Het Flanders Field American Cemetery is de enige Amerikaanse begraafplaats van de Eerste Wereldoorlog in België (West-Vlaanderen). In totaal vonden 368 soldaten in Waregem hun laatste rustplaats, daarnaast staan nog 43 Amerikaanse soldaten vermeld op de Muur van de Vermisten.
11 november, de datum van de Wapenstilstand, wordt elk jaar door de Amerikaanse president uitgeroepen tot ‘Veterans Day’. Elk jaar is er op die dag een plechtigheid op de begraafplaats. Door het “adopt-a-grave” programma zijn praktisch alle graven op Flanders Field geadopteerd. Op de plechtigheden zijn dan ook veel adoptanten aanwezig, meestal met een bloemenruiker om hun soldaat te eren. De ceremonie wordt jaarlijks verzorgd door diverse groepen Amerikaanse scouts die in België wonen.
Op 11 november 2024 begon de ceremonie met een vlaggenparade door de scouts, gevolgd door de nationale hymnen. De proclamatie van President Joe Biden die 11 november uitriep tot ‘Veterans Day’ werd voorgelezen. Daarna volgden enkele teksten en gedichten waaronder ‘For the fallen’, een gedicht geschreven in 1914 door Laurence Binyon, en ‘In Flanders Fields’, een oorlogsgedicht geschreven tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Canadese militaire arts en dichter John McCrae. Er was telkens een Engelse en Nederlandse versie. De voordrachten werden voor een groot deel door de scouts gedaan, maar ook door Patrick Boone en Damon Joyce.
Na een stiltemoment eindigde de plechtigheid met een bloemenhulde. De scouts legden eerst een witte en rode roos bij de soldaten die sneuvelden op 11 november 1918, duidelijk te herkennen aan het Belgische en Amerikaanse vlaggetje voor de gedenksteen. Bij elke onbekende soldaat werd voor de plechtigheid een witte roos gelegd.
Ook in 2024 werden zij niet vergeten…
Nationaal Monument Kamp Vught kreeg onlangs een schenking van voorwerpen die gevangene Roel Bleeker in Kamp Vught maakte. Zijn kleinzonen George en Roel Borgman hebben een vliegtuigje, gemaakt van restmateriaal, de stof met zijn kampnummer en servetringen geschonken, naast enkele documenten.
Roel Bleeker (1898) is in de Tweede Wereldoorlog vertegenwoordiger voor de Verenigde Verffabriek in Groningen en amateurbokser. Hij is geen bange man; hij verspreidt illegale krantjes en trekt er ’s nachts op uit om huizen van NSB’ers te bekladden. Begin 1943 wordt Bleeker in Groningen voor zijn verzetswerk gearresteerd. Na gevangenschap in het beruchte Scholtenhuis en het Huis van Bewaring in Groningen komt hij op 30 maart 1943 in Kamp Vught.
Philips-Kommando
Bleeker krijgt kampnummer 5847 en wordt tewerkgesteld in het Philips-Kommando. Hij krijgt er een soldeercursus en gaat aan de slag aan de radioband. In gestolen uurtjes maakt hij van ‘georganiseerd’ materiaal drie vliegtuigmodellen van ijzerdraad voor zijn zoontje Johnny. Ook maakt hij in het kamp voor zijn gezin twee servetringen, gedecoreerd met een bestekje. De servetringen zijn vakkundig gemaakt, met gevoel voor vorm en zijn nog mooi intact. Op 29 maart 1944 mag Roel vanwege gezondheidsredenen het kamp verlaten. Hij neemt de vliegtuigjes mee naar huis. Ze hangen jarenlang bij Johnny in zijn slaapkamer. Later geeft deze de vliegtuigjes aan zijn neefje George. Ook daar hebben ze de slaapkamer versierd. Helaas heeft maar één exemplaar het overleefd; deze is geschonken aan NM Kamp Vught.
