Het is nu bijna drie jaar geleden, dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met een groep andere studenten naar Duitsland gestuurd. Eerst naar Herzberg am Harz, daarna naar Dassel. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel al tweemaal. In oktober 2024 keerde ik samen met buurman Eric, voor een derde keer terug, waar we voor het eerst Herzberg am Harz aandeden. Nu, eind maart 2025, gaan we voor een vierde keer richting Dassel.
Vorig jaar brachten we al een bezoek aan Echte, een klein dorpje ten oosten van Einbeck. Op zoek naar de plekken waar Lei van den Beuken[note]TracesOfWar.nl - Dagboek van Lei van den Beuken, dwangarbeider.[/note] heeft gewerkt in januari 1945. Hij was tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944 in Limburg opgepakt en tewerkgesteld op Rotenkirchen. Toen de suikerbietenoogst was afgerond, werden de mannen verdeeld over de boerderijen in de buurt. Lei kwam in Echte terecht, op een houtzagerij. Deze houtzagerij was snel gevonden en de familie die er woonde, was nog steeds dezelfde. Lei had er niet zo'n goede ervaringen, wij werden echter hartelijk ontvangen.
Lei wist zichzelf over te laten plaatsen naar de boerderij van Herr Fischer in Echte, maar waar was die boerderij? Bij de voormalige houtzagerij vragen we het aan de huidige generatie bewoners, maar die weten het ook niet. De oma van het gezin leeft nog, maar weet ons helaas ook niet verder te helpen. We keerden onverrichter zaken terug.
Eenmaal thuis weten we via de gemeente te achterhalen, dat de familie van Wilhelm Fischer op de Lindenstrasse 13 woont. Zijn zoon, Heinrich Fischer, sneuvelde aan het eind van de oorlog op 18-jarige leeftijd. Lei schreef er over: “Het gezin telde vijf personen, man, vrouw, dochter, zoon en een oude oma. De zoon was in dienst. Er kwam bericht dat hij vermist was aan het Oostfront en is ook nooit meer terug gekomen.”
Op dat moment hebben we al achterhaald, dat de Volksbund melding maakt van twee mannen met de naam Fischer uit Echte. Hermann Fischer (Echte, Duitsland, 04-04-1912 – Malyi Sambir, Oekraïne, 09-09-1943) en Karl Fischer (Echte, Duitsland, 01-09-1924 – Bischkin ten zuiden van Charkow, Oekraïne, 30-08-1943). Respectievelijk 31 en 18 jaar uit. Hermann was te oud en Karl overleed al in 1943, dus niet aan het eind van de oorlog. Nu beschikt de Volksbund niet over de geboorteplaats van elk slachtoffer en zijn er maar liefst 108 Heinrich Fischer's in 1945 overleden!
Kijkend naar de leeftijden, dan vinden we twee 19-jarige, vier 18-jarige en één 17-jarige. Helaas is niet van iedereen de geboorteplaats bekend, maar van vier wel; uit Fürth, Bernshausen, Wesel en Ertzte am Harz. De eerste drie liggen helemaal niet in de buurt van Echte, de laatste bestaat echter niet. Zou daar Echte mee bedoeld worden? Het gaat om een Heinrich Fischer, die geboren werd op 12 februari 1927 en overleed tussen 8 en 11 februari 1945. Dat betekent dat hij nét geen 18 jaar was. Het feit dat er geen specifieke overlijdensdatum bekend is, zou kunnen duiden op een vermissing. Als plaatsaanduiding wordt door de Volksbund “Arnswalde Zuckerfabrik” gegeven[note]Volksbund.de.[/note], een plaatsje in west-Polen met de huidige naam Choszczno.
Terug naar Echte, waar op 9 april Lei zijn verjaardag vierde: “Verjaardag. Heb van de baas een pakje sigaretten gekregen en extra lekker eten. Daar zorgde Moeder Fischer voor. Ze was net zo goed voor mij als voor haar eigen dochter.” Vier dagen eerder had de familie te horen gekregen dat hun zoon was vermist: “Een droeve dag. Familie Fischer kreeg bericht. De zoon vermist was aan het Oostfront.”
Wij willen graag de familie Fischer opsporen, een gezin dat in ieder geval een positieve indruk op Lei had achtergelaten. Van de gemeente begrijpen we dat ze niet meer in hetzelfde huis wonen, toch willen we even kijken wat er nog te zien is. De oude boerderij is anno 2025 helemaal verbouwd tot een schitterend woonhuis, zelfs de schuurdeur is vervangen door een moderne glazen pui. Helaas is er tijdens ons bezoek niemand thuis.
Lei schreef verder: “'s Morgens naar de ertsgroebe (mijn) een wagen hout halen voor buurman Opperman.” Zouden we dan de familie Opperman kunnen vinden in Echte? Gelukkig was deze familie redelijk makkelijk te vinden, ze stonden gewoon in het telefoonboek. Eenmaal aangekomen bleek de dame in kwestie geen familie te kennen die in de buurt van de boerderij van Fischer had gewoond.
We hadden graag een van beide families gesproken om te kijken of er nog iets aan informatie was achtergebleven, helaas blijkt dat niet meer mogelijk.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Rondje vier (1/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Op zoek naar meneer Sluis (2/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Op zoek naar de familie Fischer (3/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Uslar (4/4)
Het is nu bijna drie jaar geleden, dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met een groep andere studenten naar Duitsland gestuurd. Eerst naar Herzberg am Harz, daarna naar Dassel. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel al tweemaal. In oktober 2024 keerde ik samen met buurman Eric, voor een derde keer terug, waar we voor het eerst Herzberg am Harz aandeden. Nu, eind maart 2025, gaan we voor een vierde keer richting Dassel.
