TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Fotoverslag In the footsteps of the 82nd Airborne Division 2020

Nadat uw reporter in 2013 en 2015 reeds aanwezig was geweest bij de “In the footsteps of the 82nd Airborne Division” mars werd het er in 2020 wel weer eens tijd voor. Begin- en eindpunt van de mars waren dit jaar gelegen bij Salle Le Werihay in La Gleize waar de deelnemers zich bij de organisatoren van de “82nd Airborne All American Jeep Group Society” konden inschrijven voor 20 kilometer in het spoor van het 504th Parachute Infantry Regiment van de 82nd Airborne Division.

Vanaf het beginpunt was het maar een klein stukje lopen naar de Panzerkampfwagen VI Ausf. B Tiger II met torennummer 213 die nog altijd voor het Museum December 1944 in La Gleize staat. Hier werd door Emile Lacroix de eerste ceremonie met kranslegging van de dag ter herdenking aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in goede banen geleid.





Speciale gasten waren dit jaar (van links naar rechts op de onderste foto) Thomas Beatty, Chloe Gavin (dochter van Generaal James Gavin en haar zoon), Larry Mallett en Luke Mallet (zonen van een veteraan van de 82nd Airborne Division). Zij hadden de eer om de herdenking af te sluiten met een kranslegging.

Na afloop van de herdenking begonnen de wandelaars aan de daadwerkelijke mars. Het eerste spoor dat zij volgden was echter niet dat van het 504PIR maar dat van Kampfgruppe Peiper. Nadat de in La Gleize vastgelopen kampfgruppe op 23 december 1944 eindelijk toestemming kreeg om uit te breken besefte Peiper zich dat van uitbreken geen sprake meer kon zijn. Slechts het, met achterlating van alle gewonden en zware uitrusting, ongemerkt ontsnappen uit de omsingeling was nog een mogelijkheid.



Tussen de 800 en 900 manschappen ontsnapten in de nacht van 23 op 24 december 1944 uit de omsingeling van La Gleize. Zij hergroepeerden zich ’s nachts om 03.00 uur in La Venne waarna ze via een naast de spoorbrug gelegen voetbrug de Ambleve overstaken. Hierna beklommen ze Mont Saint-Victor om aangekomen op de top te schuilen voor het daglicht en de patrouillerende Amerikaanse troepen.




De wandelaars volgden de zware ontsnappingsroute van de kampfgruppe. Waar de manschappen van de kampfgruppe zich rondom Brume echter schuil moesten houden genoten de wandelaars hier van de eerste tussenstop met bevoorrading. En dat was nodig ook want het eerste deel van de mars was zwaar geweest. De kampfgruppe sloeg hierna linksaf in de richting van Wanne, de wandelaars rechtsaf in de richting van Rahier en daarmee in de richting van het 504PIR.

De 82nd Airborne Division werd op 17 december 1944 gealarmeerd nadat Duitse eenheden, waaronder Kampfgruppe Peiper, op 16 december 1944 door de Amerikaanse frontlijn in de Ardennen waren gebroken. De divisie verplaatste zich per vrachtwagen naar Werbomont waar zij op 18 december 1944 aankwamen. Op 19 december 1944 verplaatste het 504PIR zich te voet 8 mijl in de richting van Rahier.

In Rahier namen de parachutisten van het 504PIR verdedigende posities in. De wandelaars genoten hier van een welverdiende lunch. Gelukkig was het gedeelte tussen Brume en Rahier minder zwaar geweest dan het eerste gedeelte van de mars. Met een gevulde maag en vol goede moed werd dan ook begonnen aan de wandeling richting Cheneux. Ook het 504PIR volgde op 20 december 1944 deze route om zich vervolgens in een zwaar gevecht om Cheneux te mengen.




In de namiddag van 20 december 1944 liep de aanval van het 504PIR op Cheneux vast in een regen van machinegeweervuur. Er was echter geen tijd voor respijt en in de avond ging het 504PIR opnieuw in de aanval nu ondersteund door twee tankdestroyers. In vier aanvalsgolven staken zij het open terrein voor Cheneux over. De eerste twee aanvalsgolven werden bijna volledig weggevaagd. De derde aanvalsgolf wist de eerste huizen van Cheneux te bereiken en vast te houden.

Het gevecht om Cheneux raasde de hele nacht door. Pas in de loop van 21 december 1944 werden de laatste Duitse troepen uit het dorp verdreven. De prijs die het 504PIR betaalde was met 225 doden en gewonden hoog. De prijs die Kampfgruppe Peiper betaalde was echter nog hoger. Haar bruggenhoofd over de Ambleve ging verloren. Een verlies dat uiteindelijk zou resulteren in de gedwongen ontsnapping uit La Gleize zoals uw reporter deze eerder beschreef.

Ter nagedachtenis aan de gevechten om Cheneux werd door reenactors een eerbetoon op het voormalige slagveld van Cheneux gehouden en vond in Cheneux zelf een herdenking plaats bij het monument voor het 504th Parachute Infantry Regiment. Indrukwekkend was het grote aantal reenactors dat hierbij aanwezig was. Een groot verschil met bijvoorbeeld de Bastogne Historic Walk waarbij de de reenactors in de afgelopen jaren nagenoeg verdwenen lijken te zijn.





Hierna was het op de kaart nog maar een klein stukje naar het eindpunt Salle Le Werihay in La Gleize. Voor sommige wandelaars werd echter maar al te duidelijk dat de laatste loodjes het zwaarst wegen. Het voorbijgaan aan de bunker waar Peiper schuilde voor Amerikaanse luchtaanvallen en de passage van de zwaar bewaakte brug over de Ambleve konden de last slechts tijdelijk verlichten.





Niet alle 950 wandelaars uit het internationale deelnemersveld met delegaties uit Tsjechië, Italië, U.K., Nederland, Duitsland, Luxemburg, Frankrijk, U.S.A. en natuurlijk België zullen de finish te voet bereikt hebben want deze mars was zonder meer uitdagend. De 2020 editie van de “In the footsteps of the 82nd Aiborne Division” mars was ook voor uw reporter weer een indrukwekkende gebeurtenis. Met dank aan de vele reenactors, het goede weer, de schitterende route en de voortreffelijke organisatie!

Gebruikte bron(nen)

  • Bron: TracesOfWar.nl, met dank aan: Freddy van Put
  • Gepubliceerd op: 29-02-2020 20:05:01