Behouden voor de toekomst
Brigitte de Kok, medewerker collectie en presentatie: ‘Elk object heeft een eigen verhaal. Nog steeds hebben nabestaanden veel persoonlijke voorwerpen bij mensen thuis, die waardevol kunnen zijn voor musea. We willen voorwerpen en documenten uit Kamp Vught behouden voor de toekomst. Oude documenten blijven niet behouden in een gewone kast thuis, maar in een geklimatiseerd collectiedepot. We scannen de documenten voor het digitale archief en voor de schenker in hoge kwaliteit. Het materiaal wordt bijvoorbeeld gebruikt voor onderzoek, educatief materiaal en exposities. Wie materiaal in huis heeft, kan een bericht naar info@nmkampvught.nl sturen..'
De Tweede Wereldoorlog was allesbehalve een fijne tijd, maar er zijn wel een paar iconische innovaties uit voortgekomen.
Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel. Nu was het tijd voor een derde bezoek en een nieuwe serie aan artikelen.
Het is de tweede dag van mijn derde bezoek aan Dassel. Deze ochtend hebben we een afspraak bij de Paul Gerhardt school in Dassel. Dit is de locatie van de oude Ruwowerk-fabriek waar de 22 studenten uit Nederland tewerkgesteld werden. Dit is dus historische grond, al zijn meeste scholieren op deze school zich daar niet van bewust.
Ik heb begrepen dat er nog oude kelders onder de school liggen, die vermoedelijk over zijn gebleven van de Ruwowerk-fabriek. Volgens de overleden stadsarchievaris hebben de Nederlanders in één van deze kelders gewoond. We ontmoeten de docente die ons een rondleiding geeft. De eerste kelder is direct onder het administratiegebouw. We dalen een donker oud trappetje af...
Eenmaal beneden staan we in een grote grijze ruimte. Nu huist hier het archief van de school. Sommige muren lijken ouder dan andere. Op de oudste buitenmuren staan nummers genoteerd. Ze lopen tot ergens in de vijftig. Wat zou het geweest kunnen zijn? De docente weet het ook niet. Misschien zijn het wel de bed-nummers van de dwangarbeiders geweest, maar dat is speculeren.
De andere kelder ligt onder een van de gebouwen met leslokalen. Deze is veel lager en met een rond gewelf. Je kunt er net niet staan en er zijn maar weinig ramen. De school gebruikt het af en toe voor exposities, maar nu staat het leeg.
De eerste, grotere kelder, ligt onder een pand dat er in de oorlog nog niet was. Ook stond er geen ander pand op die locatie. Dat is met de kleinere kelder wél het geval, maar die ligt haaks op het gebouw waar de studenten sliepen. Daarnaast bleek uit brieven en dagboeken van de studenten, dat ze niet in de kelder sliepen. Gerard Schampers schreef: “'t Onderdak is hier goed. We hebben twee grote vertrekken. Op 't ene slapen we allemaal. Op 't andere zitten en eten we. We hebben de eerste etage van 'n oud boerenhuis. Beneden ons zitten Russen. We hebben 'n aparte ingang. We moeten dan twee trappen op en komen op 'n portaal. Daar is ons pissoir en de w.c. Verder twee vertrekken waar de wasgelegenheid gemaakt wordt. Alles is nieuw. Van 't portaal komen we in de conversatiezaal en daardoor in de slaapzalen.” [note]TracesOfWar.nl - Gerard Schampers, de eerste maanden in Dassel, geraadpleegd op 24-10-2024.[/note] Theo Bakkeren schreef over dezelfde locatie: “Samen in één Stube, slaapruimte en ’n verblijfsruimte ernaast. Eén trap op in een verbouwde schuur.” [note]Dagboek Theo Bakkeren, 26-05-1944.[/note]
De Stube is het gebouw aan de rechterkant op bovenstaande ansichtkaart. Deze foto is genomen uit de richting van Einbeck. De lage kelder zou gelegen kunnen hebben onder het hoge gebouw in het midden.
