Het leven van Ernst Kaltenbrunner begon op 4 oktober 1903 in Ried im Innkreis (Oostenrijk), vlakbij Hitlers geboorteplaats Braunau. Hij was de zoon van de advocaat Hugo Kaltenbrunner en zijn vrouw Therese Kaltenbrunner-Udwardy. Vader en moeder Kaltenbrunner waren antikerkelijk en voorstanders van de aansluiting van Oostenrijk binnen Groot-Duitsland. In 1918 verhuisde Ernst Kaltenbrunner naar een pension in Linz. In deze stad volgde hij onderwijs aan het Realgymnasium en leerde hij Adolf Eichmann, één van zijn latere medewerkers, kennen. Nadat hij zijn opleiding aan het Realgymnasium afgerond had, begon hij korte tijd aan een opleiding scheikunde aan de Technische Hochschule in Graz. Hij rondde deze opleiding niet af, maar stapte over naar een studie rechten die hij in 1926 met succes afrondde. Tijdens zijn rechtenstudie voorzag hij als kolensjouwer in zijn levensonderhoud.
"Dit zwakke en gewillige werktuig leverde het leger, het instrument van de agressie, aan de partij uit en leidde het bij zijn misdadige handelingen."
Van 15 september 1947 tot 10 april 1948 stonden in Neurenberg 24 mannen terecht voor de misdaden die zij als leiders van de Einsatzgruppen hadden gepleegd. Deze eenheden van de SS hadden vanaf 1941 aan het Oostfront op grote schaal massa-executies uitgevoerd. Hun slachtoffers waren ‘vijanden’ van het Rijk, in het bijzonder Joden, zowel volwassen mannen als vrouwen en kinderen. Onder de aangeklaagden in Neurenberg waren verschillende opleidingsniveaus en beroepsgroepen vertegenwoordigd. De meerderheid had een juridische opleiding genoten, maar onder hen waren ook een tandarts, een architect en een koelkastverkoper. De meest opvallende beroepsachtergrond was die van Woldemar Klingelhöfer. Hij had voor de oorlog gewerkt als operazanger. In dit artikel wordt geprobeerd een verklaring te vinden voor zijn opmerkelijke levenspad, dat hem van de concertzaal bracht naar de ‘killing fields’ van het Oostfront.
Hans Günther von Kluge werd geboren op 30 oktober 1882 te Posen in West-Pruisen (tegenwoordig Poznan in Polen) en was de zoon van een Pruisische luitenant-generaal. Na een opleiding aan de Kriegsakademie werkte Von Kluge vanaf 1913 als luitenant in dienst van de generale staf in Berlijn.
Gustav Knittel was een veroordeelde oorlogsmisdadiger en een SS-Sturmbannführer (majoor) in de 1. SS-Panzer-Division Leibstandarte-SS “Adolf Hitler” (LSSAH).
De naam van Ilse Koch staat sinds het Amerikaanse tribunaal in Dachau, dat plaatsvond van november 1945 tot augustus 1948, synoniem voor de gruwelijkheden van de concentratiekampen. De blonde vrouw van de kampcommandant werd beschuldigd van de meest afschuwelijke misdaden en werd in Duitsland berucht als Die Hexe von Buchenwald. In de Amerikaanse media kwam ze bekend te staan als The Bitch of Buchenwald.
Josef Kramer werd op 10 november 1906 in München, de bakermat van het nationaalsocialisme, geboren als enig kind in een middenklassegezin. Hij bracht zijn jeugd door in Augsburg en werkte aanvankelijk als boekhouder. Nadat hij zijn baan had verloren zag hij zijn enige toekomst in de nationaalsocialistische partij liggen. In december 1931 sloot hij zich aan bij de NSDAP en in januari 1932 werd hij lid van de Schutzstaffel (SS). Zijn carrière binnen de Duitse concentratiekampen begon toen hij in 1934 bewaker werd in Dachau. Datzelfde jaar werd hij overgeplaatst naar Esterwegen, één van de zogenaamde Frühe Konzentrationslager. In 1936 keerde hij terug naar Dachau, maar dit was van korte duur, want vanaf 1937 werkte hij als adjudant van de kampcommandant van Sachsenhausen. Diezelfde functie bekleedde hij van 1938 tot 1940 in Mauthausen.