Het was zondag 19 september 1943. Gerard Schampers en zijn medestudenten waren al vier maanden tewerkgesteld in de Ruwowerk-fabriek in Dassel. Dassel ligt in het midden van Duitsland, vlakbij het iets grotere Einbeck. Geregeld gingen de studenten met de trein naar Einbeck voor boodschappen of de was. Op deze zondag zat Gerard in de trein terug naar Dassel, waar hij een Nederlander tegen kwam:
“'n Zekere heer Sluis, steenfabrikant, hij woont ± 8 km van Dassel. Z'n fabriek is van hogerhand stilgelegd. Hij heeft me uitgenodigd 'ns op bezoek te komen. Ik heb die uitnodiging natuurlijk aangenomen en ben van plan er binnenkort 'ns naar toe te gaan.” [note]Brief Gerard Schampers, 20-09-1943.[/note]
In een latere brief van Schampers bleek, dat hij toch niet bij Sluis op bezoek was gegaan. Op een vraag van zijn moeder antwoordde hij: “Mama vraagt of ik nog bij Sluis ben geweest. Dat heb ik niet gedaan omdat ik wel 'ns wat over hem heb horen vertellen, nu hecht ik daar niet veel waarde aan, maar hij woont nog al 'n eind weg dan moet ik 'n paar uur lopen en dat heb ik er niet voor over. Dan is 't al zo lang geleden dat ik hem gesproken heb dat ik nu nog moeilijk aan kan komen. ” [note]Brief Gerard Schampers, 26-12-1943.[/note]
De heer Sluis kwam ook voor in het dagboek van een andere dwangarbeider. Piet van Maris was tijdens de Kerkrazzia in oktober 1944 opgepakt en naar Duitsland gestuurd. Hij kwam terecht in Rotenkirchen, een grote boerderij ten zuiden van Einbeck. Piet schreef over Sluis:
“Toen we enkele weken in Rotenkirchen waren en ik tegen negen uur ’s morgens zoals gewoonlijk een paar matten buiten het zijpoortje aan de weg uitklopte, stopte er een man op een fiets en die begon in het Nederlands tegen mij te spreken. Hij deed nogal vreemd en leek mij wat angstig, wat gespannen. Hij vertelde Sluis te heten en in een dorp zes kilometer noordelijk van Rotenkirchen, in Wellersen te wonen. Hij beheerde daar een steenfabriek, maar omdat die nu niet werkte, wegens gebrek aan brandstof, moest hij in Odagsen kantoorwerk doen op het gemeentehuis. Hij kwam elke morgen hier langs en had gehoord dat er een grote groep Nederlanders bij Rabbethge und Co terecht gekomen was. In eerste instantie vertrouwde ik de man niet zo erg. Een Nederlander in Duitsland!? Dat kon ook een nazi zijn, dus oppassen geboden.” [note]TracesOfWar.nl - Mijn herinneringen aan de Kerkrazzia.[/note]
Zowel Piet als Gerard hadden hun bedenkingen over Sluis. Piet schreef er verder over: “Ik vertelde de kok van deze ontmoeting, maar die wilde er de volgende dag ook wel eens mee praten. Ik ging de volgende morgen op verzoek van de kok op de uitkijk staan en toen ik hem aan zag komen heb ik de kok gewaarschuwd. De kok was na deze eerste kennismaking met Sluis erg enthousiast. Sluis nodigde ons zelfs uit om hem in Wellersen op te komen zoeken, want hij wilde liever niet hier met ons praten. Dat kon voor hem problemen geven. Enkele dagen later werd een avond afgesproken en we zouden met drie man, te weten de kok dus Hanraats, Pierre de Roy, beiden uit Kessel en ik, in het geheim, dat wil zeggen zonder toestemming aan de Duitsers te vragen, in het donker naar Wellersen gaan. Ook hebben we in eerste instantie niemand van ons eigen gezelschap van dit bezoek op de hoogte gesteld. Van de Poolse meisjes die als melkster werkzaam waren op de veeafdeling konden we fietsen lenen. We werden door Sluis heel gastvrij ontvangen. Hij bleek met een Duitse vrouw uit Wellersen getrouwd te zijn. Zij was de feitelijke eigenaresse van de steenfabriek. We mochten er zelfs naar de Engelse zender luisteren en we keerden zeer voldaan weer terug naar huis. Van nu af aan vertrouwden we Sluis en wanneer er nieuws te melden was, dan kregen we dat als regel 's morgens al van hem te horen. Zo bleven we goed op de hoogte van het nieuws van de fronten, wat voor ons toen erg belangrijk was.” [note]TracesOfWar.nl - Mijn herinneringen aan de Kerkrazzia.[/note]
Wellersen is een klein plaatsje grofweg tussen Dassel en Rotenkirchen. Na de eerste echte kennismaking met Sluis viel alles mee en bleek hij ook nog naar de illegale Britse radio te luisteren. Maar wie was die Sluis en waar woonde en werkte hij?
Wellersen is nu niet heel veel groter, dan dat het in de oorlog was, alleen in zuidwesten is een klein wijkje verrezen. Er was, en is, maar één steenfabriek in het dorpje; de Alten Ziegelei, van de familie Alten. Ons eerste bezoek is dan ook aan deze steenfabriek. De huidige eigenaar weet ons te vertellen dat de fabriek sinds 1929 in handen is van de familie Alten, van een meneer Sluis heeft hij nog nooit gehoord. Ook zou er geen dame uit de familie zijn geweest, die met een Nederlander getrouwd was. Hij is de derde generatie in de fabriek, helaas is zijn vader twee jaar geleden overleden, waardoor er niet meer informatie beschikbaar is. Hij verwijst ons door naar een oudere man, woonachtig aan het einde van de straat.
Eenmaal daar aangekomen en vragen we opnieuw naar de heer Sluis. Ook deze man weet ons niks te vertellen. Die naam heeft ook hij nog nooit gehoord. Na wat verder praten, weet hij zich de Nederlander toch te herinneren, alleen was de uitspraak volgens hem wat anders: Slu-is, meer dan dat weett hij echter ook niet te vertellen. We worden doorverwezen naar de volgende, nog net iets oudere, man in het dorp.
Eenmaal daar aangekomen weet hij zich meneer Sluis, of Slu-is, direct te herinneren. Sluis was getrouwd met een Duitse en had vermoedelijk twee dochters. Ze hadden de steenfabriek gepacht van de familie Alten, maar vertrokken een aantal jaar na de oorlog. De voornaam van meneer Slu-is, de naam van zijn vrouw, of andere gegevens weet hij zich niet meer te herinneren. Daarvoor komen we, volgens hem, tientallen jaren te laat.
Wat we nu zeker weten, is dat meneer Sluis bij de steenfabriek werkte. Wie hij was, of waarheen hij na de oorlog vertrok, weten we echter nog niet. En hij kan natuurlijk ook nog Sluijs, Sluys of Schluis hebben geheten, of wellicht had zijn naam nog wel een andere schrijfwijze. Wij zijn toch wel benieuwd naar deze man, die naar de illegale radio luisterde en zo zijn landgenoten toch een beetje probeerde te helpen. We hebben hem nu alleen nog niet kunnen vinden.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Rondje vier (1/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Op zoek naar meneer Sluis (2/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Op zoek naar de familie Fischer (3/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Uslar (4/4)
Het is nu bijna drie jaar geleden, dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met een groep andere studenten naar Duitsland gestuurd. Eerst naar Herzberg am Harz, daarna naar Dassel. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel al tweemaal. In oktober 2024 keerde ik samen met buurman Eric, voor een derde keer terug, waar we voor het eerst Herzberg am Harz aandeden. Nu, eind maart 2025, gaan we voor een vierde keer richting Dassel.
Dit keer staat er een aantal afspraken op de planning in Dassel, Herzberg am Harz, Uslar en Göttingen. Op weg naar Dassel rijden we via Höxter om de Abdij van Corvey te bezoeken. Dit was één van de plekken, die Gerard Schampers bezocht, toen hij in Dassel zat. Hij schreef daarover naar huis:
Zondag ben ik naar Höxter en de abdij Corvey geweest. Te voet naar Stadtoldendorf: 15 km, toen met de trein naar Höxter. 't Was 'n prachtdag. Corvey is 'n bedevaartsplaats van St. Vitus, de patroon van die landstreek. De hele streek is daar Katholiek, juist 't omgekeerde van hier. Höxter ligt precies aan de andere kant van de Solling als Dassel. De abdij is in 1801 geseculariseerd, dit was toen in de Kulturkampf. Er is 'n heel grote bibliotheek in met 65.000 boeken, merendeel Engels en Frans. De kerk is ook heel oud. 'n Deel ervan is uit de 9e eeuw. 't Grootste deel uit de 17e eeuw evenals de abdij. Terug zijn we weer met de trein naar Stadtoldendorf gegaan en verder te voet. Halverwege konden we met 'n wagen meerijden. We zijn er met z'n drieën naar toe geweest. Brekelmans, Guus Janse en ik. De rest durfde 't niet aan. Het was zeker de moeite waard. [note]Brief Gerard Schampers, 23-06-1943.[/note]
Helaas is de abdij eind maart nog niet open, waardoor we de gebouwen en de bibliotheek niet kunnen bezoeken. Meer dan een rondje om de abdij en door de tuinen zit er helaas niet in. Van achter de abdij is de spoorbrug over de Wezer zichtbaar van de spoorlijn tussen Stadtoldendorf en Höxter. De lijn die Gerard en zijn medestudenten namen op weg naar Corvey. Hoe verroest de brug er ook uit ziet (het is er een van kort na de oorlog), hij is nog altijd in gebruik. Tijdens de gevechten in 1945 werd de oude brug door Duitse troepen opgeblazen.
Na Corvey is het voor ons ook tijd om naar Dassel te gaan. Niet per trein en te voet, maar gewoon met de auto, door het Sollingsbos.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Rondje vier (1/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Op zoek naar meneer Sluis (2/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Op zoek naar de familie Fischer (3/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Uslar (4/4)
Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel. Nu was het tijd voor een derde bezoek en een nieuwe serie aan artikelen.
