Na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog leek de vrede eindelijk aangebroken. Maar achter de stilte van zwijgende kanonnen ging een andere strijd schuil. In ‘De Wrede Vrede’ laat historicus Sybren Singelsma zien hoe het naoorlogse Europa werd gevormd. Terwijl miljoenen mensen hun huizen, rechten en levens verloren, ontstond ook iets nieuws: het besef dat vrede alleen kon voortbestaan door samenwerking. In een tijdperk van chaos en dreiging werden de eerste fundamenten gelegd voor wat later de Europese Unie zou worden.
Dit boek schetst een indringend beeld van een vergeten periode vol geweld, wanorde maar ook hoop en visie. Het toont hoe de keuzes van toen de toekomst van een continent bepaalden.
Drs. Sybren Singelsma studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen met een speciale belangstelling voor het proces van Europese samenwerking en eenwording. Hij heeft verschillende functies op Europees niveau bekleed, laatstelijk als ambtenaar van het Europees Comité van de Regio’s. TracesOfWar.nl mailde hem enkele vragen over zijn boek.
Wat fascineert u aan de periode 1945-1953 en wanneer en waarom besloot u hierover een boek te gaan schrijven? Spelen deze jaren op een bepaalde manier een rol binnen uw familiegeschiedenis?
Ik denk dat de familiegeschiedenis een rol speelt. De oorlog, en de vraag wie goed of fout was geweest, was een dominant thema thuis. Over wat ze zelf hadden meegemaakt in de oorlog werd evenwel niet gesproken. Ook over de tijd na de oorlog hoorde ik weinig. Ik weet dat mijn moeder wel te maken moet hebben gehad met NSB-interneringskampen, maar het enige wat ze zei was dat ‘dat ook niet zo mooi’ was geweest.
Ze trouwden in februari 1947 en ik ben van 1953. De verhalen over de tussentijd gingen over woningnood, gebrek aan alles, hard werken. Mij fascineerde ook altijd een film die mijn vader – rond 1950 denk ik – van een reis naar Denemarken heeft gemaakt. Kijken vanaf minuut 16. Een verwoest Osnabrück, kinderen die vermoedelijk eten krijgen toegeworpen uit de trein. Tommy’s die naar huis gaan, maar Duitsland nog steeds in puin. De film is te bekijken op de website van het Fries Film & Audio Archief.
Als historicus viel het mij op dat het algemene verhaal was: het was oorlog, onder leiding van Koningin Wilhelmina ging Nederland in het verzet en de Amerikanen hebben ons bevrijd. Met hulp van de Marshallhulp zijn we er weer bovenop gekomen. De jaren vijftig staan wel in ons collectieve geheugen, maar ik kreeg de indruk dat die periode 1945-1953 een soort intellectueel en emotioneel niemandsland was.
Het verhaal van het begin van de Europese samenwerking werd veelal gepresenteerd als een logische etappe in het wederopbouw verghaal. In de loop van de tijd lees je de dingen, je bent geïnteresseerd in geschiedenis en de beelden verschuiven. Het wordt steeds duidelijker dat naarmate de tijd vordert het beeld van de geschiedenis verandert. Professor Kossmann hield ons in zijn eerste college voor: “Geschiedenis is een echoput, er komt uit wat je erin gooit!” Naarmate het heden veranderde, veranderde de blik op de geschiedenis mee.
Wat mij deed besluiten in de pen te klimmen was evenwel de discussie over Europa. Met name op sociale media kwamen berichten voorbij dat Nederland uit de Europese Unie moest stappen omdat er nu een Europese wet was die bepaalde dat plastic doppen aan de flesjes dienen te blijven zitten en dat dat irritant is. Toen dacht ik: ik moet toch eens uitleggen waarom we ook alweer met die Europese samenwording en eenwording begonnen zijn! En dat gebeurde in die periode.
Enfin, als je dan aan de gang gaat en onderzoek doet, wordt zo’n periode fascinerender naarmate je dieper graaft. Er is ook voor mij een wereld open gegaan. De rol van de Amerikanen in het proces van Europese samenwerking en eenwording was veel belangrijker dan ik tot nu besefte, en samenwerking in Europa was niet alleen een breuk met de conflicten in de twintigste eeuw, maar eigenlijk een kantelpunt in de gehele Europese geschiedenis.
In Duitsland wordt het moment dat nazi-Duitsland eindigde ook wel Stunde Null genoemd. Was er echter wel sprake van zo’n duidelijk afgebakend moment, van oorlog en dictatuur naar vrede en democratie?
Stunde Null bestaat volgens mij niet, ik ga daar in het boek op in. Het is een wens om tabula rasa opnieuw te beginnen. Maar de realiteit was veel meer fluïde. Een stelling van mijn boek is dat die periode een dubbel karakter heeft. Aan de ene kant werden de conflicten die sinds het eind van de eerste wereldoorlog tot uitbarsting waren gekomen nog steeds uitgevochten. Duitsland had weliswaar gecapituleerd, maar de totalitaire staat van de Sovjet-Unie bestond nog. Die kwam pas met de dood van Stalin tot een einde. Daarnaast werd de wederopbouw inderdaad opgestart, maar in deze periode was nog niet duidelijk hoe de situatie zou evolueren.