Het lijkt er dus op dat geen van de kelders gebruikt werd als slaapvertrekken. De Russen sliepen op de begane grond. De kelders werden misschien wel gebruikt als schuilkelder, maar niets wijst er tot nu toe op dat er permanent geslapen werd.
Vanuit de kelders gaat de rondleiding verder over het schoolterrein. Waar in de Ruwowerk-fabriek al gebruik werd gemaakt van een waterturbine, is dat nu in de school nog steeds het geval. Het omleidingskanaal van de Ilme wordt nog altijd naar een waterkrachtcentrale gestuurd om een deel van de elektriciteit voor de school op te wekken.[note]Paul-Gerhardt-Schule Dassel, Erneuerbare Energie, geraadpleegd op 25-10-2024.[/note]
Verder op op het terrein is het kanaal zichtbaar en stroomt het verder stroomafwaarts, langs het sportveld weer terug naar de Ilme.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Bioscoop Klenke (3/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Frau Kolle (4/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Herzberg am Harz (5/5)
De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) wil dat de door de Duitsers gebouwde Schnellboot-bunker in de haven van IJmuiden een rijksmonument wordt. De grootste bunker van Nederland krijgt dan een beschermde status waardoor hij voor de toekomst behouden blijft.
De kleinzonen van gevangene Roel Bleeker hebben een zelfgemaakt vliegtuigje en andere spullen geschonken aan Kamp Vught. Verzetsman Bleeker maakte deze in de oorlog toen hij daar vastzat.
VUGHT - Nationaal Monument Kamp Vught heeft dit jaar een recordaantal bezoekers getrokken. Afgelopen woensdag verwelkomde het herinneringscentrum de 90.000ste bezoeker: een leerling van groep acht van basisschool De Bussel uit Vlijmen.
De Anne Frank Stichting heeft een 3D-tour door het Anne Frank Huis gelanceerd. De tour biedt een virtuele verkenning van het gehele museum, inclusief het Achterhuis.
Tijdens baggerwerkzaamheden in de Westerschelde werd gisteren een bom uit de Tweede Wereldoorlog gevonden.
In Israël is Holocaust-overlevende Betty Bausch-Polak (105) overleden. Tot op hoge leeftijd vertelde zij jongeren over wat haar en haar familie tijdens de Tweede Wereldoorlog was overkomen. Ook schreef ze met haar zus Lies het boek Bewogen stilte. Voor haar inzet werd ze in Nederland en Duitsland onderscheiden.
Een deel van de snelweg A20 gaat zaterdagavond dicht om twee bommen uit de Tweede Wereldoorlog onschadelijk te maken. Van zaterdag 22.00 uur tot zondag 9.00 uur is de weg tussen Nieuwerkerk aan den IJssel en Gouda afgesloten, meldt Rijkswaterstaat.
Diksmuide - Bij werken langs de IJzer in Diksmuide ontdekte een aannemer eind september restanten van een Belgische soldaat uit de Eerste Wereldoorlog.
Denderleeuw - Het treinverkeer in en rond het station van Denderleeuw ondervindt vrijdagavond nog hinder na de vondst van een obus tijdens werkzaamheden.
Sally Noach, een jonge Nederlander die in mei 1940 uit België ontsnapte, speelde een opmerkelijke rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog ontving hij honderden brieven van mensen van over de hele wereld die beweerden dat hij hun levens had gered.
Op zondag 10 november 2024 werd op de Airborne begraafplaats in Oosterbeek de jaarlijkse dienst gehouden ter gelegenheid van de Britse Remembrance Sunday. De plechtigheid werd georganiseerd door de Royal British Legion Holland Branch.
Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel. Nu was het tijd voor een derde bezoek en een nieuwe serie aan artikelen.
Het is een herfstige donderdagmorgen als ik voor de derde keer in de auto stap om naar Dassel te rijden. Ik heb een tweetal afspraken kunnen maken. De eerste voor vanmiddag, met de vrouw van de, inmiddels overleden, stadsarchivaris van Dassel. Op vrijdagmorgen staat een afspraak gepland bij de Paul Gerhardt school, met een docente die mij de oude originele kelders zal laten zien.