Tijdens het onderzoek naar de studenten, die in Dassel tewerkgesteld werden, werd al snel duidelijk dat ze niet direct in Dassel terecht zijn gekomen. De reis van Kamp Erika naar Dassel ging via een aantal tussenstations... in letterlijke zin. De langste stop was in Herzberg am Harz. Daar kwamen de studenten op 18 mei 1943, per trein, in Herzberg aan.
Gerard Schampers, een van de studenten, schreef over de reis: “We stapten in de trein en hoorden onderweg dat de technici naar Osterode moesten en de rest verder door naar Herzberg. In Osterode wilden enkele uitstappen maar dat mocht niet. 't Hele stel moest door. Om 7 uur kwamen we in Herzberg am Harz. Daar bleek dat ze pas om 5 uur bericht gekregen hadden dat we zouden komen. We kregen soep te eten, die naar omstandigheden redelijk wel was. We worden behoorlijk behandeld en hebben nog niet gewerkt. De eerste paar dagen zullen we dat ook nog wel niet doen. Wat er verder zal gebeuren weet ik niet er is nog niet veel van te zeggen. Ons adres is voorlopig: Gemeinschaftslager Pleissner (Wiese) Herzberg a. Harz.” [note]TracesOfWar.nl - Gerard Schampers, van student tot dwangarbeider, geraadpleegd op 22-11-2024.[/note]
De 40 studenten werden tewerkgesteld in de Pleissner-fabriek in het zuiden van Herzberg, vlakbij het hoofdstation van het stadje. Herzberg am Harz ligt, zoals de naam al doet vermoeden, in het Harzgebergte in het midden van Duitsland. Het stadje met haar vakwerkhuisjes werd en wordt gedomineerd door het kasteel van Herzberg. Dit kasteel, met haar oorsprong in de 11de eeuw, staat op een berg met uitzicht over de gehele stad. De studenten die uiteindelijk in Dassel terecht kwamen, zaten daar ruim een week.
Na al twee keer in Dassel geweest te zijn, vinden we het tijdens ons derde bezoek ook tijd om Herzberg am Harz te bezoeken, op een uur rijden van Dassel. Deze ochtend rijden we vroeg richting Herzberg. Het is een beetje een druilerige dag, de zon heeft zich nog niet laten zien. Via Osterode rijden we uit het noorden Herzberg binnen, met aan de rechterhand op de berg het indrukwekkende kasteel. We rijden door het stadje naar de Pleissner-fabriek, net iets voorbij het hoofdstation. In deze staalfabriek kwamen de studenten aan. Tegenwoordig is het nog steeds een staalfabriek, maar veel van haar geschiedenis is inmiddels verdwenen. Op 6 april 1945 voerde het Amerikaanse Ninth Air Force een aanval uit op de spoorcomplexen van Gottingen, Northeim en Herzberg.[note]USAAF Worldwide Operations Chronology, geraadpleegd op 22-11-2024.[/note] Pleissner werd ook getroffen en voor 70% vernietigd.[note]Matwijow, K., “Spurensuche” in Herzberg am Harz, 1933-1945, pagina 72.[/note]
We lopen een rondje om het fabrieksterrein. Veel is er helaas niet meer te zien, maar het blijft de plek waar de studenten tewerkgesteld werden en een week verbleven, voordat ze naar Dassel doorgestuurd werden. Zo'n twintig andere studenten bleven hier achter om te werken in de staalfabriek.
Eén van hen was Co Neeteson, hij herinnerde zich: “We werkten van 's ochtends zes tot 's avonds zes, in een staalfabriek. Velen moesten met de handen werken, maar er waren er ook een stuk of zes, die op een bouwbureau terecht kwamen. Daar zat ik gelukkig ook bij.” [note]Herinneringen Co Neeteson.[/note] In Herzberg hadden ze de nodige bewegingsvrijheid. Co: “We mochten vrij rondlopen, we waren immers geen gevangenen. Dus trokken wij er op uit, de berg op. Of naar het café in het dorp, dat aan een klein meertje lag.” [note]Herinneringen Co Neeteson.[/note]
Zo trekken wij ook Herzberg in, de berg op, naar het kasteel. Het staat bij ons bezoek in de steigers, het wordt weer eens gerestaureerd. Na de oorlog was dat ook al nodig, omdat het dak er af was geblazen door het ontploffen van de naastgeleden munitiefabriek.[note]TracesOfwar.nl - Nederlandse studenten in een munitiefabriek, geraadpleegd op 22-11-2024.[/note] In het kasteel is een klein museumpje gevestigd. Heel veel over de oorlog is er niet te zien, wel krijgen we er de nodige informatie en contacten voor verder onderzoek.
Wat we ook krijgen, is een tip over het café aan het meertje, de Juessee, midden in Herzberg. Het café zelf bestaat niet meer, maar het huis staat er nog wel. Het is nu een gewone gezinswoning. Het moet er uit zien als een klein kerkje, met een zwaan op de toren. We rijden naar het meer en parkeren de auto. We besluiten een rondje om het meer te wandelen, om zo het huis vanzelf tegen te komen.
Het is ook niet te missen, het torentje, de zwaan... er hangen zelf nog een paar oude lampen met bierreclame aan de muur. Dit is overduidelijk het café waar de studenten hun vrije tijd doorbrachten, al veranderde dat wel in de loop van de oorlog. Co: “We gingen daar in onze schaarse vrije uurtjes nogal eens een biertje drinken, dankzij de paar marken die we verdienden, totdat de baas ons een keer, met tranen in zijn ogen, moest weigeren: hij mocht geen buitenlanders meer ontvangen. Voor het raam kwam toen ook een bordje: Verboten für Ausländer.” [note]Herinneringen Co Neeteson.[/note]
Wij lopen verder rond het meer. Nu, op een bewolkte herfstdag ziet het er niet zo mooi uit als in de zomer van 1943 toen de studenten hier aankwamen. Grijzer en bewolkter zou het voor de studenten ook worden naar mate de oorlog vorderde. De paar vrijheden die ze nog hadden, werden steeds verder ingeperkt. Het was hier in Herzberg, dat deze studenten hun bevrijding meemaakten, waarna de lange toch naar huis begon.
Het blijft elke keer bijzonder om de locaties te bezoeken waar de studenten tachtig jaar geleden werkten, sliepen en leefden. Wij rijden met de opgedane indrukken, de foto's en alle informatie weer terug naar Dassel, met onze gedachten in de grijze wolken.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Bioscoop Klenke (3/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Frau Kolle (4/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Herzberg am Harz (5/5)
Het was vorig jaar zomer, dat ik daar zat. Op een bankje, kijkend naar de kerk. Een bankje tussen twee enorme, wuivende, bomen. Het kan niet anders zijn dan dat deze bomen er tachtig jaar geleden al stonden. Vandaag is het 4 december 2024, precies 80 jaar na het overlijden van Janus Brekelmans op 4 december 1944.
Janus, voor zijn familie Adri, werd in 1915 in Hilvarenbeek geboren. Hij ging studeren aan de Katholieke Hogeschool in Tilburg. In de oorlog weigerde hij, net als velen, de loyaliteitsverklaring van de Duitsers te tekenen. Hierdoor werd hij in Duitsland tewerkgesteld. Met 21 andere studenten kwam hij in Dassel terecht. Gerard Schampers, een van zijn medestudenten, schreef over de weg naar Dassel: We gingen nog lang niet naar onze begrafenis. Hoe mis kon hij het hebben...
Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel. Nu was het tijd voor een derde bezoek en een nieuwe serie aan artikelen.
Toen de studenten eind mei 1943 in Dassel aankwamen, arriveerden ze in een klein plattelandsdorpje. De helft van de studenten was katholiek, waardoor ze al snel aansluiting vonden bij de kleine katholieke gemeenschap in Dassel.
Niet alleen met pastor Bode van de kerk, maar ook met zijn huishoudster, mevrouw Schade. Zij werd door de studenten juffrouw Jammer genoemd, om meeluisterende Duitsers niet wijzer te maken. Een andere was mevrouw Schoorsteen, ofwel, Frau Kolle. Zij kwam uit een familie van dakdekkers.