Wilhelm Josef Franz von Leeb werd geboren op 5 september 1876 in Landsberg am Lech en was de zoon van een Beierse legerofficier. Hij werd streng rooms-katholiek opgevoed, hetgeen zijn sporen zou nalaten in zijn latere carrière. Gezien de militaire familietraditie was hij voorbestemd om officier te worden, wat ook gebeurde. Op 19-jarige leeftijd voegde hij zich in de rang van Fahnenjunker bij het 4. Feldartillerie-Regiment "König", een Beierse eenheid in Augsburg. Daarna volgden korte detacheringen bij de Krijgsschool in München, de Beierse Artillerie- en Genieschool in München en de artilleriefabriek in Amberg.
De oorlog was voor Vader Lichtenberg geen onbekend fenomeen. Al in de Eerste Wereldoorlog was hij als aalmoezenier werkzaam in het Duitse leger en ook in de Tweede Wereldoorlog bleef hij zijn geestelijke roeping trouw. Maar door zijn ervaringen in die oorlogen was hij ook politiek bewust geworden en verafschuwde hij het communisme en later ook het fascisme. Eén motto in het bijzonder was zijn leidraad bij alles wat hij deed en dat was de overbekende tekst uit de Bijbel: "Heb uw naaste lief als uzelf" (Mattheüs 22:39). In de Tweede Wereldoorlog zou dit de tekst worden, waarop Bernard Lichtenberg zich menigmaal beriep, wanneer hij protesteerde tegen het afschuwelijke nazibewind.
Onder de kampcommandanten zijn er sommigen, zoals Rudolf Höss en Josef Kramer, waarvan de naam bij velen bekend is. Een commandant die minder aandacht heeft gekregen was Arthur Liebehenschel. Hij maakte aanvankelijk binnen de SS in de luwte een carrière als een typische bureaucraat en hij speelde een belangrijke rol in het opzetten en uitbouwen van het systeem van de kampen. Tegen wil en dank werd hij in november 1943 commandant van Auschwitz I (Stammlager). Daarna had hij de twijfelachtige eer om de laatste commandant van Majdanek te zijn. Volgens getuigenissen viel het leven als kampcommandant hem zwaar. Hij had niet de hardvochtige, kille reputatie van Rudolf Höss, zijn voorganger in Auschwitz. Desondanks zou Arthur Liebehenschel in Krakau aan de galg eindigen.
Erich von Lewinski werd geboren op 24 november 1887 in Berlijn en was het tiende kind van de Pruisische generaal Eduard von Lewinski. Na de dood van zijn ouders werd Erich von Lewinski geadopteerd door zijn oom generaal Georg von Manstein. Erich von Lewinski nam de achternaam van zijn oom aan en in 1906 begon hij zijn militaire carrière bij het 3e Infanterie Garderegiment. Daar diende hij van 1911 tot 1913 als adjudant van een bataljon fuseliers, waarna hij in 1913 ging studeren aan de militaire academie en promoveerde tot luitenant.
Hasso von Manteuffel werd geboren op 14 januari 1897 in Potsdam. Hij kwam uit een aristocratische Pruisische familie, een voorouder van hem was zelfs een veldmaarschalk in de 19e eeuw. Reeds op vroege leeftijd koos Von Manteuffel voor een loopbaan bij het leger. Hij doorliep de cadettenschool en voegde zich in 1908 bij een Huzarenregiment.