Dit keer reis ik niet alleen, buurman Eric is mee. Hij spreekt gelukkig aanzienlijk beter Duits dan ik. Op de rit naar het oosten praat ik hem bij over de laatste ontwikkelingen en de doelen van de reis. Wegens files rijden we dit keer de noordelijke route, over Paderborn; de stad waardoor de studenten naar huis trokken in 1945.
Eenmaal de Wezer over rijden we het Harz gebergte, met haar glooiende heuvels, uitgestrekte landbouwgronden en kleurrijke herfstbossen, in. Het is een uur of één als we Dassel binnen rijden. Lunchen doen we op de enige plek waar je belegde broodjes kunt krijgen, de lokale supermarkt. Hier kunnen we even rustig zitten na de lange autorit. Na de broodjes vertel ik Eric op de begraafplaats over de directe omgeving. De Bierberg en Burgberg liggen er beiden mooi bij. We kunnen al snel inchecken bij het huis dat we gehuurd hebben. Een schitterend vakwerkhuis met bijbehorende krakende trappen.
Om iets voor drie uur is het tijd om naar de vrouw van de stadsarchivaris te rijden. Ze woont aan de andere kant van het stadje, toch wel vijf minuten rijden. Ik hou Eric voor dat wandelen met de zware laptop, scanner en mappen vol informatie echt niet te doen is… helemaal gezien het blik stroopwafels dat we meenemen uit Nederland als dank voor de ontvangst.
Eenmaal aangekomen vertel ik eerst wat over mijn onderzoeken. Wat we al gevonden hebben en vooral waar we nog naar op zoek zijn. Dagboeken en brieven van de dwangarbeiders in Dassel heb ik ondertussen aardig wat, verslagen van de Amerikanen over de bevrijding van Dassel ook. Het ontbreekt vooral aan informatie van Duitse zijde. Mevrouw vertelt dat haar man in het verleden vele boekjes over Dassel heeft geschreven. Hier staan ook stukken over de oorlog in. Ze heeft er een aantal dubbel, die we zo mogen meenemen. Ze verwijst ons daarnaast door naar het snuisterijwinkeltje in het stadje waar er vermoedelijk nog meer te koop zijn.
Ook heeft ze al contact gezocht met de dochter van Frau Kolle. Frau Kolle was één van de katholieke dames die de studenten af en toe wat eten toe stopte, of ze thuis uitnodigde. Het zorgde er voor dat de jonge studenten toch nog een beetje een idee van een thuis kregen. Een warm nest, waar ze terecht konden. We mogen de dochter van Frau Kolle bellen om een afspraak te maken. Zij zou ook nog wel het een en ander weten over deze Nederlandse studenten in Dassel. Dat is echter een verhaal voor een volgende keer.
We verlaten haar huis met een berg aan informatie, nieuwe contacten en een aantal door haar man geschreven boekjes… en zonder stroopwafels. Het Delfts blauwe blikje met stroopwafels werd door mevrouw enorm gewaardeerd.
We lopen vervolgens Dassel in, naar het snuisterijwinkeltje, waar we nog wat meer boekjes op de kop weten te tikken. De dame daar helpt ons graag verder. Dan gaan we door naar de boekhandelaar tegen over de kerk. Hij herkent me nog van een vorig bezoek, maar moet me helaas teleurstellen, boeken over de geschiedenis van Dassel worden niet meer geschreven.
We begeven ons naar hotel-restaurant Deutsche Eiche om wat te eten, ook hier herkent de eigenaresse me nog van mijn vorige bezoeken aan Dassel. Blijkbaar heb ik toch de nodige indrukken achtergelaten. Het belooft een bijzonder derde bezoek naar Dassel te worden.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Bioscoop Klenke (3/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Frau Kolle (4/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Herzberg am Harz (5/5)
Mensen maken zich ontzettende zorgen, ga alsjeblieft om ons heen staan en laat zien dat we welkom zijn. Die oproep deed Chanan Hertzberger, voorzitter van het Centraal Joods Overleg, vanavond voorafgaand aan de herdenking van de Kristallnacht in de Portugese Synagoge in Amsterdam.