Wij brengen een bezoek aan de nu 86-jarige dochter van Frau Kolle, Roswitha, die nog altijd in Dassel woont. Haar 92-jarige levenspartner is ook aanwezig. Hij woont ook al zijn hele leven in Dassel en heeft zelfs vlak na de oorlog nog in de Ruwowerk-fabriek gewerkt.
Roswitha weet zich nog goed te herinneren dat Frans Linders na de oorlog nog contact hield met de familie. In 1950 keerde hij voor het eerst weer terug in Dassel. Hij sliep in de keuken op een bankje, met daaronder zijn koffer, gevuld met chocolade voor haar en haar broer.
Frans trouwde in 1954 met zijn Ine en drie jaar later gingen ze met z'n tweeën naar Dassel. Ook daarna bleef het contact. Elk jaar werden er nog kerstkaarten heen en weer gestuurd.
Roswitha woont nu weer in het huis van haar ouders. Het huis waar de studenten binnen kwamen voor koffie en koeken... en soms wat schnaps. Ze gingen dan deels door de voordeur en deels door de achterdeur, om maar geen argwaan te wekken. Het geeft een apart gevoel in dezelfde ruimte te zitten, als de studenten ruim 80 jaar geleden verbleven. Ook wij zitten aan de koffie, zonder schnaps dit keer.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Bioscoop Klenke (3/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Frau Kolle (4/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Herzberg am Harz (5/5)
Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel. Nu was het tijd voor een derde bezoek en een nieuwe serie aan artikelen.
Met een klein woordje op een hele grote handgetekende kaart van Dassel staat aangegeven: “Bioscoop!”. De kaart werd getekend door Frans Linders, een van de studenten in Dassel. Blijkbaar zat er bij café Klenke een bioscoop.
Heel af en toe schreven de studenten over een bioscoop in Dassel. Gerard Schampers schreef in een van zijn eerste brieven naar huis: “Vanmiddag ben ik naar de bioscoop geweest. Er komt hier om de vier weken een film. Het was zowat de slechtste film in de slechtste bioscoop die [ik] ooit gezien heb. In het vervolg gaan we naar Einbeck.” [note]Brief Gerard Schampers, 06-06-1943.[/note] Echter, we hadden enkel de kaart om de locatie te bepalen. Verder was er geen spoor van een bioscoop bij Klenke te vinden.
Café Klenke bestaat nog steeds in Dassel. Nu is het alleen een hotel, nog steeds in bezit van dezelfde familie Klenke. Aangekomen in Dassel bellen we aan, een van de medewerkers doet open en we vragen haar of ze kan bevestigen dat er ooit een bioscoop in het pand gezeten heeft. Ze denkt van niet, er was wel een grote zaal, maar die zou nooit gebruikt zijn als bioscoop. De bioscoop in Dassel zat in een groot pand aan de Erholungsheimstraße 15, even ten westen van het hotel.
Ze loopt met ons mee naar de beheerders van het locale museum in Dassel. Ook zij weten niks van een bioscoop bij Klenke en verwijzen naar dezelfde plek als de hotelmedewerkster. Zou Frans Linders het dan verkeerd getekend hebben?
De volgende dag gaan we op bezoek bij de dochter van Frau Kolle. Ze heeft haar 92-jarige levenspartner ook uitgenodigd. Hij heeft zijn hele leven in Dassel gewoond en zelfs na de oorlog als tiener bij de Ruwowerk-fabriek gewerkt. Hij weet zich nog wel het een en ander van oud-Dassel te herinneren.
We vragen waar in de oorlog de bioscoop in Dassel was en er komt direct én zonder twijfel een antwoord: “Bij Klenke, op de hoek. Het gebouw staat er nog steeds.” De kaart klopt toch! Het zijn de kleine feitjes, maar het is toch fijn als ze bevestigd worden.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Bioscoop Klenke (3/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Frau Kolle (4/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Herzberg am Harz (5/5)
Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel. Nu was het tijd voor een derde bezoek en een nieuwe serie aan artikelen.
Het is de tweede dag van mijn derde bezoek aan Dassel. Deze ochtend hebben we een afspraak bij de Paul Gerhardt school in Dassel. Dit is de locatie van de oude Ruwowerk-fabriek waar de 22 studenten uit Nederland tewerkgesteld werden. Dit is dus historische grond, al zijn meeste scholieren op deze school zich daar niet van bewust.
Ik heb begrepen dat er nog oude kelders onder de school liggen, die vermoedelijk over zijn gebleven van de Ruwowerk-fabriek. Volgens de overleden stadsarchievaris hebben de Nederlanders in één van deze kelders gewoond. We ontmoeten de docente die ons een rondleiding geeft. De eerste kelder is direct onder het administratiegebouw. We dalen een donker oud trappetje af...
Eenmaal beneden staan we in een grote grijze ruimte. Nu huist hier het archief van de school. Sommige muren lijken ouder dan andere. Op de oudste buitenmuren staan nummers genoteerd. Ze lopen tot ergens in de vijftig. Wat zou het geweest kunnen zijn? De docente weet het ook niet. Misschien zijn het wel de bed-nummers van de dwangarbeiders geweest, maar dat is speculeren.
De andere kelder ligt onder een van de gebouwen met leslokalen. Deze is veel lager en met een rond gewelf. Je kunt er net niet staan en er zijn maar weinig ramen. De school gebruikt het af en toe voor exposities, maar nu staat het leeg.
De eerste, grotere kelder, ligt onder een pand dat er in de oorlog nog niet was. Ook stond er geen ander pand op die locatie. Dat is met de kleinere kelder wél het geval, maar die ligt haaks op het gebouw waar de studenten sliepen. Daarnaast bleek uit brieven en dagboeken van de studenten, dat ze niet in de kelder sliepen. Gerard Schampers schreef: “'t Onderdak is hier goed. We hebben twee grote vertrekken. Op 't ene slapen we allemaal. Op 't andere zitten en eten we. We hebben de eerste etage van 'n oud boerenhuis. Beneden ons zitten Russen. We hebben 'n aparte ingang. We moeten dan twee trappen op en komen op 'n portaal. Daar is ons pissoir en de w.c. Verder twee vertrekken waar de wasgelegenheid gemaakt wordt. Alles is nieuw. Van 't portaal komen we in de conversatiezaal en daardoor in de slaapzalen.” [note]TracesOfWar.nl - Gerard Schampers, de eerste maanden in Dassel, geraadpleegd op 24-10-2024.[/note] Theo Bakkeren schreef over dezelfde locatie: “Samen in één Stube, slaapruimte en ’n verblijfsruimte ernaast. Eén trap op in een verbouwde schuur.” [note]Dagboek Theo Bakkeren, 26-05-1944.[/note]
De Stube is het gebouw aan de rechterkant op bovenstaande ansichtkaart. Deze foto is genomen uit de richting van Einbeck. De lage kelder zou gelegen kunnen hebben onder het hoge gebouw in het midden.
Het lijkt er dus op dat geen van de kelders gebruikt werd als slaapvertrekken. De Russen sliepen op de begane grond. De kelders werden misschien wel gebruikt als schuilkelder, maar niets wijst er tot nu toe op dat er permanent geslapen werd.
Vanuit de kelders gaat de rondleiding verder over het schoolterrein. Waar in de Ruwowerk-fabriek al gebruik werd gemaakt van een waterturbine, is dat nu in de school nog steeds het geval. Het omleidingskanaal van de Ilme wordt nog altijd naar een waterkrachtcentrale gestuurd om een deel van de elektriciteit voor de school op te wekken.[note]Paul-Gerhardt-Schule Dassel, Erneuerbare Energie, geraadpleegd op 25-10-2024.[/note]
Verder op op het terrein is het kanaal zichtbaar en stroomt het verder stroomafwaarts, langs het sportveld weer terug naar de Ilme.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Bioscoop Klenke (3/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Frau Kolle (4/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Herzberg am Harz (5/5)
Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel. Nu was het tijd voor een derde bezoek en een nieuwe serie aan artikelen.
