De verenigde chefs van staven bestond uit 3 onderdelen. Een bevelhebber per strijdtoneel, bevelhebbers per Amerikaans krijgsonderdeel en bevelhebbers per Brits / Canadees krijgsonderdeel. Dit samen waren de Verenigde chefs van staven van het Geallieerde opperbevel.
Vanaf de Gouden Eeuw was er in de Indische archipel nauwelijks enig Nederlands gezag aanwezig. Nederlands gezag en bestuur golden alleen voor Batavia, Java, en directe omgeving. Voor de rest ging het om losse handelsposten waar bij sommige vorstenhoven gezanten of residenten gedetacheerd waren al of niet met een klein garnizoen. Dit zou honderden jaren zo blijven. Na de val van Napoleon in 1815 werd door de zegevierende mogendheden, Pruisen, Oostenrijk, Rusland en Groot-Brittannië, op het Congres van Wenen, bepaald dat de Oostenrijkse Nederlanden en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, nu grofweg België en Nederland, verenigd moesten worden. Deze samenvoeging zou nieuwe Franse bedreigingen in noordelijke richting moeten voorkomen. Voor de levensvatbaarheid van een dergelijk klein land werden echter de bezittingen van koloniën noodzakelijk geacht. Daarom werd een door Groot-Brittannië veroverd gebied in de Indische archipel toegevoegd aan de Nederlandse bezittingen. Samen vormden de gebieden Nederlands Oost-Indië.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog en aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog was het in het leven roepen van een Onderzoekings- en Bewakingsdienst Bovenrivieren één van de middelen om de Nederlandse neutraliteit te handhaven. Dit nastreven van de neutraliteit was op de bovenrivieren een zaak van zowel de burgerlijke als de militaire instanties. Twee politievaartuigen werden bijgestaan door oude kanonneerboten en een viertal andere kleine oorlogsschepen. Deze vreemde verzameling schepen werd in de morgenuren van 10 mei 1940 met een oorlogssituatie geconfronteerd waar zij niet op berekend was.
Het Stavka Glavnogo Komandovania (letterlijke vertaling: Hoofdkwartier van het Opperbevel) werd een dag nadat de Duitsers de Sovjet-Unie binnenvielen (Operatie Barbarossa), dus op 23 juni 1941, na een gemeenschappelijk besluit van het Centraal Comité van de Communistische Partij en de Raad van Volkscommissarissen (SNK), geïnstalleerd. Voorzitter van het orgaan werd Volkscommissaris van Defensie, maarschalk Semyon K. Timoshenko. Verder leden waren: Joseph V. Stalin, generaal Georgy K. Zhukov (als Chef van de Generale Staf), Vyacheslav M. Molotov, maarschalk Kliment E. Voroshilov, burgeroorlogveteraan maarschalk Semyon M. Budjonny en Volkscommissaris van de Marine admiraal Nikolai G. Koeznetsov.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de manschappen van de Waffen-SS gevreesd vanwege hun meedogenloosheid, wreedheid en hun fanatieke vechtlust. Er ontstond een mythe rond de Waffen-SS als politiek elitekorps dat in haar strijd voor het nationaalsocialisme geen grenzen kende. Waffen-SS’ers waren onvoorwaardelijk trouw aan Adolf Hitler en hun leiders, wat het SS-motto “Meine Ehre heisst Treue” (mijn eer heet trouw) nog eens benadrukte. Toen na de oorlog de feiten over de Waffen-SS steeds meer de mythe verdrongen, bleek dat de Waffen-SS niet het politieke elitekorps was waarvoor het door velen werd aangezien.