde uitgave van het Bunkerbord. Zo werd dit getekende ganzenbord genoemd. Het werd gemaakt door Carsten Thöne, een Nederlandse student die in Duitsland tewerkgesteld werd. In november 1943 kwam hij te werken in een munitiefabriek in Herzberg am Harz. Om de avonden met zijn medestudenten door te komen tekende hij deze versie van het ganzenbord. Het geeft een interessant kijkje in de wereld van het werken in een munitiefabriek in midden-Duitsland. Wij zullen inzoomen op een aantal tekeningen en de achtergronden ervan.
"Ver van alles, waarvan ik heb gehouden, zwerf ik thans rond in alle eenzaamheid." Het is de eerste zin van het refrein van het Ommenlied, geschreven door studenten die in Kamp Erika in Ommen werden verzameld om naar Duitsland gestuurd te worden. De ruim 3.000 studenten werden voor de Arbeitseinsatz over Duitsland en Oostenrijk verspreid. Zij kwamen op 6 mei 1943 in Ommen aan en verbleven er enkele dagen tot ruim een week. Er gingen drie transporten naar Duitsland, op respectievelijk 8, 11 en 14 mei.
Johannes (Jan) Brölmann schreef een dagboek tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit is de originele Nederlandse versie, met een korte introductie door zijn familie toegevoegd voor context. Jan studeerde aan de Wageningen Universiteit tijdens de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog (zie ook een artikel uit 2018 over Jan). Hij vervolgde zijn studie tijdens de oorlog tot begin 1943 toen universitaire studenten werd gevraagd om een Loyaliteitsverklaring aan het Derde Rijk te ondertekenen. Degenen die tekenden, bleven op school. Degenen die weigerden, werden gedwongen naar werkkampen in Duitsland gestuurd. Hij weigerde. Zijn dagboek, dat twee jaar (mei 1943 - mei 1945) omspant, begint op de dag dat hij uit Nederland wordt verscheept en eindigt kort na de bevrijding van Holland en zijn terugkeer.
Het is 1 november 1943 als een nieuwe groep studenten de trein uit stapt op het station van Herzberg am Harz. Deze studenten waren eerder in Braunschweig en daarna in Uslar tewerkgesteld. In Herzberg kwam de groep te werken in een munitiefabriek aan de voet van kasteel Herzberg. "Wat huisvesting betreft hebben we het zelfs nog nooit zo goed gehad, een werktijd van 8 uur is een ongekende weelde en wat het vergiftigingsgevaar betreft dit is erg meegevallen." Om te begrijpen hoe deze studenten precies in Herzberg terecht kwamen en hoe het hen verging, gaan we eerst een aantal maanden terug in de tijd.