Het is een herfstige donderdagmorgen als ik voor de derde keer in de auto stap om naar Dassel te rijden. Ik heb een tweetal afspraken kunnen maken. De eerste voor vanmiddag, met de vrouw van de, inmiddels overleden, stadsarchivaris van Dassel. Op vrijdagmorgen staat een afspraak gepland bij de Paul Gerhardt school, met een docente die mij de oude originele kelders zal laten zien.
Dit keer reis ik niet alleen, buurman Eric is mee. Hij spreekt gelukkig aanzienlijk beter Duits dan ik. Op de rit naar het oosten praat ik hem bij over de laatste ontwikkelingen en de doelen van de reis. Wegens files rijden we dit keer de noordelijke route, over Paderborn; de stad waardoor de studenten naar huis trokken in 1945.
Eenmaal de Wezer over rijden we het Harz gebergte, met haar glooiende heuvels, uitgestrekte landbouwgronden en kleurrijke herfstbossen, in. Het is een uur of één als we Dassel binnen rijden. Lunchen doen we op de enige plek waar je belegde broodjes kunt krijgen, de lokale supermarkt. Hier kunnen we even rustig zitten na de lange autorit. Na de broodjes vertel ik Eric op de begraafplaats over de directe omgeving. De Bierberg en Burgberg liggen er beiden mooi bij. We kunnen al snel inchecken bij het huis dat we gehuurd hebben. Een schitterend vakwerkhuis met bijbehorende krakende trappen.
Om iets voor drie uur is het tijd om naar de vrouw van de stadsarchivaris te rijden. Ze woont aan de andere kant van het stadje, toch wel vijf minuten rijden. Ik hou Eric voor dat wandelen met de zware laptop, scanner en mappen vol informatie echt niet te doen is… helemaal gezien het blik stroopwafels dat we meenemen uit Nederland als dank voor de ontvangst.
Eenmaal aangekomen vertel ik eerst wat over mijn onderzoeken. Wat we al gevonden hebben en vooral waar we nog naar op zoek zijn. Dagboeken en brieven van de dwangarbeiders in Dassel heb ik ondertussen aardig wat, verslagen van de Amerikanen over de bevrijding van Dassel ook. Het ontbreekt vooral aan informatie van Duitse zijde. Mevrouw vertelt dat haar man in het verleden vele boekjes over Dassel heeft geschreven. Hier staan ook stukken over de oorlog in. Ze heeft er een aantal dubbel, die we zo mogen meenemen. Ze verwijst ons daarnaast door naar het snuisterijwinkeltje in het stadje waar er vermoedelijk nog meer te koop zijn.
Ook heeft ze al contact gezocht met de dochter van Frau Kolle. Frau Kolle was één van de katholieke dames die de studenten af en toe wat eten toe stopte, of ze thuis uitnodigde. Het zorgde er voor dat de jonge studenten toch nog een beetje een idee van een thuis kregen. Een warm nest, waar ze terecht konden. We mogen de dochter van Frau Kolle bellen om een afspraak te maken. Zij zou ook nog wel het een en ander weten over deze Nederlandse studenten in Dassel. Dat is echter een verhaal voor een volgende keer.
We verlaten haar huis met een berg aan informatie, nieuwe contacten en een aantal door haar man geschreven boekjes… en zonder stroopwafels. Het Delfts blauwe blikje met stroopwafels werd door mevrouw enorm gewaardeerd.
We lopen vervolgens Dassel in, naar het snuisterijwinkeltje, waar we nog wat meer boekjes op de kop weten te tikken. De dame daar helpt ons graag verder. Dan gaan we door naar de boekhandelaar tegen over de kerk. Hij herkent me nog van een vorig bezoek, maar moet me helaas teleurstellen, boeken over de geschiedenis van Dassel worden niet meer geschreven.
We begeven ons naar hotel-restaurant Deutsche Eiche om wat te eten, ook hier herkent de eigenaresse me nog van mijn vorige bezoeken aan Dassel. Blijkbaar heb ik toch de nodige indrukken achtergelaten. Het belooft een bijzonder derde bezoek naar Dassel te worden.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Bioscoop Klenke (3/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Frau Kolle (4/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Herzberg am Harz (5/5)
Het is halverwege juni als ik een tweede bezoek breng aan het universiteitsarchief van de Universiteit van Tilburg. Mijn onderzoek naar 22 studenten die in Dassel in Duitsland tewerkgesteld werden gaat ondertussen het derde jaar in. Veel van deze studenten studeerden in Tilburg, waardoor er ook in hun archief nog het één en ander te vinden was. Nu wilde ik vooral achterhalen of de studenten na hun tewerkstelling hun studie hadden afgerond. Helaas was daar niet iedereen toe in staat.
Twee jaar geleden kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. Vorig jaar was ik rond deze tijd in Dassel om een aantal plekken te bezoeken die in de brieven voorkwamen. De ene was makkelijker gevonden dan de andere. De Ratskeller, waar de studenten over schreven, was lastiger te vinden. Toendertijd kon ik geen locatie in Dassel vinden. Ik ging er vanuit dat de Ratskeller in het dorpje Markoldendorf bedoeld werd; dat viel tenslotte onder dezelfde gemeente.
In samenwerking met vijf studenten journalistiek van de Hogeschool Ede lanceert TracesOfWar een eerste eigen podcast. De podcast vertelt het verhaal van Piet van Maris uit Helden, Limburg. Hij werd op 17-jarige leeftijd in 1944 tijdens de Kerkrazzia's opgepakt en als dwangarbeider naar Duitsland gestuurd.
Vandaag is het 80 jaar geleden dat twintig Nederlandse studenten dwangarbeid verrichtte in Dassel, Duitsland. Zij hadden begin 1943 geweigerd de Duitse loyaliteitsverklaring voor studenten te tekenen. Hierdoor werden ze met 3.000 andere studenten voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland gestuurd. Via Kamp Erika en een aantal plaatsen in Duitsland kwam er 22 studenten op 26 mei 1943 in Dassel aan. Het is nu Kerst 1943, twee studenten waren al arbeidsongeschikt verklaard en naar huis gestuurd. Het is op Tweede Kerstdag 1943 dat Gerard Schampers uit Helmond een brief naar huis schreef over de invulling van Kerst in het Lager in Dassel.
no. 29.
Dassel 2e kerstdag. 1943.
Beste allemaal,
Naar ik hoop hebben jullie op 't ogenblik heel prettige kerstdagen. Tot nu toe, het is nu half twaalf 's morgens, is 't kerstfeest hier heel prettig zelfs boven mijn verwachting verlopen. Het is natuurlijk heel anders dan thuis.
Vrijdagmiddag [23 december 1943] om 1 uur was ik klaar. De avondploeg werkte die dag niet en de ochtendploeg tot half twee. Om half acht 's avonds begon de nachtmis. Daarin zongen wij de IVe Greg. Mis.
Frau Kreutzer, de vrouw van den onderwijzer zong 'n kerstlied en Louis Raaymakers 'n Duitse tekst van The Holy City. Het was de mooiste kerstnacht die de pastoor in Dassel meegemaakt had zei hij. Na afloop was er 'n gezamenlijk souper, geheel uit eigen middelen bij elkaar gebracht. Witte brood, gebraden worst, boter, kaas, 3 soorten worst. Het was dus heel goed. Ondertussen enkele speechjes.
1e kerstdag: Weer de Mis zoals de Nachtmis. Hier in zongen we ook 't Introïtus. Na afloop gezamenlijk ontbijt. 's Avonds 'n kerstavond.