Josef Mengele (1911-1979) werd berucht door de misdaden die hij als kamparts pleegde in concentratiekamp Auschwitz. Hij voerde er gruwelijke medische experimenten uit op gevangenen en stuurde tijdens selecties op het perron van Auschwitz-Birkenau vele Joden en zigeuners naar de gaskamer. Zijn bijzondere belangstelling ging uit naar mensen met een opvallende lichamelijke afwijking, zoals dwerggroei, en tweelingen. Met zijn onderzoek wilde hij een bijdrage leveren aan de nationaalsocialistische rassenleer die uitging van de superioriteit van het Arische ras en de inferioriteit van bevolkingsgroepen als Joden en zigeuners.
Walter Model was gedurende de Tweede Wereldoorlog één van Adolf Hitlers favoriete generaals. Meerdere keren wist hij een dreigende militaire nederlaag aan het Oostfront te voorkomen. Ook voerde hij het bevel over de Duitse troepen die korte metten maakten met de Britse parachutisten tijdens de Slag om Arnhem, onderdeel van operatie Market Garden. Wie was deze generaal, die onder zijn soldaten populair was, maar die slecht kon opschieten met zijn collega-generaals en stafofficieren?
Theodor Gilbert Morell werd op 22 juli 1886 in Trais-Münzenberg (het huidige Münzenberg) in Hessen geboren. Daarmee was hij bijna drie jaar ouder dan zijn toekomstige, beroemde patiënt Adolf Hitler. Zijn vader was leraar op een lagere school, zijn moeder kwam uit een welgestelde agrarische familie uit Hessen. Theodor had een oudere broer, Adolf en een jongere zus, Emilie. Adolf overleed op 11 november 1944 aan een beroerte, 61 jaar oud.
Konrad Morgen was tijdens de oorlog onderzoeksrechter in dienst van de SS. Eén van de zaken waar hij zich mee bezighield was die van Karl Otto Koch, van 1937 tot 1941 de kampcommandant van Buchenwald. Morgen was verbolgen over de feiten die hij tijdens zijn onderzoek in zijn kamp ontdekte: samen met enkele handlangers had Koch gevangenen bestolen, mishandeld en, zonder dat hij hiertoe de opdracht had gekregen, vermoord. Om deze redenen werd hij samen met enkele medeverdachten, waaronder zijn vrouw Ilse, die onder de gevangenen berucht was vanwege haar wreedheid, ter verantwoording geroepen door de SS. Een rechtbank van de SS sprak de doodstraf tegen hem uit. Nog op 5 april 1945, terwijl de Amerikanen het kamp naderden, werd Koch in Buchenwald ter dood gebracht door een executiepeloton van de SS.
Van piloot tot politieman Heinrich Müller werd op 28 april 1900 geboren als de zoon van arme katholieke ouders. Na zijn schooltijd volgde hij een driejarige beroepsopleiding tot vliegtuigmonteur. Voordat hij zich als 17-jarige jongen aanmeldde bij het Duitse leger was hij korte tijd werkzaam in een Beierse vliegtuigfabriek. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende Müller in het Duitse keizerlijke leger als piloot. Voor zijn prestaties gedurende oorlogstijd ontving hij het IJzeren Kruis I en II. Na de Duitse nederlaag verliet Müller in 1919 het Duitse leger.
Arthur Nebe (1894-1945) was politierechercheur in Berlijn en begon in 1933 zijn nazi-carrière als medewerker van de Gestapo. Uiteindelijk klom hij op tot chef van het Reichskriminalpolizeiamt, het centrale bureau van de Duitse recherche, de Kriminalpolizei (of Kripo). Gedurende de eerste maanden van de Duitse invasie van de Sovjet-Unie voerde Nebe het commando over Einsatzgruppe B. De massamoord aan het Oostfront waarbij hij aldus betrokken was, vormde de voorbode van de uitroeiing van de Europese Joden in de vernietigingskampen. Behalve deze rol bij de uitroeiing van de Joden had Nebe ook een aandeel in de vervolging en deportatie van zigeuners vanuit nazi-Duitsland. Toch fungeerde hij tegelijkertijd ook als informant van de Duitse militaire en conservatieve oppositie. Hem was een belangrijke rol toebedeeld tijdens de aanslag en staatsgreep van 20 juli 1944.