Na de Duitse inval in Polen, ontstond aan de westelijke grenzen een onwerkelijke situatie. Troepen lagen tegen over elkaar, maar maanden lang gebeurde er helemaal niets. Deze 'schimmenoorlog', 'drole de guerre', 'sitzkrieg', of 'phoney war' zoals het in diverse landen werd genoemd, zou voortduren tot Duitsland haar offensief in het Westen vanaf april 1940 inzette.
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak ging het Duitsland militair zeer goed af. Men wist Polen vrij makkelijk onder de voet te lopen, gevolgd door Denemarken en Noorwegen. Op 10 mei 1940 vielen grote aantallen Duitse militairen Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk binnen.