Programma als volgt:
De herdertjes lagen bij nachte - (gezamenlijk)
Inleiding - (Jannes Reiling)
Vrede - Adama van Scheltema - (Guus Janse)
Kerstverhaal 1e deel -
De vierde Wijze uit het Oosten - Henry van Dyke - (Dick Bals)
Rey van Edelinghe – Vondel - (Wik de Leeuw)
Nu seyt wellecome
Pauze
Na de pauze:
The Holy City - Adams - (Louis Raaymakers)
Kerstverhaal - 2e deel - (Guus Janse)
“Ik buig mij voor uw kribbe”. - J.S. Bach - (Frans Linders - Louis Raaymakers - Jannes Reiling - Janus Brekelmans)
“Begin van kerstnacht” - A.J.D van Oosten - (Gerard Schampers)
Persoonlijke indrukken over kerstmis - (Rudi Span)
“O, kerstnacht, schoner dan de dagen” - Vondel - (Wik de Leeuw)
“Klein lied in den kerstnacht” - Gabriel Smit - (Janus Brekelmans)
Er is een roos ontsprongen - (gezamenlijk)
Slotwoord - (Guus Janse)
De kamer is versierd met dennegroen, rode linten, kerstkrans, kerstklokken, kerstboom. We hebben ’n luidspreker. De radio staat in ’t kamertje van de wacht. We hebben de hele dag muziek. Er is ‘n klein kansje dat we dat houden in de toekomst. Tafel gedekt met tafellakens en echte borden. Daarvoor en voor andere dingen als kaarsen, kandelaars, tafelversiering, schemerlampen enz. zorgden: pastoor, dominee, en diverse bekenden. We hebben de medewerking van veel mensen gehad. Gisteren was de hele troep naar de kerk, ook de ongelovigen zelfs de ongedoopte Dekker. Natuurlijk waren die naar de prot. kerk. Vanmorgen waren we allemaal in de katholieke kerk. De niet-katholieken uitgenodigd om naar onze muzikale uitvoering te luisteren. Frau Kreutzer zong vandaag niet en Louis zong in plaats van The Holy City het Panis Angelicus. Daarna weer gezamenlijk ontbijt.
Vanavond draaien we ‘n filmpje over Albrecht Dürer van den dominee, waarbij Leo Caspers de explicatie geeft. Als er nog tijd over is draai ik 'n kerstfilmpje van den pastoor. Gisterenavond werd er onder de 13 katholieken hier ’n collecte gehouden om Missen te laten lezen voor 'n behouden thuiskomst en opdat de familie van oorlogsgeweld gespaard blijven. Opbrengst Rm 81.-.
Veel groeten van Gerard.
Een jaar later, met Kerst 1944, zou de situatie voor de studenten al weer heel anders zijn. Lees daar meer over in het verslag van Jannes Reiling.
Op 30 november jl. promoveerde Jelle Horjus op de biografie van Jannes Rieling aan de Rijksuniversiteit Groningen. Jelle Horjus heeft acht jaar onderzoek gedaan naar het leven van Reiling. Reiling was een van de kerkleiders van de Unie van Baptistengemeenten. Het resultaat is een lijvig boek van bijna 500 pagina's, waarin twee hoofdstukken gewijd zijn aan de Tweede Wereldoorlog. Reiling was een van de 22 studenten die in Dassel in Duitsland tewerkgesteld werd.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni 2023 bezocht ik Dassel voor het eerst. Nu was het tijd voor een tweede bezoek en een tweede serie aan artikelen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni 2023 bezocht ik Dassel voor het eerst. Nu was het tijd voor een tweede bezoek en een tweede serie aan artikelen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni 2023 bezocht ik Dassel voor het eerst. Nu was het tijd voor een tweede bezoek en een tweede serie aan artikelen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni 2023 bezocht ik Dassel voor het eerst. Nu was het tijd voor een tweede bezoek en een tweede serie aan artikelen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni 2023 bezocht ik Dassel voor het eerst. Nu was het tijd voor een tweede bezoek en een tweede serie aan artikelen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni 2023 bezocht ik Dassel voor het eerst. Nu was het tijd voor een tweede bezoek en een tweede serie aan artikelen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni 2023 bezocht ik Dassel voor het eerst. Nu was het tijd voor een tweede bezoek en een tweede serie aan artikelen.
Al maanden doe ik onderzoek naar een aantal studenten die in de oorlog voor dwangarbeid naar Duitsland gestuurd werden. Studenten die de loyaliteitsverklaring van de Duitsers niet wilden tekenen mochten niet meer verder studeren en werden werkloos verklaard. Zij dienden zich te melden op verschillende plekken in Nederland en werden van daar uit naar Kamp Erika bij Ommen gestuurd. Er waren echter zo veel studenten die weigerden te tekenen dat het kamp snel vol zat en men uitweek naar het subkamp Junne, drie kilometer verder op.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.
Via de familie Heling kregen we onderstaande foto van de 22 studenten die van 1943 tot 1945 in Dassel, Duitsland, te werk werden gesteld. We hadden al eerder een tweetal foto's uit andere bronnen gekregen. Deze was echter nieuw. Helaas stond er niet op wie wie was. Wel stond er een datum achter op: 24 maart 1945.
Eind vorig jaar begon ons onderzoek naar de brieven van Gerard Schampers. Hij weigerde als student de loyaliteitsverklaring van de Duitsers te tekenen en mocht daardoor niet meer studeren. Vervolgens werd hij tewerkgesteld in Duitsland, in het kleine stadje Dassel. Schampers was één van 22 studenten die in Dassel terecht kwamen. Een andere was Joop Nahuijsen.
Eind vorig jaar begon ons onderzoek naar de brieven van Gerard Schampers. Hij weigerde als student de loyaliteitsverklaring van de Duitsers te tekenen en mocht daardoor niet meer studeren. Vervolgens werd hij te werk gesteld in Duitsland, in het kleine stadje Dassel. Schampers was één van 22 studenten die in Dassel terecht kwamen. Een andere was Theo Bakkeren. Via het archief in Dassel hadden we al een Duitse versie van zijn dagboek gekregen. De Nederlandse versie hebben we nu ook gevonden.
Via de familie Tiddens ontvingen wij de notulen van de debatingclub van de leden der Jongerenconferentie H. Johannes de Dooper van de Vereeniging van de H. Vincentius à Paulo te Helmond. Deze debatingclub werd op 4 oktober 1943 opgericht onder de toen aanwezige jongeren in Helmond.
We schreven al eerder over de brieven van Gerard Schampers, ondertussen hebben vrijwilligers alle brieven overgetikt en begint het daadwerkelijke onderzoek naar de namen die in de brieven voorkomen. We zijn begonnen met de foto van de groep studenten die vermoedelijk in Duitsland is gemaakt. Deze foto plaatsen we al eerder. Schampers schreef alle namen op de achterkant.
Hieronder de lijst met namen zover we die nu hebben. Helaas is het nog niet gelukt iedereen te vinden. Mocht u aanvullingen hebben, of familie zijn van een van deze mannen, neem dan contact met ons op via helmond@tracesofwar.nl.
1. Leopold (Leo) Maria Caspers (Den Haag, 30-12-1925 - Rijswijk, 19-05-1984)
Woonde in Den Haag, studeerde in Delft natuurkunde.
2. Arie Jacobus Kooreman (Gennep, 13-03-1920 - Ulvenhout, 10-09-1991)
Woonde in Tilburg, studeerde in Delft civiele techniek.
3. Matheus (Theo) Henricus Cornelius Maria Bakkeren (Breda, 21-01-1924 - Haren, 20-04-2011)
Woonde in Breda, studeerde in Wageningen.
4. Adrianus (Janus) Franciscus Antonius Maria Brekelmans (Hilvarenbeek, 03-09-1915 - Einbeck, Duitsland, 04-12-1944)
Woonde in Hilvarenbeek, studeerde in Tilburg.
5. Franciscus (Frans) Petrus Adrianus Maria Stevens (Tilburg, 14-11-1920)
Woonde in Tilburg, studeerde in Tilburg.