Na Stunde Null zaten er nog velen in kampen voor displaced persons, wisten miljoenen Heimatvertriebenen niet hoe ze zich moesten redden. Voor mij duurt Stunde Null dus acht jaar. Vergeet niet, het was een tijd waarin er nog miljoenen doden vielen. In de Baltische staten werden tienduizenden afgevoerd naar Siberië, 25 miljoen Duitse krijgsgevangenen kwamen om in Russische kampen, de Joden hadden zoals altijd nog te lijden onder pogroms en in de Midden-Europese staten gingen etnische zuiveringen gewoon door. Polen schoof 150 kilometer op, en daarmee de bevolking. Pas na 1953, en met name na de vestiging van de Bondsrepubliek in 1955, kwam de normaliteit terug.
Wat waren direct na de oorlog de grootste uitdagingen waar geallieerde en/of Europese leiders voor kwamen te staan?
De scheuren in de alliantie waren duidelijk geworden bij de conferenties van Jalta en Potsdam. Al vrij snel wordt duidelijk dat de Sovjet-Unie anders in de wedstrijd zat dan de VS, Groot Brittannië en Frankrijk. Weliswaar hadden de geallieerde met de Verklaring van Berlijn van 5 juni 1945 de volledige macht over het Duitse grondgebied overgenomen, maar hoe die macht in de vier bezettingszones moest worden gebruikt, daarover verschilden de meningen.
De Amerikanen waren de dominante factor. Die hadden zich voorbereid op een Duitsland na de capitulatie, namen het bestuur over, hadden draaiboeken. Aan Russische kant was dat anders. Rusland had natuurlijk zwaar geleden, Amerika niet. Rusland gebruikte de veroverde gebieden voor de eigen wederopbouw, de Amerikanen wilden dat Europa zo snel mogelijk op eigen benen kon staan zodat ze hun troepen naar huis konden brengen. Het programma bestond uit democratisering, decentralisatie, demilitarisering en denazificatie.
De periode die u beschrijft wordt gekenmerkt door etnische zuiveringen, massale volksverhuizingen en politieke wraakacties. Aan de ene kant was het kwaad overwonnen, aan de andere kant ging het door. Hoe legt u dit uit?
Tja, daar gaat mijn boek over! De essentie is dat na het uiteenvallen van de multiculturele rijken Oostenrijk Hongarije en het Ottomaanse Rijk er in een Europa een proces van natievorming op gang is gekomen waarbij het uitgangspunt was dat de grenzen van een staat moesten samenvallen met een homogene groep, het volk. Dit heeft er toe geleid dat culturele minderheden als een bedreiging voor de staat werden gezien. Minderheden werden weggepest, vermoord en vernederd. Dat proces stopte niet na de Duitse capitulatie, maar ging juist sterker door. 12 miljoen Duitsers werden verdreven, de nationale identiteit van Esten, Letten en Litouwers werd ontkend, met het verschuiven van de grenzen van Polen verhuisden de mensen mee. Een compleet overzicht staat in mijn boek, hallucinant.
Welke invloed had de Tweede Wereldoorlog op de totstandkoming van Europese samenwerking? Door welke ervaringen en gevoelens werden de initiatiefnemers gedreven?
Dat was eigenlijk voor mij wel een van de ontdekkingen. De Fransen en de Duitsers zijn na de capitulatie echt niet van elkaar gaan houden. Maar door de Koude Oorlog kon er geen vredesverdrag met Duitsland worden gesloten, een land dat overigens niet meer bestond. Een groot voordeel was echter wel dat daardoor ook geen herstelbetalingen konden worden geëist. Na 1945 ging het in Europa alleen maar slechter, en na de koude winter van 1947 werd duidelijk dat Europa nooit genoeg zou kunnen produceren om zichzelf te voeden of te ontwikkelen. Vandaar de Marshallhulp. Maar de Amerikanen eisten wel dat die hulp efficiënt werd besteed, dat geld mocht niet worden besteed aan herstelbetalingen of worden verspild aan tarieven en belastingen. Dat was het zaadje waar later de Europese markt uit zou groeien.
Uw boek stopt in 1953. Waarom heeft u voor dit jaartal gekozen? Was dit het begin van een nieuw tijdperk?
De wereldorde van toen lijkt aan grote veranderingen onderhevig. De afstand tussen Europa en de Verenigde Staten is sinds de Tweede Wereldoorlog nooit zo groot geweest. Hoe kijkt u hiernaar en in hoeverre kan uw boek de lezer helpen bij het doorgronden van de actuele geopolitieke toestand?
Het is opmerkelijk dat nadat ik had beschreven hoe het proces van Europese samenwording en eenwording was geïnitieerd door de Amerikanen, juist op dat moment Donald Trump verklaarde dat de Europese eenwording een project was om Amerika te ‘naaien’, zoals hij het uitdrukte. Het omgekeerde was waar, het was juist om te voorkomen dat Amerika Europa zou moeten onderhouden dat het proces is gestart. Maar wellicht beleven we nu de laatste fase van die Amerikaanse insteek van destijds om Europa op eigen benen te laten staan. We zijn dan wel economisch zelfstandig geworden, militair zijn we dat niet. Dus in zekere zin is wat we nu beleven de laatste fase van het Amerikaanse streven van na de oorlog: ‘Bring the boys back home’ en laat Europa op eigen benen staan met de Marshallhulp.
Het grote verschil is dat met de Koude Oorlog die ontwikkeling werd stopgezet, en Europa juist een voorpost van Amerika werd in die Koude oorlog. Dat is nu anders, niet Rusland, maar China is de grote tegenstander. Rusland is een fractie qua inwoners en economie van China en heeft zich door eigen interne tegenstellingen niet kunnen ontwikkelen, maar blijft wel een risicofactor voor Europa, niet voor Amerika. Daar zal Europa een antwoord op moeten vinden.