Allerheiligen is in België een kerkelijke en officiële feestdag. Op die dag zoeken families hun overleden geliefden op en bezoeken hun graf. In veel dorpen en steden wordt op 1 november ook een plechtigheid en bloemenhulde georganiseerd op militaire begraafplaatsen of ereperken op gemeentelijke begraafplaatsen. Men gaat meestal in optocht naar de begraafplaats, soms is er een toespraak en worden de Last Post en de nationale hymnen opgevoerd. Opdat ze nooit vergeten worden
In Dendermonde werd op 1 november, ter gelegenheid van Allerheiligen, een herdenkingsplechtigheid georganiseerd. De optocht naar de begraafplaats werd begeleid door de Koninklijke Muziekkapel Brandweer Dendermonde. Er werden bloemstukken neergelegd door Eerste Schepen Dirk Abbeloos, hoofdcommissaris van de lokale Politie Patrick Feys en commandant brandweerpost Dendermonde Frank Van Droogenbroeck. De muziekkapel van de brandweer zorgde voor de muzikale omlijsting.
Op de begraafplaats van Dendermonde (Oost-Vlaanderen) liggen 136 graven met gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog (26 niet geïdentificeerd), verder zijn er meer dan 500 graven met oud-strijders uit beide wereldoorlogen. In het midden staat een monument voor de gesneuvelde soldaten uit beide wereldoorlogen, ontworpen door Alfred Courtens. Onder dit monument liggen de stoffelijke resten van 20 gerepatrieerde Dendermondse gesneuvelden.
Zestien Britse gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog rusten in twee ereperken. Tussen deze perken staat een monument voor de omgekomen verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog.
Op 2 november 2024 werd een Vredesmonument onthuld in Lede (Oost-Vlaanderen). Na een inleidend woordje door burgemeester Mevrouw Geertrui Van De Velde volgde een toespraak door de Heer Johan De Ryck, voorzitter Nationale Strijdersbond (NSB) afdeling Wanzele-Lede, en de Heer Leon De Turck, Nationaal Voorzitter van de Koninklijke Nationale Strijdersbond van Belgie. Mevrouw Van De Velde kreeg vanwege de NSB een medaille als deelnemende gemeente. De plechtigheid werd afgesloten met een bloemenhulde.
De bevrijders zijn al onderweg naar Heusden als 134 mannen, vrouwen en kinderen in het stadje om het leven komen. De Duitsers blazen op de valreep de toren van het stadhuis op. Die valt bovenop een schuilkelder en verplettert bijna elke aanwezige. Het was in de nacht van maandag op dinsdag precies tachtig jaar geleden, maar de inwoners van Heusden zijn het niet vergeten. Midden in de nacht herdenken ze de Stadhuisramp.
Nederland viert in de periode tussen september 2024 en mei 2025 80 jaar vrijheid. Het grootste deel van Nederland is bevrijd door Canadese militairen en door militairen die onder Canadees bevel vochten. Canada heeft voor onze bevrijding een hoge prijs betaald. Alleen al in Nederland liggen 5.616 Canadese militairen begraven. De initiatiefnemers van het Project Carry their Torch willen hier tijdens de herdenkingsperiode extra aandacht besteden en hierbij in het bijzonder de jeugd betrekken. We stelden een van de betrokkenen, Reinier Groeneveld, via e-mail enkele vragen over dit initiatief.
In Oosterbeek was een straat genaamd de Graaf Ottolaan. Deze is vrijwel volledig vernietigd op 21 september 1944. Deze docu vertelt het verhaal van de familie Hekking die op Nr. 26 woonde.