6. Franciscus (Frans) Wilhelmus Maria Linders (Nuenen, 01-05-1923 - Oss, 05-07-2018)
Woonde in Nuenen, studeerde in Tilburg.
7. Jannes Reiling (Nieuw-Weerdinge, 27-04-1923 - Utrecht, 24-01-2005)
Woonde in Hengelo, studeerde in Groningen klassieke letteren.
8. Johannes (Jan) Jacobus Josephus Heling (Helmond, 05-06-1917 - Bakel, 28-12-1995)
Woonde in Helmond, studeerde in Tilburg.
9. Jan Christiaan Loman (Amsterdam, 19-09-1923 - Bordeaux, Frankrijk, 11-04-1979)
Woonde in Breda, studeerde in Rotterdam economie.
10. Petrus (Piet) Marinus Antonius Beks (Vught, 18-05-1923 - 22-10-1986)
Woonde in Vught, studeerde in Tilburg.
11. Harm (Hans) de Boer (Tilburg, 10-07-1923)
Woonde in Tilburg, studeerde in Tilburg economie.
12. Dirk (Dick) Bernardus Bals (Madjena, Nederlands-Indië, 25-06-1920 - Tampa, Florida, Verenigde Staten, 03-11-2005)
Woonde in Breda, studeerde in Tilburg.
13. Rudolphe (Ruud) Antonius Span (Gilze en Rijen, 12-03-1919 - Roosendaal, 19-11-1999)
Woonde in Breda, studeerde in Delft werktuigbouwkunde.
14. Ludovicus (Louis) Maria Raaijmakers (Tilburg, 02-09-1918 - Breda, 12-12-1967)
Woonde in Tilburg, studeerde in Nijmegen rechten.
15. Jan de Wit (Zaandam, 24-06-1923 - 10-01-1996)
Woonde in Zaandam, studeerde in Wageningen landbouw.
16. Gerardus (Gerard) Johannes Antonius Schampers (Helmond, 21-02-1922 - Uden, 26-02-2006)
Woonde in Helmond, studeerde in Tilburg sociaal-economie.
17. Douwe Galjema (Den Haag, 30-06-1925 - 28-09-2015)
Woonde in Den Haag, studeerde in Delft werktuigbouwkunde.
18. Johan Arie Adriaan (Joop) Nahuijsen (Menado, 02-09-1925 - Veghel, 23-01-2012)
Woonde in Den Haag, studeerde in Delft werktuigbouwkunde.
19. Wilhelmus (Wim) Alphonsus Josephus Heling (Helmond, 24-02-1923 - Sint Anthonis, 25-02-1995)
Woonde in Helmond, studeerde in Tilburg.
20. Wilhelmus (Wik) Henricus Hubertus de Leeuw (Tilburg, 06-02-1922 – Berkel-Enschot, 17-02-2007)
Woonde in Tilburg, studeerde in Tilburg economie.
21. Bernard (Bert) Dekker (Den Haag, 21-10-1925 - 07-12-2006)
Woonde in Den Haag, studeerde in Delft werktuigbouwkunde.
Update 7 februari 2023
Via het archief van de Universiteit van Tilburg kregen we onderstaande foto. De volgende namen stonden achter op (vlnr): Hans de Boer, Bert Dekker, Wim Heling, Wik de Leeuw, Janus Brekelmans, Bob Nahuysen, Jan de Wit, Douwe Galjema, Frans Linders, Gerard Schampers, Jannes Reiling, Guus Janse, Theo Bakkeren, Leo Caspers, Ruud Span en Arie Kooreman.
Het zijn allemaal dezelfde namen als de lijst hierboven. Enkel staan hier ook Guus Janse op. Dat maakt de lijst van studenten compleet.
Voor de volledigheid:
22. Augustinus (Guus) Theodorus Aegidius Janse (Breda, 08-11-1922 - 29-10-1994)
Woonde in Breda, studeerde in Nijmegen rechten.
Update 29 maart 2023
Via de familie Heling kregen we een derde groepsfoto uit Dassel, lees daar meer over in dit artikel.
Anderhalve maand geleden schreven we over de brieven van Gerard Schampers, student uit Helmond en ver na de oorlog burgemeester van Uden. Ondertussen hebben tientallen vrijwilligers meegewerkt aan het overtikken van de brieven. Er zijn ruim 100 brieven, 75 daarvan zijn ondertussen overgeschreven. We kunnen uw hulp voor de laatste loodjes echter nog steeds gebruiken!
Gerard Schampers werd in 1964 burgemeester van Uden en bleef dat tot aan zijn pensioen in 1987. Hij werd geboren in 1922 in Helmond en studeerde sociaal-economie tijdens de oorlog in Tilburg. In 1943 werden de studenten opgedragen een loyaliteitsverklaring te tekenen. Weigerden ze dat, dan mochten ze niet meer studeren en werden ze te werk gesteld in Duitsland. Ook Schampers weigerde te tekenen en werd naar Duitsland gestuurd. Vanuit de kampen stuurde hij vele brieven naar huis.
TILBURG/OSS - Op 95-jarige leeftijd is Frans Linders overleden. De inwoner van Oss speelde een prominente rol in de documentaire 'Loyaal! Maar waaraan?' over het Tilburgse studentenverzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, die door Omroep Brabant werd uitgezonden. Linders overleed donderdag in zijn woonplaats.
Bert Hermkens werd op 8 oktober 1944 tijdens de Kerkrazzia in Sevenum opgepakt, naar Duitsland gestuurd en daar tewerkgesteld. Hij was net 36 geworden en al tien jaar getrouwd met Marie Kurvers. Samen met een groot aantal andere Limburgers, werd hij per trein Duitsland ingestuurd. Bert kwam terecht in Dassel, in het Harzgebergte, waar hij op 14 oktober in de Eisenhütte aan het werk werd gezet.
Co Neeteson werd in 1920 in Hontenisse in Zeeuws-Vlaanderen geboren. Hij slaagde in de zomer van 1937 op de Rijks H.B.S. in Terneuzen. Daarna besloot hij weg- en waterbouw te gaan studeren in Delft. Nadat de oorlog was uitgebroken en het verzet onder studenten toenam, werd deze groep geconfronteerd met de loyaliteitsverklaring. Hiermee moesten ze verklaren geen acties tegen de Duitse bezettingsautoriteiten te ondernemen. Co besloot de verklaring niet te tekenen, net als 85% van de studenten in Nederland. Hierdoor mocht hij niet verder studeren. Na de april-meistakingen werden de Nederlandse studenten die niet hadden getekend opgeroepen voor werk in Duitsland. Men diende zich te melden en via Kamp Erika werden er ruim 3.000 Nederlandse studenten naar Duitsland gestuurd. Uiteindelijk kwam Co halverwege mei 1943 met zo'n 40 andere studenten aan bij de Pleissnerfabriek in Herzberg am Harz, waar hij tewerkgesteld werd. Co rondde na de oorlog zijn studie af en ging werken voor Rijkswaterstaat. Co Neeteson overleed op 98-jarige leeftijd in 2019. Dit is zijn verhaal, dat hij door zijn neef liet optekenen tussen 2012 en 2014.
Op zondag 8 oktober 1944 werden door Duitse bezetters in Sevenum 326 mannen (inwoners, evacués en onderduikers) gevangen genomen en naar Duitsland getransporteerd, om daar te verblijven in kampen en verplicht arbeid te verrichten op fabrieken. Een van deze gevangenen was Hendrik Baeten uit Sevenum.
"Daar opeens in 't Noord Westen 'n onafzienbare karavaan van voortgesleepte zweefvliegtuigen en transportvliegt[uigen]. Parachutisten ziet men uitspringen. De zwevers dalen. In een minimum van tijd is Son bezet… bevrijd. 't Lijkt ongelooflijk, doch 't is waar." Dit is een passage uit een van de brieven van Alphons Linders uit Nuenen. Hij schreef op 17 september 1944 over het begin van operatie Market Garden aan zijn zoon in Duitsland. De brieven werden nooit verstuurd.
Gerard Schampers was één van de 22 studenten die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Dassel tewerkgesteld werd. Hij studeerde aan de Katholieke Economische Hogeschool in Tilburg en weigerde, net als bijna al zijn medestudenten, de loyaliteitsverklaring van de Duitse bezetter te ondertekenen. Na de oorlog vertelde Gerard niet veel over zijn oorlogsgeschiedenis. Na Gerards dood in 2006 ging zijn jongere broer Joep in 2009 op zoek naar het oorlogsverleden van zijn broer. Hier volgt wat Joep na zijn zoektocht schreef.
Het is 14 mei 1943 als een trein vanuit Ommen richting Duitsland vertrekt. Aan boord Nederlandse studenten die de loyaliteitsverklaring van de Duitsers weigerden te tekenen. Met deze verklaring diende de student te beloven niets tegen de Duitse bezetter te ondernemen. Ruim 85% van de Nederlandse studenten weigerde. Wik de Leeuw was één van hen. Dit is zijn verhaal dat hij in 2006 optekende. Studenten uit Noord-Brabant dienden zich te melden in de Koning Willem II Kazerne in Tilburg. Van daaruit werden ze op de avond van 6 mei 1943 naar Kamp Erica in Ommen, Overijssel, getransporteerd. Via een paar omzwervingen kwam hij met 21 andere studenten op 26 mei 1943 in Dassel aan.
“Ik hoef m'n wens wel niet nader te omschrijven want het is heel gemakkelijk aan te voelen wat ik bedoel. 1943 heeft mij wel zoveel beroerdigheid bezorgd dat 'n heilwens voor 1944 uit de grond van m'n hart komt. Iedereen wenst wel hetzelfde. Iedereen die ik spreek zegt 't, was de oorlog maar afgelopen.” Gerard schreef rond de kerstdagen zijn wensen voor het nieuwe jaar naar huis. In 1943 had hij, net als vele andere studenten, geweigerd de loyaliteitsverklaring van de Duitsers te tekenen. Hierdoor werd hij met 21 andere studenten voor de Arbeitseinsatz naar Dassel in Duitsland gestuurd. Dit is Gerards verhaal over kerst 1943 en de jaarwisseling naar 1944.
Net als veel andere studenten weigerde Gerard Schampers in 1943 de loyaliteitsverklaring van de Duitse bezetter te tekenen. Hierdoor werd hij met 3.000 andere studenten voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland gestuurd. Via Kamp Erika en een aantal plaatsen in Duitsland kwam hij op 26 mei 1943 in Dassel aan. Niet alleen, maar met 21 andere studenten. Van deze studenten kende hij er al een aantal, van zijn studie in Tilburg, of uit zijn woonplaats Helmond. Dit is zijn verhaal van de eerste twee maanden in Dassel tot de eerste der studenten naar huis terugkeerde.
"Ik moet over de ziekte van Jan Heling vertellen. Het is niet zoals ik schreef griep of longontsteking, maar disenterie. Dat is vrijwel zeker. De dokter heeft 't niet willen zeggen, maar hij zei wel dat 't besmettelijk was." Gerard schreef hier over de eerste ziektes in het Lager in Dassel, Duitsland. Hier was hij met 21 andere studenten tewerkgesteld, omdat ze weigerden de loyaliteitsverklaring van de Duitse bezetter te tekenen. In totaal werden 3.000 studenten voor de Arbeitseinsatz in Duitsland ingezet. Dit is Gerards verhaal van de tweede helft van 1943.
"Even laat ik weten dat we weer 'ns op reis gaan. De reis gaat nu naar Dassel. We komen daar op 'n vrij kleine fabriek. Dassel is 'n gat. Het ligt bij Holzminden noordwest van Herzberg. Iets zuidoost van Bielefeld, 'n beetje dichter bij de grens. Op de rand van Westfalen. Vanmiddag om half drie gaan we er naar toe." Dat schreef Gerard Schampers op 26 mei 1943 naar huis. Hij had zich als student moeten melden voor de Arbeitseinsatz en was 6 mei 1943 uit Tilburg vertrokken. Dit is het verhaal van zijn reis naar Duitsland, waar hij anderhalf jaar zou blijven werken.
Harry Span kwam uit een gezin met twee kinderen. Zowel hijzelf, als zijn oudere broer Rudi studeerden in Delft. De familie Span woonde aan de Saksen Weimarlaan 85 in Breda. De vader van het gezin was directeur van een lederfabriek. Nadat de oorlog was uitgebroken en het verzet onder studenten toenam, werd de studenten geconfronteerd met de loyaliteitsverklaring. Hiermee moesten ze verklaren geen acties tegen de Duitse bezettingsautoriteiten te ondernemen. Harry en Rudi besloten niet te tekenen. Daarom werden ze voor werk in Duitsland opgeroepen. Beiden kwamen in mei 1943 in Herzberg am Harz aan, maar daar scheidden hun wegen. Harry schreef het volgende verhaal ergens in de 21e eeuw. Hij overleed op 97-jarige leeftijd in 2019.
"Ver van alles, waarvan ik heb gehouden, zwerf ik thans rond in alle eenzaamheid." Het is de eerste zin van het refrein van het Ommenlied, geschreven door studenten die in Kamp Erika in Ommen werden verzameld om naar Duitsland gestuurd te worden. De ruim 3.000 studenten werden voor de Arbeitseinsatz over Duitsland en Oostenrijk verspreid. Zij kwamen op 6 mei 1943 in Ommen aan en verbleven er enkele dagen tot ruim een week. Er gingen drie transporten naar Duitsland, op respectievelijk 8, 11 en 14 mei.
In maart 1943 werd er door de Duitsers de loyaliteitsverklaring ingevoerd. Met deze verklaring diende de student te beloven niets tegen de Duitse bezetter te ondernemen. Jannes Reiling weigerde te tekenen. Niet tekenen had als gevolg dat je voor studie werd uitgesloten en werkloos werd verklaard. Hierop volgde een oproep voor de Arbeitseinsatz in Duitsland. Jannes Rieling meldde zich en werd naar Kamp Erika in Ommen getransporteerd. Van daaruit vertrok men richting Duitsland waar Reiling met 21 andere studenten op 26 mei 1943 in Dassel aankwam. Reiling schreef in 1969 onderstaand verhaal over Kerstmis 1944.
Piet van Maris was 17 toen hij tijdens de Kerkrazzia's in Helden (Limburg) werd opgepakt. Hij werd naar Duitsland gestuurd om daar te gaan werken. Tijdens zijn verblijf in Duitsland hield hij aantekeningen bij die hij na de oorlog tot dit verhaal vormde. Het beschrijft de Kerkrazzia en de reis naar Duitsland. Zijn tewerkstelling in Rotenkirchen en Dassel en de uiteindelijke bevrijding in april 1945. Daarna volgde een lange weg terug naar huis.
Het is 1 november 1943 als een nieuwe groep studenten de trein uit stapt op het station van Herzberg am Harz. Deze studenten waren eerder in Braunschweig en daarna in Uslar tewerkgesteld. In Herzberg kwam de groep te werken in een munitiefabriek aan de voet van kasteel Herzberg. "Wat huisvesting betreft hebben we het zelfs nog nooit zo goed gehad, een werktijd van 8 uur is een ongekende weelde en wat het vergiftigingsgevaar betreft dit is erg meegevallen." Om te begrijpen hoe deze studenten precies in Herzberg terecht kwamen en hoe het hen verging, gaan we eerst een aantal maanden terug in de tijd.
Op de achterkant van onderstaande foto staat: J.C. Lohmans, Breda, Rotterdam, Econ. Hij was een van de 22 Nederlandse studenten die weigerden de Duitse loyaliteitsverklaring te tekenen en daarom naar Duitsland werden gestuurd. Deze groep studenten belandde uiteindelijk in Dassel, waar ze in de Ruwo-fabriek werden tewerkgesteld.